Voor de leeuwen | Jeroen Windmeijer
Is het nu echt zo treurig gesteld met het Nederlandstalige thrillergenre? Je mag nu alleen met 'ja' of 'nee' antwoorden.
'Ja.'
Stel jezelf voor aan iemand die nog nooit van je gehoord heeft.
'Ik ben Jeroen Windmeijer, antropoloog van huis uit, maar nu werkzaam als docent godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school in Leiden. In 2015 debuteerde ik met de thriller De Bekentenissen van Petrus, die 4 sterren kreeg in de thrillergids van de Vrij Nederland. In 2017 verscheen bij HarperCollins Holland mijn tweede boek, Het Pauluslabyrint. Ik zeg altijd dat ik leraar ben die daarnaast schrijft, maar op een dag hoop ik schrijver te zijn die daarnaast lesgeeft.'
Wat is jouw grootste teleurstelling in je schrijversleven (tot nu toe)?
'Mijn grootste teleurstelling is dat mijn eerste uitgever mijn boek De Bekentenissen van Petrus vergat in te sturen voor de Gouden Strop of voor een andere verkiezing. Ik kan nu nooit meer genomineerd worden voor een debuutprijs – laat staan dat ik die nog kan winnen.'
Je gaat pas schrijven als je veel gelezen hebt. Die aanname durven wij wel te maken. Weet jij nog wat je las of van wie op het moment dat je besloot om zelf te gaan schrijven?
'Ik schrijf thrillers die theologisch en historisch goed onderbouwd zijn, dus als je écht teruggaat dan kom je uit bij De Naam van de Roos. Dat boek las ik in de jaren tachtig op de middelbare school. Ik vond en vind het een fantastisch boek, vol spanning, goed geschreven en echt interessant. Of De Verborgen Geschiedenis van Donna Tartt. Verder lees ik in de eerste plaats religieus getinte thrillers, inderdaad zoals Dan Brown waar ik zelf mee vergeleken word, en op dat gebied verschijnt er in het buitenland best veel. Ik vind het vooral mooi als de premisse niet al te vergezocht is, maar als er uitgegaan wordt van bepaalde witte vlekken in de geschiedenis die op een aannemelijke manier ingekleurd worden. Zelf heb ik in mijn debuut de apostel Petrus centraal gezet. Er is geen snipper bewijs dat hij ooit in Rome geweest is, terwijl de Sint Pieter op zijn veronderstelde graf gebouwd is en de pausen zeggen dat ze hem in één rechte lijn opgevolgd zijn. Er is ook een traditie – met even weinig bewijs – die stelt dat hij naar Engeland gegaan zou zijn. Dáár heb ik op aangesloten… In mijn boek heb ik een briefwisseling opgenomen tussen Judas en Petrus die een heel nieuw licht werpt op de laatste dagen en uren van Jezus. Natuurlijk is dat allemaal fictie maar een hoogleraar Nieuw-Testament van de Universiteit Leiden noemde mijn verhaal ‘net zo (on)aannemelijk’ als de Bijbelse versie.'
Waarschijnlijk heb je ons zojuist zonder schaamte verteld dat jouw favoriete schrijver een Zweed is, of dat zijn of haar moedertaal Engels is. Is dat wat van ver komt echt lekkerder of beter?
'Ik lees in het algemeen meer thrillers van buitenlandse auteurs, omdat het genre dat ik het liefste lees – de "religieuze thriller" als je die zo kunt noemen – in Nederland niet heel goed vertegenwoordigd is. En dan heb je een enorme keus met boeken uit de VS, Engeland, Scandinavië, Spanje, Italië. De standaardthriller waarbij je op de laatste bladzijde ontdekt dat de butler het inderdaad gedaan heeft, vind ik niet interessant. Ik heb me dan een paar uur vermaakt, maar uiteindelijk sta je met lege handen... Een beetje zoals met een Hollywoodfilm.
Recent heb ik thrillers gelezen als Ik ben Pelgrim, Zijn bloedige plan of Het meisje in de trein. Die vind ik dan interessant omdat ze iets extra’s bieden zoals de nasleep van 9/11, een geschiedenis van de Schotse hooglanden of een onbetrouwbaar vertellersperspectief. Ik wil niet alleen vermaakt worden, maar ook iets leren. Ik vind dat er echt heel goede Nederlandse thrillerschrijvers zijn, maar ik lees die gewoon niet heel erg veel.'
We hebben het al even gehad over teleurstellingen. Maar wat maakt het schrijven van spannende boeken nu dan toch zo fantastisch mooi dat je die teleurstellingen voor lief neemt?
'Mijn teleurstellingen liggen niet op het gebied van het schrijven zelf of het gepubliceerd worden. Mijn debuut heb ik naar circa dertig uitgeverijen opgestuurd en van meer dan de helft heb ik geen antwoord gekregen. Verder kreeg ik standaardafwijzigen (‘het past niet binnen ons fonds’) en een paar beredeneerde afwijzingen. Maar dit speelde zich allemaal binnen twee of drie maanden af. Een Leidse uitgever wilde wél met me in zee. Ik heb dus niet jaren geleurd met mijn manuscript, eigenlijk is het vrij soepel gelopen.
Wat ik zo ontzettend fijn vind aan het schrijven is dat ik echt alles om me heen vergeet. Ik ga er helemaal in op, vergeet de tijd… Een beetje zoals wanneer andere mensen muziek maken, dansen of hardlopen. Ik voel me echt gelukkig dan. Op de beste momenten is het bijna alsof ik aan het opschrijven ben wat aan míj verteld wordt.'
Nederlandse thrillers spelen zich bijna altijd af in Amsterdam, in een Vinex-wijk of een vakantieoord. En als dat niet zo is, dan is het wel een complot over ons koningshuis. Wordt het genre niet gewoon serieus beter als er wat meer diversiteit zou zijn?
'Ik vind dat de Nederlandse thrillers, die ik gelezen heb, veel op elkaar lijken. Inderdaad vaak een American Beauty-achtige setting: een mooie (Vinex)wijk, de hoofdpersoon lijkt haar leven op orde te hebben, maar ze blijkt een slecht huwelijk te hebben of ze draagt een geheim of trauma met zich mee, haar man gaat vreemd, er is een mysterieuze buurman of aantrekkelijke collega, keurig worden drie of vier mensen verdacht gemaakt en dan komt er op het einde een onverwachte twist en blijkt de hoofdpersoon te zijn verraden door iemand die zij het meest vertrouwde. Zoals ik al zei, ik lees graag thrillers waar ik ook nog iets van opsteek en dat zie ik in het Nederlandse taalgebied niet heel veel.
Zelf denk ik met mijn boeken een ander pad te bewandelen. Mijn boeken zijn spannend, maar zitten ook theologisch en historisch goed in elkaar. Ik doe ontzettend veel onderzoek van te voren, minstens een half jaar lang lees ik alleen maar over het onderwerp. Zowel De Bekentenissen van Petrus als Het Pauluslabyrint worden door mensen gewaardeerd, omdat het prikkelende what if-verhalen zijn. Mensen met een gelovige achtergrond worden uitgedaagd want er worden vraagtekens gezet bij de officiële geloofsgeschiedenis. Ik ken verschillende leesclubs en bijbelstudieclubs die mijn boeken voor hun discussiebijeenkomsten gebruiken. Maar ook lezers die deze achtergrond niet hebben, vinden het interessant omdat het stevige thrillers zijn waar ze veel van opsteken. Mijn leerlingen, die normaal gesproken vooral dunne boeken lezen als Het Behouden Huis, Oeroeg of Het Bittere Kruid lezen mijn boeken (300-400 bladzijden) ook voor hun lijst, omdat ze gemakkelijk lezen. Iemand als Fik Meijer noemde ze ‘intellectuele pageturners’ en Wim Krings van Boekhandel Krings schreef: ‘De snelheid van Dan Brown, de diepgang van Umberto Eco’. Echt fantastisch mooie complimenten.'
Gemiddeld schrijven Nederlandstalige misdaadauteurs één boek per jaar. Dat betekent dat je nu bezig bent aan een nieuw boek of dat je hem net hebt afgerond. Het is tijd voor ‘het verkooppraatje-in-de-lift’ oftewel de elevator pitch voor je volgende (nog niet verschenen) boek!
'In het voorjaar van 2017 is in het Leids Gemeentearchief een dagboek opgedoken van een Pilgrim Father die het leven van de Pilgrims in Leiden beschrijft. Dat verhaal heb ik als uitgangspunt genomen voor mijn derde roman, Het Pilgrim Fathers Complot, die in augustus 2018 bij HarperCollins Holland verschijnt. De Pilgrim Fathers of Pilgrims waren Engelse protestanten die uit Engeland gevlucht waren omdat ze vanwege hun geloof vervolgd werden. Ze kwamen in Leiden terecht waar ze van 1609-1620 gewoond hebben. In 1620 vertrok meer dan de helft van hen op het schip The Mayflower naar Amerika waar ze een kolonie stichtten (Plimouth Plantation, nabij het huidige Boston). In 2020 is het vierhonderd jaar geleden dat de Pilgrim Fathers uit Europa vertrokken en dat gaat groots gevierd worden. Dat was voor mij de aanleiding om me te verdiepen in de geschiedenis van de Pilgrims – met name in de sporen die ze in Leiden achtergelaten hebben. In dat dagboek staan echt raadselachtige passages die deze hele geschiedenis, zoals wij die kenden, volledig op haar kop zetten. Mijn verhaal begint met de brute moord op de voorzitter van een Leidse Vrijmetselaarsloge en dat is het begin van een duizelingwekkend avontuur dat de hoofdpersoon Peter de Haan van Leiden naar Boston en uiteindelijk naar de Sinaï voert.'
Hij bedacht hem. Hij won er drie. Maar toch roept Tomas Ross al jaren op tot afschaffing van de Gouden Strop. De Strop was in zijn ogen ‘een opstapje naar het literaire circuit’. We kunnen wel zeggen dat dat nooit is gelukt. Maar waarom heeft de Gouden Strop eigenlijk nog wel zin?
'Elke prijs die de Nederlandse thriller onder de aandacht brengt, is de moeite waard denk ik, dus ik vind zeker dat die zin heeft. Ik wist niet dat de prijs oorspronkelijk bedoeld was als ‘een opstapje naar het literaire circuit’, maar dat hoeft volgens mij ook helemaal niet. De thriller is gewoon een volwaardig, apart genre denk ik, net als korte verhalen of Young Adult. De meeste thrillers hebben geen eeuwigheidswaarde, zoals sommige literaire werken dat duidelijk wel hebben, maar dat maakt ze nog niet per se minder waardevol. Misschien kun je het vergelijken met popmuziek en klassieke muziek. Ik luister naar allebei heel erg graag en ik weet dat er mensen zijn die op popmuziek neerkijken, zoals sommigen ook op thrillers neerkijken. Het ene genre is misschien wat vluchtiger dan het andere en wat meer op vermaak gericht, maar voor mij heeft het waarde in zichzelf. Maar zoals ik al zei, zelf probeer ik met mijn thrillers wél iets extra’s te doen en ik wil meer dan alleen een spannend verhaal vertellen. Ik blijf uiteindelijk een leraar, ook in mijn boeken wil ik mensen iets leren.'
Welk boek of welke boeken liggen er nu op jouw nachtkastje?
'Ik lees eigenlijk altijd twee of drie boeken tegelijk: een roman, een thriller en een non-fictieboek. Op dit moment lees ik De tolk van Java, echt heel erg goed geschreven en een interessant inkijkje in een Indisch gezin in Nederland, met de oorlog in Nederlands-Indië op de achtergrond. Wat dat betreft vond ik Tabé Java, Tabé Indië van Ronald Nijboer over zijn opa die meedeed aan de politionele acties ook fantastisch. Goede onderzoeksjournalistiek en vlot geschreven. Verder lees ik op dit moment thrillers van Mario Reading: De Derde Antichrist, De Wederkomst en Het Nostradamuscomplot.
De non-fictie die ik lees gaat altijd over godsdienst en dan met name over het vroege christendom en Jezus. Nu lees ik Paul and Jesus van James Tabor, over de rol die Paulus gespeeld heeft bij het ontstaan van het christendom. Ik vind het dan vooral ook leuk om te in zo’n boek veel dingen terug te lezen die ik zelf verzónnen had voor Het Pauluslabyrint. Verder ligt op de stapel het vuistdikke Jezus, Een Mensenleven van Cees den Heyer.'
Het is écht belangrijk dat je als auteur ook blijft lezen. Tenslotte is het goed om te weten wat er in je genre speelt. Ben je bij het schrijven eigenlijk bezig met trends en hypes?
'Ik ben in de eerste plaats gaan schrijven, omdat ik dat zelf zo ontzettend leuk vind. Toen ik werkte aan De Bekentenissen van Petrus wist ik natuurlijk helemaal niet of iemand dat uit wilde gaan geven. In het boek staat een briefwisseling tussen Petrus en Judas van wel veertig pagina’s. De uitgever wilde die sterk inkorten of er helemaal uit halen, omdat mensen dat niet zouden gaan lezen volgens haar. Dat was het moment waarop ik dacht: dán maar niet uitgeven. Ik vond en vind dat juist het mooiste deel van het hele boek – en de meeste lezers delen mijn mening. Ook in Het Pauluslabyrint komen passages voor die door sommige mensen als ‘taai’ ervaren worden, maar als ze dat echt vinden, denk ik: dan is dit boek niet voor jou. Ook dáár vind ik juist die stukken écht iets toevoegen waardoor mijn thriller uitgetild wordt boven de gemiddelde thriller. Dus in dat opzicht ben ik minder bezig met ‘verkoopbaarheid’, want ik weet dat mijn boeken meer vragen van de lezer dan andere thrillers. Aan de andere kant wil ik natuurlijk ook een spannend verhaal vertellen, dus werk ik ook met cliffhangers en weef ik twee verhalen door elkaar heen waardoor je door wil blijven lezen. Ik schrijf voor mezelf, maar zeker ook voor een publiek, omdat veel mensen het ook léuk vinden om vermaakt te worden én nieuwe dingen te leren. Als ik de resultaten van mijn research in een non-fictieboek zou gieten, zou ik alleen een publiek bereiken dat tóch al over zulk soort onderwerpen leest.'
Saskia Noort is misschien niet de allerbeste misdaadauteur van Nederland, maar ze is ontegenzeggelijk belangrijk geweest voor het Nederlandstalige thrillergenre. Welke Nederlandse of Vlaamse schrijver vind jij onderschat in zijn of haar bijdrage aan de successen van het thrillergenre van eigen bodem?
'Het Gouden Ei van Tim Krabbé blijft een fantastisch boek. Het is ongelofelijk knap dat je in een boek van nog geen honderd bladzijden zo’n compleet verhaal kunt neerzetten, spannend, met ronde karakters. Ook Het Woeden der Gehele Wereld van Maarten ’t Hart vind ik heel mooi – al speelt de moord daar minder een prominente rol dan in de gemiddelde thriller misschien. In die zin zou je De Aanslag van Harry Mulisch ook een thriller kunnen noemen natuurlijk – of De Donkere Kamer van Damocles van W.F. Hermans. Dit zijn ook voorbeelden van het goede samengaan van de genres literatuur en thriller. Maarten ’t Hart won in 1994 niet voor niets de Gouden Strop.'
Het aantal Nederlandstalige debuutthrillers neemt in rap tempo af. Welke redenen kun jij bedenken en hoe erg is dat eigenlijk voor het genre?
'Ik denk dat de eerder genoemde eenvormigheid dan een van de belangrijkste redenen is. Daardoor onderscheiden schrijvers zich minder goed van elkaar, omdat ze een verhaal vertellen dat al zo vaak door andere mensen verteld is. Dan val je bij een uitgever minder op waardoor die minder snel met je in zee wil. Zelf krijg ik nu ook regelmatig manuscripten opgestuurd van mensen, maar dat is eigenlijk altijd van hetzelfde laken een pak. Ik lees altijd de eerste paar pagina’s om een beeld te krijgen van de schrijfstijl en van het verhaal. Op zich hoeft het niet erg te zijn als er minder verschijnt, als dat wát verschijnt kwalitatief maar goed is. En er verschijnt nog steeds heel veel goeds denk ik, ook in Nederland. Ik heb bijvoorbeeld van de zomer Hex gelezen van Thomas Olde Heuvelt – al valt zijn boek meer onder het horrorgenre. Dat vond ik echt huiveringwekkend spannend en geweldig goed geschreven, echt een boek dat onder je huid kruipt – op een onaangename manier.'
We hebben het net gehad over de terugloop van het aantal thrillerdebuten per jaar. Dat is jammer, maar het is schrikbarend dat de jeugd steeds minder en ook minder vaak leest. Nu krijg jij de kans om een zaal vol met veertien- tot achttienjarigen niet alleen te overtuigen dat lezen belangrijk en leuk is, maar dat het lezen van Nederlandstalige thrillers echt fantastisch is. Welke argumenten zou je gebruiken om ze hiervan te overtuigen?
'Ik weet dat jongeren minder lezen, ik zie dat ook bij ons op school. Maar het gekke is, zelfs de meest drukke HAVO 4-klas valt stil op het moment dat je een verhaal gaat vertellen. Het is op de een of andere manier een diepe menselijke behoefte, zo lijkt het wel, om naar verhalen te luisteren. Zodra je in de klas bijvoorbeeld begint met: “Er was eens een koning en die had twee zoons…” dan wordt het stil. Iedereen wéét dat die koning op een dag dood gaat en dat er dan een probleem ontstaat omdat er twee zoons zijn die op die troon willen zitten. Dus ik denk dat als je kinderen laat zien dat het gewoon heerlijk is om meegesleurd te worden in een verhaal, een inkijkje te krijgen in een wereld die je nog niet kende, de tijd en de wereld om je heen te vergeten terwijl je leest… dat dat helpt.
Maar ik denk dat ons Nederlandse literatuuronderwijs op de middelbare school die natuurlijke leeshonger die veel kinderen hebben – op de lagere school wordt in het algemeen nog steeds heel veel gelezen volgens mij – op de een of andere manier kapot maakt. Christiaan ‘Fuck de canon’ Weijts schreef daar heel scherp over en ik ben het helemaal met hem eens. Ik was echt een fanatieke lezer – tot mijn veertiende, vijftiende en we op school verplicht al die dode literatuur tot ons moesten nemen, maar ook nieuwe boeken tot vervelens toe kapot moesten analyseren op thema, stroming, motief, vertelperspectief et cetera. Na mijn middelbare school heb ik letterlijk járen geen romans meer gelezen hierdoor. En dat is nog steeds niet veranderd zie ik in het huidige literatuuronderwijs. Dus al die kinderen die Harry Potter verslonden hebben, De Grijze Jager, boeken van Thea Beckman of voor mijn part Dagboek van een muts gelezen hebben, wordt de lust tot lezen ontnomen op de middelbare school – ook doordat er te strikte opvattingen leven over wat literatuur zou zijn. Daar ligt misschien nog wel een veel groter probleem dan wat er altijd gezegd wordt namelijk dat het aan de tablets en smartphones ligt.'
Jeroen Windmeijer is auteur bij HarperCollins Holland. Zijn laatstverschenen thriller Het Pauluslabyrint stond tien weken in de Bestseller 60. Een nieuwe thriller van zijn hand verschijnt deze zomer. | Auteursfoto in header: verstrekt door de auteur.
Nog meer Jeroen Windmeijer tijdens de Thriller Tiendaagse 2018 op Hebban:
14:00 uur - de favorieten van Jeroen Windmeijer
19:00 uur - een exclusieve giveaway!
Bezoek de Nederlandse Thriller Tiendaagse 2018 homepage