Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Lezen /

Wordt vervolgd: Nathalie Revard | Ad van de Lisdonk

door Hebban Crew 1 reactie
Begin dit jaar vroegen we tien leden van het Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs of ze een kort verhaal wilden schrijven voor de tiendaagse, maar met één restrictie: het hoofdpersonage en (een deel van) haar achtergrond is een vaststaand gegeven. Sander Verheijen en Soraya Vink bedachten Nathalie Revard. Vandaag lees je het verhaal van Ad van de Lisdonk.


 

‘Laat me los, Roy’ sis ik. ‘Of ik gooi je in de cel wegens stalking. En denk niet dat me dat niet zou lukken. In deze omgeving helpen de buren het gezag nog als dat nodig is, en ik ben het gezag hier.’

Roy kijkt om zich heen. Diverse mannen staan op vanachter hun tafeltjes en komen onze kant oplopen met een dreigende blik in hun ogen.

Hij laat mijn arm los.

‘Ga alsjeblieft zitten, Naad,’ zegt hij zacht maar dwingend. ‘Ik heb dat niet gezegd. Dat stond in de mail. Ik weet hoe het zit. Daarom ben ik ook hier. Maar je hebt grote problemen, en je moet nu echt gaan zitten.’

Iets in zijn stem en zijn houding maakt dat ik doe wat hij zegt. Ik kijk de hulptroepen zo vriendelijk en dankbaar mogelijk aan. ‘Hij zal zich verder rustig houden, jongens. Dank jullie wel voor de hulp.’

Teleurgesteld gebrom. Niks leukers natuurlijk dan een gezellig kroeggevecht op de vrijdagavond. Misschien dat ze op de avond nog aan de slag kunnen, als Roy op dezelfde manier door blijft gaan, maar voor nu druipt iedereen weer gedwee af naar zijn eigen tafeltje.

‘Goed,’ zegt Roy. ‘Waar waren we gebleven? O, ja. Volgens jouw vriend moest je plotsklaps verhuizen naar hier omdat de luitenant die Janus in deze regio had aangesteld plotsklaps is verdwenen. Gevalletje afrekening. Volgens jouw oude tipgever was je hier nuttiger voor Janus dan undercover bij ons team in Amsterdam.’

‘Dus ik werk voor Janus?’

Roy knikt. ‘Blijkbaar…’

Janus, de grote, ongrijpbare baas van het machtigste misdaadkartel in West-Europa, opereert volgens mijn tipgever dus ook vanuit de provincie. Ik geloof het onmiddellijk. Zijn tips waren tot op heden altijd betrouwbaar. Bovendien is het logisch. Er is hier nauwelijks politie en het barst van de afgelegen plekken. Dat de anonieme tipgever die mij jarenlang heeft geholpen zaken op te lossen toen ik nog deel uitmaakte van het Janus-team van de afdeling Zware Criminaliteit in Amsterdam mij nu heeft aangewezen als een van de bendeleden van Janus slaat echter helemaal nergens op.

Ik begrijp direct welke “grote problemen” ik volgens Roy heb. We maken al jaren jacht op het misdadige meesterbrein waar geen foto’s van bestaan maar hij weet ons steeds een stap voor te blijven. Het kan niet anders of hij moet mensen binnen justitie en het OM hebben zitten. Sterker nog: de enige successen die we in de strijd tegen Janus hebben geboekt, kwamen door mijn tipgever. Als die mij als mol aanwijst is “grote problemen” een understatement. In de #MeToo-tijd, waarin een beschuldiging voldoende is om iemand zonder vorm van proces te veroordelen, lijkt dit me genoeg om levenslang achter de tralies te verdwijnen.

‘Dat, dat is onzinnig,’ stamel ik.

‘We zullen zien.’ Roy haalt een smartphone uit zijn zak, selecteert een app en legt hem tussen ons op de tafel.

We zien een groen videobeeld; duidelijk een nachtkijker. ‘Waar zitten we naar te kijken?’ vraag ik. Dan slaat mijn hart een slag over. Ik herken mijn eigen dijkhuisje. Iemand staat achter mijn schuur mijn huis te filmen.

‘Roy, wat gebeurt hier allemaal?’

‘Volgens jouw tipgever wordt er zo dadelijk in jouw schuur een lading wapens afgeleverd. Jij zit hier zodat je kunt ontkennen dat je er iets mee te maken hebt. Wat je ziet is de live feed van de nachtkijker van ons team.’

Ik word licht in mijn hoofd. Geschokt kijk ik hem aan. ‘Waarom heb je me niet gearresteerd als jullie echt denken dat ik wat met Janus te maken heb?’

‘Dat wilden de jongens ook. Ik heb dat tegengehouden. Ik weet dat je geen mol bent omdat ik dat zeker zou hebben ontdekt tijdens onze relatie.’

Dank God voor deze arrogante eikel!

‘Laat die jongens allemaal het zuur krijgen,’ grom ik. Dat konden ze wat mij betreft toch al wel als ik terugdenk aan hoe niemand van het Janus-team er voor me was toen het uitging met Roy.

‘En nu?’

‘Nu gaan we samen tv kijken,’ zegt Roy rustig. ‘Als het een saaie tv-avond wordt, krijg ik zo de woede van Sara over me heen, waarna ik zogenaamd als een geslagen hond weer naar de hoofdstad afdruip en niemand in deze regio ooit iets zal horen van de verdenkingen tegen jou. Ik vond dat ik je dat wel schuldig was na onze, eh, scheiding.’

‘En als het een spannende tv-avond wordt?’

‘Dan gaan jij en Sara met me mee naar Amsterdam. Jij in de boeien. Draag je een wapen?’

Verdoofd schud ik mijn hoofd.

‘Probleem als ik dat controleer?’

Weer schud ik mijn hoofd. Zijn vingers voelen onder mijn jasje en wrijven over ribben en mijn onderrug tot hij tevreden is.

‘We hebben beweging,’ klinkt het door de telefoon.

Mijn hart staat stil. Beweging? Hoezo beweging? Ik verwacht niemand.

‘Vrachtwagen. Rijdt achteruit het erf op.’

Ik kijk Roy met grote paniekogen aan. Ik weet zeker dat ik lijkbleek moet zien. Hij houdt me nog altijd scherp in de gaten.

‘Ze stoppen. Ze stappen uit. We gaan er op af,’ klinkt de stem. Even later het welbekende ‘Halt! Politie!’

De derde wereldoorlog breekt plotsklaps uit in mijn achtertuin. Er wordt van alle kanten geschoten. Ik hoor de leden van het Janus-team door elkaar vloeken en schreeuwen dat het een hinderlaag is. Dan is het akelig stil.

Roy is nu net zo bleek als ik.

Tien seconden eeuwigheid later verschijnt een met een janusmasker onherkenbaar gemaakt gezicht in beeld. Het kijkt recht in de camera. ‘Deze schoften hadden je niet uit Amsterdam moeten wegjagen, Nathalie. Dit is payback voor jou en Sara.’

Het scherm slaat op zwart.

Ik zie Roys kaakspieren golven. Hij is zojuist zijn hele team kwijtgeraakt. Ik heb geen idee waarom, maar het heeft iets met mij te maken. Het lijkt me het beste maar even heel stil te blijven zitten. Ik ben serieus bang voor waar hij op dit moment toe in staat is.

‘Ga staan en doe je handen achter je rug,’ zegt hij hees. Hij heeft een kille blik in zijn ogen.

‘Roy, je denkt toch niet werkelijk dat ik daar iets mee te maken heb?’

Is dat rare, hoge piepgeluid mijn stem?

‘Staan!’ snauwt hij.

Bibberend doe ik wat hij zegt.

Ook Roy gaat staan en haalt zijn handboeien tevoorschijn. ‘Nathalie Revard, je bent gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid aan de moord op meerdere politieagenten en deelname aan een criminele organisatie. Je hebt het recht om te zwijgen. Ik adviseer je om van dat recht gebruik te maken tot je een advocaat hebt gesproken.’

‘Mam? Roy? Mijn god wat zijn jullie aan het doen?’

We draaien ons tegelijk om. Sara staat ons met grote paniekogen aan te kijken.

‘Het is een misverstand, schatje. We moeten even mee met Roy. Alles zal worden opgehelderd maar je moet nu rustig meegaan, oké?’ Ik krijg de woorden nauwelijks uit mijn strot.

De hele bar staart ons na als ik naar buiten word gevoerd.

We lopen naar Roys auto, die een stukje verderop geparkeerd staat. Sara dribbelt zenuwachtig naast me.

‘Dat je me zo he…’

Roys hoofd explodeert in een wolk bloed, hersenweefsel en botfragmentjes.

Sara en ik staan nog te gillen als er een man met een janusmasker achter me opduikt. Hij opent mijn boeien en is verdwenen voor ik er erg in heb.

‘Mam,’ huilt Sara. ‘Wat gebeurt er allemaal?’

‘Ik weet het niet, liefje,’ huil ik terug.

‘Wat moeten we nu doen?’

Ik dwing mezelf rustig te worden. Dat is een goed vraag. Wat moeten we nu doen? Niemand zal geloven wat er vanavond is gebeurd. Helemaal niemand. Wat moeten de doen? Koortsachtig denk ik na. We kunnen maar één ding doen, en dat is vluchten. Onderduiken tot ik heb uitgevonden wie me dit aandoet.

‘We moeten rennen, liefje!’

Ad van de Lisdonk (1964) schreef in zijn jeugd al vele korte verhalen en publiceerde zijn eerste in 1989. Overmoedig door de positieve feedback stuurde hij het ook naar de Nederlandse Playboy, die de tekst niet plaatste. De afwijzing is voor Van de Lisdonk een herinnering om niet te snel te denken dat iets goed genoeg is voor publicatie. Na zijn rechtenstudie richtte hij een aantal succesvolle IT-bedrijven op, waardoor het schrijven van fictie enigszins op een zijspoor kwam te staan. Wel schreef hij meer dan honderd juridische en technische artikelen, en ook enkele technische boeken.

Maar zijn hart bleek toch bij het schrijven van fictie te liggen. Vanaf 2010 reserveerde hij elke week tijd voor het schrijven van een thriller over een geheim genootschap van militante vrouwen. Het manuscript bood hij in 2011 aan op de crowdfunding website TenPages.com. Binnen drie weken kreeg hij de beschikbare aandelen en in 2013 verscheen bij De Crime Compagnie het resultaat, Het Amazoneverbond, dat het eerste deel was van een trilogie. 

 

 

 



Over de auteur

Hebban Crew

2596 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: Wordt vervolgd: Nathalie Revard | Ad van de Lisdonk

 

Over

Ad van de Lisdonk

Ad van de Lisdonk

De Nederlandse auteur Ad van de Lisdonk (1964) schreef in zijn jeugd al vele kor...

Hebban Spots

Korte verhalen 2019

28 volgers

Wil je je eigen schrijfskills aanwenden en je creativiteit loslaten op een kort verhaal, laat Nathalie sprankelen in een door jou verzonnen avontuur van maximaal 2000 woorden! Op deze spot zullen we...