Vink je Challenge Categorie af: 15 Nederlandstalige klassiekers (van kort naar lang)
Omdat wij het belangrijk vinden dat er óók klassiekers worden gelezen, hebben we er een Reading Challenge Categorie van gemaakt. En ja, sommige van deze boeken vragen iets meer concentratie, het zijn niet allemaal lekkere pageturners:
‘Zij zocht Lot meer en meer op; hij dronk thee bij haar; zij spraken, zij spraken veel; Lot, niet verliefd van complexie, vond het waarlijk prettig met Elly te zijn, liet zich aanporren, begon een roman, bleef steken…’ Uit: Van Oude Mensen, de Dingen die Voorbijgaan – Louis Couperus
Niet helemaal zoals we anno 2020 nog praten. Maar juist deze romans zeggen veel over onze taal en geschiedenis. En veel klassiekers hebben humor en thema’s die ook nu nog heel herkenbaar en relevant zijn.
Disclaimer: ieders leestempo is anders, daarom hebben we het bij het aantal bladzijden gehouden. Ook dat is soms lastig te zeggen, want veel van de Nederlandstalige klassiekers zijn al vele malen uitgegeven, in alle vormen en maten. We hebben geprobeerd een kloppend gemiddelde te nemen, het kan dus zijn dat jouw exemplaar daar iets van afwijkt.
Al deze boeken zijn rond de honderd pagina’s. Alleen Nescio’s novellen zijn (per stuk) iets korter met ongeveer vijftig pagina’s. Je kunt er uiteraard voor kiezen om daar meerdere van te lezen. Het gouden ei is favoriet op Hebban (en op veel middelbare scholen), maar ook Oeroeg en Het bittere kruid zijn korte, maar mooie boeken. En ook het epos Van den vos Reynaerde (tegenwoordig Reinaert de Vos) heeft weinig pagina’s, maar is erg vermakelijk om te lezen. En dan te bedenken dat dit verhaal al in de 13e eeuw werd geschreven…
Niet iedereen houdt van dunne boeken en gelukkig zijn er ook flink wat ‘gemiddelde’ Nederlandstalige klassiekers (sterker nog, de meeste passen in deze categorie). We hebben er een paar voor je uitgekozen. Hersenschimmen, bijvoorbeeld, het boek van Bernlef dat gaat over dementie. Uit 1984 maar nog steeds heel actueel, want helaas hebben we hier nog steeds mee te maken. Ook De avonden en Nooit meer slapen kunnen natuurlijk niet ontbreken als twee van De Grote Drie. En het succesvolle, luchtigere Het leven is vurrukkulluk en het rebelse Ik, Jan Cremer dat bij publicatie in 1964 zelfs een relletje veroorzaakte hebben hun klassieke status wel bewezen.
De Nederlandstalige literatuur kent gelukkig ook genoeg uitdaging in de vorm van dikkerds. Deze vijf boeken tippen we aan degene die wel even zoet wil zijn met z’n boek. En ook hier zit nogal verschil in, want Publieke werken is van deze boeken het dunst met een kleine 500 pagina’s, terwijl De ontdekking van de hemel al richting de 1000 gaat (voor het geval je bij het vorige blok de derde van De Grote Drie miste: hij is hier!). Daartussenin vallen Eline Vere, Couperus’ debuut en meest gelezen roman, Woutertje Pieterse over een fijngevoelige jongen en Het verdriet van België, de complexe maar meeslepende roman van Hugo Claus.