Nieuws /
Vlaamse schrijver Jef Geeraerts overleden
Jef Geeraerts verbleef in het universiteitsziekenhuis in Gent. Daar overleed hij aan een hartaanval, zo heeft zijn dochter Ilse volgens de krant Het Laatste Nieuws vanmiddag laten weten. Een week geleden gaf Geeraerts nog een interview aan het magazine Humo, waarin hij zei dat het enige wat hem nu nog restte de dood was. ''Nu rest mij alleen nog de dood. Je kan niet blijven leven, hé, de datum nadert'', zei hij.
Geeraerts werd op 23 februari 1930 geboren in Antwerpen. In de jaren vijftig trok hij zoals zo vele jonge, ambitieuze Belgen naar de toenmalige kolonie Congo, op zoek naar een groots en meeslepend leven. De jonge koloniale ambtenaar Geeraerts werd een echte 'broussard': hij woonde en werkte in het oerwoud, in de buurt van Bumba, een stad aan de Congostroom in de Evenaarsprovincie. Als chef de région stond hij in voor het onderhoud van de wegen, het innen van de belastingen, de rechtspraak, de controle op de landbouw.
Zijn tijd in Congo zou een belangrijke rol spelen in zijn boeken. In 1968 verscheen Black Venus, het eerste deel van zijn bekende Gangreen-reeks. Het boek veroorzaakte heel wat deining in het katholieke Vlaanderen vanwege zijn expliciete inhoud. Ook het omslag met een naakte zwarte vrouw schokt velen.
Met de ontvangst van Gangreen 1 is de toon gezet voor de andere delen. Geeraerts sluit de jaren zestig af als schandaalschrijver en pornograaf. Sommigen beschuldigen hem zelfs van racisme. Het Parool van 15 november 1969 oordeelt snoeihard: 'In een samenleving waar auteurs gelauwerd worden die het neerschieten van negers verheerlijken omdat het toch maar bavianen zijn, maakt Mein Kampf nog best een kans.' De negatieve kritiek wordt echter overstemd door de waardering voor Geeraerts' eerlijkheid en literaire durf.
Als eind 1972 Gangreen 2. De goede moordenaar verschijnt, ontstaat er weer commotie. In dit deel beschrijft Geeraerts zijn ervaringen als lid van een paracommando-eenheid tijdens stammenoorlogen tussen de Lulua's en Baluba's eind jaren vijftig. Het Belgische ministerie van Defensie doet de door Geeraerts beschreven feiten af als onzin en onwaar. In Gangreen 3. Het teken van de hond (1975) en Gangreen 4. Het zevende zegel (1977) rekent Geeraerts af met zijn jeugd en zijn eerste huwelijk.
De zweep
Vijf jaar geleden reisde Geeraerts met een ploeg van de Vlaamse omroep VRT naar Bumba, de plaats in Congo waar de schrijver destijds werkte als assistent-gewestbeheerder. Het was de eerste keer sinds een halve eeuw dat Geeraerts naar de voormalige kolonie terugkeerde. De VRT-reportage is niets verhullend. Geeraerts vertelt aan de VRT-crew hoe hij ongehoorzame zwarten de zweep gaf - of liet geven, want in Belgisch Congo had men daar personeel voor. ''Ze namen je dat niet kwalijk, op voorwaarde dat het rechtvaardig was'', zegt hij daarover.
Geeraerts doet in de reportage nog meer uitspraken, die de wenkbrauwen doen fronsen. ,,Werken doen ze zo weinig mogelijk'', zegt hij over de Congolezen in het algemeen. Wanneer gevraagd wordt of hij de Congolezen minderwaardig vond, zegt hij: ,,Minderwaardig? Ik ging jagen met hen, ik sliep met hun vrouwen. Dus ik beschouwde ze niet als een minderwaardig ras, zeker niet.''
De auteur schreef ook heel wat misdaadromans met het politieduo Vincke en Verstuyft in de hoofdrol. ''Ik was altijd in misdaadromans geïnteresseerd'', zei hij. ''In de Congo heb ik als officier van justitie veel contact gehad met zogenaamde misdadigers. Die heb ik vaak en uitvoerig verhoord en daar heb ik veel van opgestoken.''
In 1979 verschijnt zijn eerste thriller Kodiak .58, waarin de schrijver zijn voorliefde toont voor research en zijn passie voor vuurwapens en geheime diensten. Er zou nog een twintigtal misdaadromans volgen. De Zaak Alzheimer uit 1985 werd in 2003 verfilmd door Erik Van Looy. Jan Decleir kroop daar in de huid van huurmoordenaar die aan Alzheimer lijdt. Ook Dossier K. uit 2002 werd verfilmd.
Typisch is dat waar hij in zijn Congo-boeken een razendsnelle schrijfstijl hanteerde zonder punten en komma's hij in zijn misdaadromans juist heel secuur en gedetailleerd te werk ging. Naast romans schreef Geeraerts ook reisverhalen, journalistieke stukken, toneelstukken en hoorspelen. Geeraerts won in 1999 de Knack Hercule Poirot-prijs. In 2007 ontving hij de eerste Poirot oeuvreprijs. Voor Dossier K. ontving Geeraerts De Diamanten Kogel.
Nachtmerrie
In 1978 trouwde hij met Eleonore Vigenon (Gent, 1938). Van haar hand verscheen in oktober 2007 het boek De Spoken van Jef Geeraerts, over het oeuvre van en leven met Jef Geeraerts. Vigenon overleed in hun woonplaats Drongen op 5 augustus 2008 aan kanker, 70 jaar oud.
In 1976 verscheen van Geeraerts' hand het boek Dood in Bourgondië en gaat over de periode dat Eleonore doodziek was. Vierenveertig dagen na een bloeding, gevolgd door een zogenaamde curettage in een staatsziekenhuis, barstte bij Eleonore de vrucht in haar buik, waardoor zij in onmiddellijk levensgevaar verkeerde. Voor de toen 46-jarige Geeraerts en zijn 42-jarige partner startte een nachtmerrie die elf dagen duurde. Toevallig werd Eleonore opgevangen door één van de vier artsen die in België microchirurgie bedrijven. Zij werd niet alleen van een zekere dood gered, maar dermate virtuoos geopereerd, dat geen enkel gedeelte van de vrouwelijke organen werd geamputeerd.
Het laatste boek van Geeraerts, de roman Muziek en emotie, verscheen in 2009. Het is een verzameling columns over klassieke muziek, één van de grote passies van Geeraerts. ''Ik was als kleine jongen al zeer gevoelig voor muziek, dat was zeer vreemd'', aldus Geeraerts in de Gazet van Antwerpen. ''En mijn omgeving begreep dat niet, het was voor de oorlog. Ik stond zo'n beetje alleen.''