Luc Deflo: 29 boeken in nog geen 17 jaar
Harde binnenkomer
Enkele decennia geleden kreeg ik mijn eerste Deflo-boek in handen, zijn debuut Naakte zielen. Ik schrok van de harde, bloedige scènes, niet normaal in Vlaanderen. Ik nam voortaan, gemakzuchtig, de dooddoener aan, dat je een Deflo-boek beter bij de hoek beetneemt, zodat het bloed er onderaan kan uitdruipen.
Ik hield van die plastische vergelijking, maar heb ze moeten bijstellen. Luc Deflo werd immers een vaste waarde op de Vlaamse thrillermarkt. Keer op keer bewijst hij een goede observator te zijn van de donkere kanten van de maatschappij. Hij dringt de lezer in de ongemakkelijke positie van een waarnemer die last heeft met zijn geweten. 29 boeken in geen 17 jaar, dat tikt aan. Alleen Pieter Aspe, vijf jaar eerder begonnen, troeft hem nog af.
In dit interview onthult hij hoe hij de lezer bij het nekvel grabbelt en hem willens nillens op een rollercoaster plaatst van actie en geweld. Naakte zielen was een harde binnenkomer, geeft Deflo toe, maar hij weigert absoluut het label van horrorschrijver. Terwijl de poes Tuschki pontificaal flaneert in haar koninkrijk, praten wij in de keuken over racisme en verderf, fatwa en Belarabia, over lijken en schrijven. Blijkt dat we meer gemeen hadden dan we dachten.
Intifada
Aan racisme zitten vele facetten, blijkt uit je boek Intifada. De man in de straat gaat er anders mee om dan een politieagent, of, zoals in je boek, een doorgedraaide burger die meent goed werk te verrichten door Marokkanen te decimeren.
“Mensen zijn vandaag bang voor aanslagen, maar in dat boek worden de rollen omgedraaid. De moordenaar in Intifada neemt het recht in eigen handen. Dat is mijn uitgangspunt. Ik woonde vroeger in Mechelen, in een wijk die stilaan verpauperde tot een Arabisch getto. Wel, mijn hoofdpersonage woont daar nog, is getrouwd met een Marokkaanse, die hij adoreert, dus dat vormt niet echt een probleem.
Mijn personage loopt altijd met een grote boog rond problemen, tot die fatale avond. Hij heeft wat gedronken, laat zijn guard zakken, wordt koud gepakt, reageert uit vermeend lijfsbehoud. Dat bezorgt hem een trauma. Hij wil geen hulp zoeken, denkt dat hij dat zelf aan kan. Het zijn vooral die jonge gasten op straat waar de politie niets tegen doet, waar ouderen geen invloed op hebben, waar hij tegen op komt. Dit moet stoppen, zegt hij, en hij gaat dat doen. Ik vermoed dat veel mensen zich met zo iemand kunnen vereenzelvigen, al was het maar voor een stuk. Uiteindelijk slaat hij door en neemt het recht in eigen handen. Hij wordt genoemd in alle kranten, men is bang voor hem. Dat bezorgt hem een ongelooflijke kick, waarna hij eisen begint te stellen. Ik meen dat dit een aanvaardbaar scenario is.”
De auteur vereenzelvigt zich op geen enkele wijze met de handelingen of zienswijzen van eender welk personage in dit boek. Sinds wanneer staat die clausule in je boeken?
“Sinds Intifada. Ik krijg daar veel reacties op. Dat was de bedoeling. De zienswijze van mijn personage is zo extreem dat ik met zo’n vermelding een fatwa of iets dergelijks wilde voorkomen. “
Een fatwa zorgt nochtans voor mondiale bekendheid. Vraag maar aan Salman Rushdie.
“Ja, in ruil voor tien jaar huisarrest. Ik bedank daar feestelijk voor. Ik ben niet wat ik schrijf, dat spreekt voor zich. Kijk, ik woon in Brussel. Ik ben in deze straat de enige Vlaming. Mijn vrouw is een Zuid-Amerikaanse. Mijn beste vriend is de moslim hierover, eigenaar van de nachtwinkel.”
Je deed onderzoek naar seriemoordenaars, hun geschiedenis en modus operandi. Hoe diep zat je in die shit?
“De maatschappij zit vol psychopaten en sociopaten. Iedereen heeft wel een collega sociopaat. Ikke, ikke en de rest kan stikke. Zo’n man bij de bakker, die nog rap dat stapje rapper zet om voor jou binnen te geraken? Dat zijn psychopathische trekjes, die gelukkig nooit aanleiding geven tot moorden. Het boeit mij, ik wil proberen te begrijpen hoe denkpatronen bij een seriemoordenaar werken. Hoe je zo hyper-egoïstisch kunt zijn. Seriemoordenaars zijn supersterren in de Verenigde Staten. Kijk naar Dutroux, hier te lande, die krijgt liefdesbrieven, hé? Dat spreekt sommige mensen aan. Als literatuur het aftasten is van grenzen, dan is dat wat ik doe.”
Op zeker moment maakt Jansseune, in feite een gewoon burgermannetje, mayonaise. Het kloppen van de mayonaise wordt de metafoor in zijn hoofd voor het doodkloppen van zijn slachtoffer. Probeer je hier een logica te ontdekken in de gedachtegang van een moordenaar?
“Tuurlijk. Voor mij is de moordenaar het belangrijkste personage. Ik probeer de lezer voor een stuk in het hoofd van de moordenaar te droppen. Dat is wat ik het liefste doe, veel liever dan een typische whodunit. Dat vind ik geen interessant genre. Voor mij is de moordenaar het belangrijkste personage. In een whodunit moet je die verstoppen. Je kunt daar psychologisch niets mee doen, want dan geef je alles weg.”
Een moordserie met racistische kenmerken, en plots staat de maatschappij op zijn kop. Iedereen stelt zich vragen. De politie wordt in vraag gesteld, zelfs de hele sociale structuur, want Belarabia loert om de hoek. Welke maatschappelijke revolutie suggereer je?
“Een bedreiging is dit zeker. Die Iman in het verhaal maakt gebruik van de situatie om die jongeren in zijn gedachtengoed mee te trekken. Zo zijn er, ik moet er geen tekening bij maken, die dromen van Belarabia."
Is dat een aanvaarde term?
“Die term heb ik op tv gehoord, in een interview. Waarop de geïnterviewde kalm aan de journalist uitlegde dat die zich geen zorgen hoefde te maken. Over een paar jaar zouden we allemaal in Belarabia leven, allemaal moslim zijn, gewoon vanwege de macht van het getal. Ik vond dat confronterende televisie. Ben ik daarmee een racist? Nee, realist. Als je zo’n ideeën hoort verkondigen, wordt het begrijpelijk dat iemand een lont in een kruitvat durft te steken. Extremisme zou niet toegelaten mogen zijn, geen enkel extremisme. Ik noteer dat. Ik neem daarmee geen politieke standpunten in. Ik ben een thrillerschrijver en gebruik dat klimaat als achtergrond. Ik wil mijn lezers een paar uur ontspanning bezorgen.”
Lees verder op de volgende pagina