Boek van de week /
Welkom in Virgin River
Deze week is 'Welkom in Virgin River' Boek van de week.
Over Robyn Carr
Op haar 27e debuteerde Robyn Carr in het romantische genre. Sindsdien zijn er meer dan dertig titels van haar hand verschenen. Toch duurde het een flink aantal jaren voordat ze haar stijl echt gevonden had, namelijk tot ze aan de Virgin River-serie begon.
Haar streven is om boeken voor vrouwen te schrijven, die grappig zijn zonder flauw te worden, die het leven in al zijn facetten beschrijven zoals het is en die de kracht van vrouwen weergeven. In de enorm populaire Virgin River-serie maakt ze die droom waar.
Over Welkom in Virgin River
Welkom in Virgin River is het tweede deel in de Virgin River-serie. In deze serie laat Robyn Carr je kennismaken met prachtige bossen, de stille kleine dorpjes van Noord-Californië, stoere helden en de vrouwen die hen liefhebben. Niemand van hen verwacht liefde te vinden, maar... in Virgin River is alles mogelijk.
In Welkom in Virgin River loopt Paige Lassiter net tegen sluitingstijd de bar van John ‘Preacher’ Middleton in Virgin River binnen. Samen met haar zoontje is ze op de vlucht voor haar echtgenoot. Ze zit onder de blauwe plekken, is doodsbang en aan het eind van haar latijn.
Preacher ziet meteen dat Paige en haar zoontje in grote moeilijkheden verkeren. Zonder aarzelen biedt hij hun een slaapplaats aan, en ter plekke besluit hij dat hij alles zal doen om hen te beschermen.
Fragment
"Een straffe, voor september koude wind sloeg de regen meedogenloos tegen de ramen. Het was al donker, ofschoon het pas halfacht was. Preacher nam de bar af. Hij verwachtte niet dat er die avond nog iemand zou komen. Bij zulk hondenweer bleven de inwoners van Virgin River na het avondeten over het algemeen thuis, en ook de kampeerders, jagers en sportvissers die zich in de omgeving bevonden, zouden vast geen nat pak overhebben voor een biertje in de kroeg. Jack, zijn compagnon en de eigenaar van het eetcafé, had al voorzien dat er die dag weinig klandizie zou zijn en was al vroeg naar huis gegaan, waar hij werd opgewacht door de vrouw met wie hij nog niet zo lang getrouwd was. Er was de hele dag zo weinig te doen geweest, dat Preacher ook Rick, de zeventienjarige scholier die een paar uur per week in de kroeg werkte, vroeg naar huis had gestuurd. Zodra het vuur in de haard wat getemperd was, gooide hij de boel maar helemaal dicht.
Na zichzelf een glas whisky te hebben ingeschonken, ging hij bij het vuur zitten. Hij vond het niet erg wanneer het stil was; hij was graag alleen.
Helaas. De rust was hem niet lang gegund. Verstoord keek hij op toen hij de deur hoorde opengaan, die vervolgens door een windvlaag met een klap tegen de muur werd geslagen. Hij sprong net op toen hij een tenger figuurtje met een klein kind op de arm verwoede pogingen zag doen om de deur achter zich dicht te trekken. De vrouw droeg een honkbalpet en had een grote zware tas bij zich. Op het moment dat hij op haar toe liep om haar te helpen, draaide ze zich om. Ze staarden elkaar aan.
Onwillekeurig deinsde ze achteruit. Geen wonder, dacht Preacher. Hij zag er ook wel een beetje vervaarlijk uit: een beer van een vent van ruim één meter negentig met de schouders van een bootwerker, een kale kop, donkere zware wenkbrauwen en een diamantje in een van zijn oorlelletjes.
Nog steeds zwijgend keek hij in het gezicht van een jonge vrouw, geen onaardig gezicht ook, ware het niet dat het was ontsierd door een lelijke jaap in haar onderlip en een opgezette wang.
'O, pardon. Ik, eh... Ik zag het verlichte bordje, dus ik dacht dat je open was.'
'We zijn ook open, maar gezien het weer had ik alleen niet verwacht dat er nog iemand zou komen. Kom gerust binnen.'
'Maar stond je dan niet net op het punt om dicht te gaan?' vroeg ze, het slapende kind omhoogsjorrend - een jochie van een jaar of drie, vier met slap heen en weer bungelende beentjes. 'Want ik -'
'Kom nu maar gewoon binnen.' Preacher deed een stap opzij om haar door te laten. 'Het is wel goed. Ik hoef toch nergens naartoe.' Hij wees naar een tafeltje bij de haard. 'Ga daar maar zitten. Lekker warm bij het vuur. Dan kun je een beetje opdrogen.'
'Bedankt,' mompelde ze verlegen. Ze volgde zijn raad op, maar aarzelde bij het zien van het glas whisky. 'Zat jij hier zelf niet?'
'Maakt niet uit. Ga daar maar zitten,' zei hij. 'Ik ga daar wel vaker even zitten voor ik de boel afsluit, maar ik heb geen haast. Normaal gesproken, gaan we niet zo vroeg dicht, maar met dit weer...'
'O. Stond je op het punt om naar huis te gaan?' vroeg ze.
Hij glimlachte. 'Ik woon hier. Daardoor hoef ik me niet zo strikt aan openings- en sluitingstijden te houden.'
'Maar weet je zeker dat -'
'Het is echt geen probleem,' verzekerde hij haar. 'Bij normaal weer gaan we nooit voor negenen dicht.'
Ze ging met haar gezicht naar het vuur zitten, liet haar tas naast zich op de grond zakken, trok haar kind dicht tegen zich aan en streelde zijn ruggetje.
Preacher verdween naar achteren en kwam even later terug met een paar kussens en een plaid. 'Hier,' zei hij, de kussens op het tafeltje naast haar leggend. 'Leg hem hier maar op. Het is toch een heel gewicht dat je daar moet torsen.'
Ze keek alsof ze elk moment in huilen kon uitbarsten. Als ze dat maar uit haar hoofd liet, dacht hij. Niets was erger dan een huilende vrouw; hij zou zich geen raad weten. Zoiets was meer iets voor Jack; waar het vrouwen betrof, wist die altijd precies wat hij moest doen, of hij ze nu kende of niet.
Preacher, daarentegen, moest een vrouw eerst beter leren kennen voor hij zich op zijn gemak voelde. Eigenlijk was hij onervaren. Door zijn imponerende voorkomen joeg hij vrouwen en kinderen schrik aan, maar daaronder ging een verlegen man schuil."