Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Wordt het niet eens tijd voor heel iets anders?

Veel (bijna)veertigers zullen zich er in herkennen; het gevoel van ‘Oké… is dit het nou?’. Dat nerveuze gevoel dat je overkomt, pakweg twintig jaar nadat je het ouderlijk huis verliet. Studie afgerond, baan gevonden, vaste partner, settelen, kinderen… Alles gebeurde zonder er al te filosofisch over na te denken. Maar dan ineens, als je alles op de rails denkt te hebben, haalt het je onderuit; ‘Is-dit-wat-ik-wil-met-de-rest-van-mijn-leven…?’
Heleen Crul heeft er een roman over geschreven: 'Het Veertiggevoel', die deze week verschijnt bij uitgeverij Zomer & Keuning. De hoofdrol in deze roman is weggelegd voor die levensvraag die veertigers bezig kan houden, maar dan wel gecombineerd met een dosis romantiek.
Heleen Crul is een wetenschapsjournaliste met diverse wetenschappelijke- en opinieartikelen op haar naam. Maar ook schreef zij non-fictie; boeken over opvoeding, gezondheidszorg, emancipatie en levensloopproblematiek. Kennis over dat veertiggevoel is dus ruimschoots aanwezig.
Wat heeft haar er toe aangezet dit te verwerken in een roman? Tijd voor een ontmoeting met de schrijfster.


Hoe is het voor een wetenschapsjournaliste om een roman te schrijven?
Ik ben wel wetenschapsjournalist, maar gebruik dat etiketje heel breed. Ik heb ook honderden columns geschreven waarin dit nauwelijks aan de orde kwam, of heel erg toegespitst op de toegankelijkheid van de lezer. Maar juist omdat ik, als ik artikelen schreef, toch heel erg vastzat aan het motto: ‘De waarheid is heilig, het commentaar is vrij’, had ik op een bepaald moment het gevoel: waar is mijn fantasie eigenlijk gebleven? Je kunt natuurlijk allerlei leuke en interessante onderwerpen zoeken waarover je schrijft, en dat deed ik dan ook wel, maar het moest wel waar zijn. Niettemin: als je fictie schrijft, zoals ik dat heb gedaan bij mijn roman, valt er nog heel wat op te zoeken, en te checken. Ik heb tien non-fictie boeken geschreven. Overigens is het feit dat ik wetenschapsjournaliste ben, wel heel prettig geweest voor het schrijven van dit boek. Al was het alleen maar omdat ik gewend ben allerlei zaken op te zoeken.

In Het veertiggevoel staat het veertig worden, of dat al zijn, centraal. De hoofdpersonen worstelen met de levensvraag ‘is dit het nu?’ Heeft u dit zelf ook zo ervaren?
Niet zo uitgesproken, maar dat kwam omdat ik regelmatig van baan veranderde. Als ik een tijdje bij een krantencombinatie had gewerkt, met dat vaak vlugge, snelle werk, ingegeven door de actualiteit ( dat overigens vrij uitdagend was), dan kreeg ik weer de behoefte om het wat rustiger aan te doen bij een tijdschrift. En na een tijdje lonkten dan toch weer de kranten. Kortom, als ik het gevoel had: ik ben uitgekeken, dan veranderde ik van baan. Toen ik 54 was, ben ik met vaste banen gestopt. Ik heb toen allerlei uiteenlopende bezigheden gedaan, zoals een vaste column in een artsenblad en in een krantencombinatie, spreken op congressen, congressen leiden, in panels zitten, en een paar boeken schrijven. Ik wilde toen wel wat meer vrijheid. Mensen om mij heen hebben wel last gehad van dat veertiggevoel en zijn met veel mitsen en maren van baan veranderd (of bijvoorbeeld voor zichzelf begonnen), een reis gaan maken, of gaan scheiden.
 
Is het veertiggevoel, om die worsteling ook maar even zo te noemen, te vergelijken met een midlifecrisis? En is het wellicht een luxe probleem?
Nee, een luxe probleem is het zeker niet.. Het veertiggevoel is de midlifecrisis. Dante had er al last van ‘midden in het donkere woud’. Het is meer het gevoel dat je al die jaren ‘geleefd’ bent door de eisen van de samenleving (je ouders, scholing, studeren, relatie, werk, zelf kinderen krijgen, etc.). Aan al die eisen wil je dan voldoen, want dat is ook een waardevolle ontwikkeling van jezelf, het hoort bij een groeiende volwassenheid en maakt dat je ‘erbij hoort’. Maar opeens krijg je het gevoel: ik heb al die tijd in een hoge snelheidstrein gezeten, vooral vanaf het moment toen je je ging settelen, en nauwelijks tijd gehad om uit het raam te kijken. Je hebt aan alle eisen voldaan, hoe nu verder voor de komende dertig, veertig jaar? Wordt het niet eens tijd voor heel iets anders, in je huwelijk, in je werk, gewoon: het roer om te gooien?

Over een midlifecrisis heersen nogal veel vooroordelen. Veel mensen denken al snel aan een fase waarin het ‘lang-leve-de-lol-gedrag’ voorop staat en waarin vooral ook relaties sneuvelen. Zijn dit thema’s die u in deze roman heeft verwerkt?
  Ik ken niet alle vooroordelen, het is een verschijnsel dat veel facetten heeft, maar meestal wel de betrokken personen zeer bezig houdt, en niet zozeer in de trant van ‘leve-de-lol’. Want de eerste helft van je leven is voorbij, hoe nu verder? Het wordt korter dag. Als je nog wil veranderen, moet je het nu doen. Een sabbatical jaar nemen, een grote reis maken, je relatie verbreken, als die al een tijd rammelt of samen er aan werken in de vorm van therapie, een andere werkkring. De teller tikt, nu is het moment. Kiezen voor jezelf, ook. Tussen de veertig en de vijftig sta je op een kruispunt in je leven met de vraag: blijf ik rechtdoor gaan, of sla ik af naar links of rechts?

Uw uitgever presenteert het boek als voor twee generaties, natuurlijk voor de veertiger, maar ook voor zijn/haar ouders. Waarom die laatste doelgroep?

Omdat veertigers voor het eerst in de geschiedenis gewenste kinderen zijn die toen, vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw, min of meer gepland konden worden. Het tweekindergezin werd een feit, net als een andere pedagogie, die ook veel meer oog had voor de ontwikkeling van het kind. Kortom de samenleving werd meer kindvriendelijk. Dat betekent in de praktijk dat kinderen een heel andere band hebben met hun ouders. Ze hebben altijd ‘je’ en ‘jij’ tegen ze gezegd, ze mochten ‘er zijn’. Als ze gingen studeren of iets van die aard, kwamen ze in de weekends ook veel meer thuis, naar hotelmama. Ze hadden een zeer verlengde jeugd. De band tussen de veertigers en hun ouders is dan ook nog hecht. Maar in mijn boek is er nog iets anders aan de hand: de botsing tussen de milieus van beide partners. De ouders van Isabelle hebben gestudeerd, haar vader heeft een hoge functie in Den Haag, haar moeder bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De ouders van Willem zijn middelklasse, zijn moeder werkt niet. Dat spanningsveld wordt uitgewerkt, maar ook de levens van de beide, verschillende (groot)ouders van dat moment. Er gebeurt van alles met ze, voorspoed en tegenspoed, en er blijkt ook een groot familiegeheim te zijn, dat zijn weerslag vindt op Isabelle en Willem. Kort samengevat: de interactie tussen de beide generaties is er gewoon, gestimuleerd door de doorgaans vriendschappelijke en open verhoudingen tussen hen. Maar ook door het feit dat ouderen tegenwoordig niet alleen ouder worden, maar ook langer vitaal blijven.

Hoe werkt u als romanschrijver? Heeft u de plot al voor ogen, als u een start maakt met het boek of laat u zich meeslepen door het verhaal en misschien door de personages?

Ik wilde een roman schrijven om na te gaan of ik nog fantasie had. Ik kon mij niet voorstellen dat al die verhalen van: ‘Het komt gewoon’, waar zijn. Ik had niet echt een plot voor ogen, maar wel wat houvast aan een boekje waarin ik af en toe wat opgeschreven had, en herinneringen aan bepaalde mensen, voorvallen, reizen, skivakanties, etc. Maar Isabelle en Willem zijn door mij ‘geschapen’, net als hun kinderen, ouders, vrienden, de problemen van de verschillende generaties. Maar ook de invloed van grote maatschappelijke zaken heb ik meegenomen, zoals: het jaar 2000, nine-eleven, vrouwenemancipatie. De roman omvat ruim 15 jaar van hun levens, overigens zijn er ook terugblikken op de herkomst van de vader van Isabelle, die in Frankrijk is geboren.

Kunt u iets vertellen over de belangrijkste karakters in deze roman?
Karakters worden mede gevormd door de mogelijkheden en onmogelijkheden van de tijdgeest. Isabelle heeft een totaal andere opvoeding gehad dan Willem. Ze is bereisd, in het algemeen optimistisch, heeft Engels gestudeerd. Je zou haar chic kunnen noemen, maar echte chic is een rustige verworvenheid, daar praat je niet over en praal je niet mee… Willem is een echte doener, gespierd, wat kort door de bocht, hij is niet voor niets chirurg geworden. Isabelles vader straalt door zijn Franse afkomst de beheerste rust uit, die ook diplomaten hebben. Isabelles moeder is gewoon een leuk, erudiet mens, die pas later, als ze samen met haar dochter in Londen is, intiemer met haar wordt. Isabelle, maar ook Willem, is zeer op haar ouders gesteld. De ouders van Willem zijn anders, rechts, een beetje van: wat zullen de buren er van zeggen? Willems vader is een heel rechtschapen man, zijn moeder leeft in een beperkt kringetje, en is vooral bezig met netjes zijn en ‘zorg’. Ze snapt niet hoe haar schoondochter werk en moederschap kan combineren. De kinderen van Isabelle en Willem, Julia en Tijn, zijn ook verschillend. We volgen ze tot ze allebei gaan studeren en gaan samenwonen. Het boek begint met een terugblik, als Isabelle alleen gaat skiën, om wat meer tot zichzelf te komen. Ze ontmoet dan de charmante Max, een Duitse econoom en jurist. Hij is daar samen met zijn Amerikaanse vriend, de rustige en integere Robert. Max is aantrekkelijk en grappig, geeft haar zijn volledige aandacht. En tijdens een avondje uit wordt Isabelle, tot haar eigen verbijstering, op slag verliefd op Max en hij op haar. Na een week gaat ieder zijns weg, maar Isabelle voelt zich gebroken. Na haar thuiskomst houdt ze geruime tijd een dagboek bij, dat deel uit maakt van dit boek.

Hoe is het boek te lezen, zuiver als roman of als inspiratiebron voor het beantwoorden van die prangende vraag – ‘is dit het nu?’- 
Naar mijn mening is het toch voornamelijk een roman, al komen er ook momenten in voor die een antwoord geven op de benauwende vraag: is dit het nu? Het antwoord daarop is gekoppeld aan de hoofdpersonen, vriendenkring, en anderen, die op de een of andere manier starten met een nieuwe invulling aan de tweede helft.

Wat mogen we in de toekomst van u verwachten? Kunnen we rekenen op een vervolg voor bijvoorbeeld het vijftiggevoel?

Volgens mij maakt dat als die nieuwe weg is gevonden, niet veel meer uit. Het is echt het veertiggevoel dat bepalend is voor de rest van je (werkzame) leven. En het besluit om te veranderen kun je ook tussen de 45 en 50 nemen. En mijn volgende boek wordt weer non-fictie: ‘De meisjes van de Mariaschool’. Het begin is al gemaakt, de uitgever ongeduldig.

Wat zou u in een paar woorden een worstelende veertiger willen/kunnen adviseren?
Schrik er niet zo van. Mens, durf te leven! En heb de moed je af te vragen: wat zou ik eigenlijk vanaf nu het liefste willen op werkgebied? Of neem een time-out om dat te ontdekken. Afstand nemen helpt ook. En als er relatieproblemen zijn, probeer die eerst te verbeteren. Zoek de oorzaak niet altijd bij de ander, maar ook bij jezelf. Scheiden kan op veel manieren en sommigen slagen er in om de goede herinneringen, die er vanzelfsprekend ook waren, niet te vergeten. Maar één ding is zeker: de jaren die nu gaan komen worden kostbaarder.
En tenslotte waar het allemaal om draaide: ik heb gelukkig nog fantasie!!    



Over de auteur

Marijke Verhoeven

116 volgers
161 boeken
5 favoriet
Auteur


Reacties op: Wordt het niet eens tijd voor heel iets anders?

 

Gerelateerd

Over

Heleen Crul

Heleen Crul

Heleen Crul is wetenschapsjournalist. Ze was jarenlang werkzaam als journalist e...