Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Monique Koemans/Eva Burgers/Carina van Leeuwen

Met het thema ‘waargebeurd’ kun je niet om ze heen. Schrijvers van verzonnen misdaadverhalen die dagelijks met echte misdaad worden geconfronteerd. Hoe kunnen ze dat? Schrijven over een wereld die in het echt zoveel gruwelijker, maar vooral ook saaier en trager blijkt te zijn. Wat is hun drive? In het Haagse café Pavlov ontmoette ik MONIQUE KOEMANS, historicus én criminoloog, CARINA VAN LEEUWEN, forensisch rechercheur bij de politie, en EVA BURGERS, tot voor kort rechercheur bij Zware Delicten. Een affiche om bij voorbaat van te watertanden.

Hoe komt het toch dat er zoveel politiemensen zich wagen aan het schrijven van spannende boeken? Is het de behoefte om een politiezaak volledig tot aan het eind toe in de hand te hebben en op te kunnen lossen, waar deze in het echte leven misschien vaak onopgelost blijft? Ik stel de vraag aan forensisch rechercheur Carina van Leeuwen. Zij debuteerde eerder dit jaar met de thriller Vuurproef.

Carina: ‘Wat ik je nu ga zeggen klinkt bijna denigrerend naar andere schrijvers, maar bij mij is het niets anders geweest dan een uit de hand gelopen weddenschap met een redacteur bij een uitgeverij. Het was gewoon bluf om te zeggen dat ik ook wel een boek zou kunnen schrijven. Ik had nog nooit wat geschreven. Ik las ook nooit thrillers, moet ik je eerlijk bekennen. Maar ik had a gezegd en moest dus een boek schrijven. Het was voor mij niet meer dan logisch om dicht bij mezelf te blijven, dat wat ik doe en enorm leuk vind: het forensisch politiewerk.’


Carina van Leeuwen

De andere dames aan de tafel lachen wel, maar ik zie vooral ongeloof.

‘Dat is toch niet te geloven! Ik heb m’n hele leven al schrijfster willen worden. Dát is de reden waarom ik de journalistiek in ben gegaan. Als historicus schreef ik altijd al hoe het was, als journalist en wetenschapper ben ik altijd bezig geweest met het uitzoeken hoe het is en ik had heel erg de behoefte om de vrijheid te hebben om te kunnen bedenken hoe het zou kunnen zijn.’ Aan het woord is Monique Koemans. Op haar visitekaartje staat naast historicus en journalist ook criminoloog. Zij is een van de weinige Nederlandse thrillerschrijvers die zich stort op faction, het genre dat in ons land gedomineerd wordt door specialist Tomas Ross. Monique kan zomaar eens de enige vrouw zijn die dat doet. Ze debuteerde vorig jaar met een thriller die ook uit Ross’ koker had kunnen komen. In 2013 loopt de huldiging van koning Willem-Alexander compleet uit de hand en stelt Monique dat veiligheid – ook in Nederland – slechts een illusie is.

Ze legt uit: ‘Ik vind het heerlijk om recht op de actualiteit te schrijven. Daar zit wel dat journalistieke in, maar ondertussen mag ik zelf de scenario’s bedenken die zouden kunnen gebeuren.’

Ook in Moniques nieuwste boek, De top, is het de actualiteit die centraal staat. Eind maart staat Den Haag en omgeving een aantal dagen geheel in het teken van een internationale nucleaire meeting. Meer dan 2.500 journalisten, 4.000 afgevaardigden en zestig wereldleiders, onder wie Poetin, Obama en Xi Jinping, eten, slapen en bewegen twee dagen lang in de Randstad. Complete wijken worden afgesloten, alle hotels zijn volgeboekt en op Schiphol worden burgervluchten geschrapt. Het is de grootste veiligheidsoperatie die ooit in Nederland is uitgevoerd. Deze nucleaire wereldtop (de Nuclear Security Summit) schreeuwde volgens Monique om een actuele spionagethriller. En die schreef ze dan ook.

Carina: ‘Ik vind het fantastisch dat jij zo’n vrije geest hebt en dat kunt! Wij politiemensen zijn zo opgeleid dat alles altijd moet kloppen. Daar heb ik bij het schrijven best wel wat last van gehad. De eerste versie die ik had geschreven was niet slecht, die was héél erg slecht. Ik had een soort instructieboek geschreven voor forensisch onderzoek. Daar was natuurlijk geen hout aan. Die vrijheid heb ik mezelf echt aan moeten leren. Nu zit ik met genoegen te bedenken of ik iemand dood laat gaan. Heb jij dat niet gehad, Eva?’

Eva: ‘Ik schrijf al vanaf mijn veertiende en ook heel veel. Toen ik na mijn opleiding bij de politie kwam, heb ik echt moeten wennen aan die ambtelijke taal. Ik heb er vreselijk om gelachen, geweldig vond ik het. Bij mij is het altijd andersom geweest. Ik wilde schrijver worden. Zelfs zo erg dat de officier van justitie mijn processen-verbaal al herkende. “Hier is er weer eentje van Eva!” Haha. Natuurlijk klopte alles wat erin stond precies, maar ik had altijd de neiging om er iets leukers van te maken.’


Eva Burgers

Sinds begin dit jaar is Eva afgezwaaid bij de politie en stort ze zich fulltime op het schrijven. Ook Monique heeft een jaar geleden al haar andere werkzaamheden op een lager pitje gezet om zich geheel te kunnen wijden aan het schrijven.

Monique: ‘Ik heb na mijn promotie als criminoloog nog een jaar lesgegeven en besloot toen dat ik eindelijk tijd wilde hebben om te schrijven. Ik heb daar twee jaar voor uitgetrokken om te komen waar ik wil, maar het liefst bestaat mijn dag alleen maar uit schrijven.’

Eva: ‘Ik had het na vijftien jaar bij de politie echt helemaal gehad. Ik was beland op de afdeling Zware Criminaliteit, zeg maar de lange projecten, en dat was zo vreselijk saai. Ik heb een jaar lang alleen maar de tapkamer van binnen gezien. Mijn hart heeft daar ook nooit echt gelegen, dat ligt bij het schrijven. Voor mij was het politiewerk misschien wel waar ik spanning hoopte te vinden, en soms was dat ook wel zo, maar het was vooral werk waarmee ik mijn geld moest verdienen.’

Nu zit Carina vol ongeloof te kijken naar haar buurvrouw. Zij werd na haar onderzoek naar de Schiedammer Parkmoord, dat een doorbraak betekende, gevraagd om in Amsterdam de cold case-afdeling op te zetten.

Carina: ‘Ik vind politiewerk het leukste dat er is. Bij cold case moet je veel zitvlees hebben, maar je moet ook veel buiten de lijnen denken. Je moet heel creatief zijn omdat als alles ogenschijnlijk al gedaan is, je toch weer nieuwe openingen kunt ontdekken. Ik vind dat geweldig en saai is het allerminst. Maar ik houd mijn werelden strikt gescheiden. Ik werk bijvoorbeeld zelf in Amsterdam, maar mijn boek speelt in Den Haag. Die afstand vind ik belangrijk en dit was ook goed te doen omdat ik daar jarenlang technisch rechercheur ben geweest en de stad goed ken. Maar ik praat in interviews ook niet over mijn werk. Wel in grote lijnen, maar niet inhoudelijk. Kijk, de zaken die ik in Vuurproef beschrijf zijn allemaal echt gebeurd, maar dan in een geheel andere context en met andere mensen. De forensische onderzoeken kloppen overigens wel precies. Het gaat exact zoals het in het echt ook gaat. De methodieken kloppen. De bureaucratie waar je als onderzoeker tegenaan loopt klopt. Maar dan gaat het in het boek allemaal net even sneller, anders is het echt niet te pruimen.’

Monique knikt bevestigend. ‘Het moet natuurlijk een beetje kloppen, maar ik vind het juist mooi dat het de werkelijkheid overstijgt. Je moet er iets aan toevoegen, anders kunnen we net zo goed een droog verslag lezen.’

Waarom heeft Monique gekozen voor het faction-genre, wat in Nederland niet veel schrijvers doen? Monique: ‘Dat komt natuurlijk ten dele door mijn journalistieke achtergrond. Maar nu is het ook wel een hele bewuste keuze om faction te schrijven. Het is toch raar dat dit genre dat in de Angelsaksische wereld zo populair is, in Nederland zo klein is. Ik ben zeker ook geïnspireerd geraakt door series als Homeland en Borgen waarbij de fictie bijna de realiteit inhaalt. Dat vind ik ook spannend, ook als auteur. Het is natuurlijk geweldig dat als je aan het schrijven bent aan De top je door de overheid gevraagd wordt om jouw scenario voor wat betreft de veiligheid te delen met mensen die al vijfentwintig scenario’s hebben afgespeeld om de boel te kunnen beveiligen.’


Monique Koemans

Monique heeft nog minstens een jaar te goed om zich volledig aan haar schrijfdroom over te geven. Eva heeft haar politiecarrière aan de wilgen gehangen om haar hart te volgen. Maar alleen Carina, zonder jarenlange schrijfambities, schreef het eerste deel van een serie. Dat moet je even uitleggen.

Carina: ‘Voor de duidelijkheid. Het is begonnen met die weddenschap, maar ik noem mezelf gewoon een langbloeier... Want toen het eerste boek af was, had ik al ideeën voor een tweede. Dat zou ik zelfs gewoon voor mezelf hebben geschreven. Maar toen ik wist dat het boek er ook werkelijk zou komen, ging het wel echt kriebelen. En nu heb ik ook voor boek twee een contract. Daarna zien we wel weer.’

Monique: ‘Bij mij zit de serie meer in het type boek, niet in een vaste hoofdpersoon. Hoewel er in De top wel een personage zit waarmee ik verder zou kunnen. Het zou namelijk best leuk zijn om te weten wat daarmee gebeurt, ook voor mijzelf. Bij mij ontstaat het verhaal pas bij het schrijven. Ik weet van tevoren nooit wat er met wie gaat gebeuren.’

Carina vertelde het al tussen neus en lippen, maar wanneer ook Monique aangeeft zelf eigenlijk nooit thrillers te lezen, vallen Eva en ik bijna van onze stoelen.

Monique: ‘Ik lees wel heel veel. Ik ben echt een lezer en van daaruit schrijver geworden. Maar ik vind het juist leuk om zo’n puzzel onafhankelijk van wat er al is te bedenken. Mijn boeken zijn wel faction, maar ik ben wel heel erg geïnspireerd door series als 24 en The Killing. De manier van het verhaal vertellen, in scènes, is vergelijkbaar.’

Alle drie vinden ze research bijna het allerleukste van het schrijfproces.

Carina: ‘Mijn partner zegt weleens: “Als ze jouw Google-gedrag ooit bekijken, word je meteen opgepakt.”’

Eva: ‘Hoe vermoord je iemand zonder sporen achter te laten?’
Carina lachend: ‘Daar zoek ik dan net niet naar, want dát weet ik natuurlijk al precies, maar ik heb wel hele rare zoekslagen, naar bijvoorbeeld moordwapens. Maar ben jij niet bang, Monique, dat je mensen op ideeën brengt met je complotten?’

Monique: ‘Ik ben niet zo van de complot-theorieën. Ik vertel eigenlijk gewoon het verhaal dat zou kunnen gebeuren. Maar onbewust was ik er toch mee bezig tijdens de inhuldiging van Willem-Alexander. Je bent toch bang dat wat je bedacht hebt ook echt gebeurt.’

Wat Monique een bijzondere positie in het faction-genre geeft, is het feit dat zij in haar thrillers ‘what if’-scenario’s schetst voor evenementen die nog moeten gebeuren. 2013 verscheen ruim voor de inhuldiging van koning Willem-Alexander en De top ligt ruim een maand voor de echte top in de winkel.

Monique: ‘Het is misschien lastiger, maar het geeft je ook veel meer vrijheid bij het schrijven en bedenken van scenario’s.’

In hoeverre spelen commerciële gedachten een rol? Twee van de drie schrijfsters aan tafel hopen ooit van hun proza te kunnen leven.

Monique: ‘Mijn keuze voor faction is natuurlijk mede ingegeven door het feit dat er niet veel van is. Het is een niche die groter kan worden. Daar hoop ik mijn steentje aan bij te kunnen dragen. Maar ook publicitair heeft faction voordelen.’

Carina: ‘Eva, kijk jij ook zo naar de markt?’

Eva: ‘Ja, ik kijk heel erg goed naar wat wel en niet verkoopt. Ik kijk naar de actualiteit. Ik kijk naar waar al veel over is geschreven. Al vind ik het onderwerp zelf nog zo interessant, ik schrijf er dan niet over. Uiteindelijk wil ik kunnen leven van mijn boeken.’

Dit interview werd eerder gepubliceerd in Crimezone Magazine 7.



Over de auteur

Sander (Hebban Crew)

1165 volgers
592 boeken
26 favoriet
Hebban Crew


Reacties op: Interview Monique Koemans/Eva Burgers/Carina van Leeuwen

 

Gerelateerd

Over

Monique Koemans

Monique Koemans

Monique Koemans (1968) is criminoloog, historicus en auteur van romans...

Carina van Leeuwen

Carina van Leeuwen

Forensisch rechercheur én auteur Carina van Leeuwen werkt voor de politie Amste...