Meer dan 5,8 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Lezen /

Wordt vervolgd: Nathalie Revard | Mariska Overman

door Hebban Crew 4 reacties
Begin dit jaar vroegen we tien leden van het Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs of ze een kort verhaal wilden schrijven voor de tiendaagse, maar met één restrictie: het hoofdpersonage en (een deel van) haar achtergrond is een vaststaand gegeven. Sander Verheijen en Soraya Vink bedachten Nathalie Revard. Vandaag lees je het verhaal van Mariska Overman.


 

Een uur eerder

De waarheid lag soms zo voor de hand dat hij niet gezien werd. Sara moest vermoedens hebben gehad. Bij Nathalie stroomden de tranen over haar wangen. Zo voelde dat dus. Een hart van iemand breken. Al die jaren dat Sara bij haar vader woonde, had Nathalie zichzelf voor de gek gehouden: zo diep ging haar band met Sara nu eenmaal niet. Sara was vooral een papa’s kindje. En dat was prima geweest. Ze reikte uit naar Sara, die terugdeinsde.

‘Je liegt! Opa zou dat nooit doen! Ik geloof je niet!’

‘Opa is niet wie jij denkt. Hij zit niet voor niets opgesloten.’

‘Dat weet ik ook wel, maar hij zou papa nooit iets aandoen! Dat kan niet!’ Sara’s stem sloeg over. ‘Hij heeft hem niet laten vermoorden!’ Snot bungelde aan Sara’s neus. Ze veegde het met de rug van haar hand weg. ‘Dat kan niet. Het kan niet…’

‘Dat heeft hij wel. Het spijt me, echt,’ mompelde Nathalie. 

Nu

Sirenes en geroezemoes. Meer hoort ze niet. Nathalie zit op de brancard, haar voeten bungelen heen en weer. Voor haar staat een forensisch rechercheur met het moordwapen in een bewijszak in handen. Het is absurd en ironisch, denkt Nathalie. Een grap van God. Als ze zich niet zo verdomde verscheurd zou voelen nu, zou ze erom lachen. 

Een half uur eerder

De rij voor de balie bij de bank was verrassend lang. Ongeduldig wipte ze van haar ene been op haar andere. Ze ging het doen. Ze was op weg om haar eigen vader te belasteren, voor zover dat nog mogelijk was. Ze zou hem vastnagelen aan het kruis tot zijn laatste ademtocht. Eindelijk zou er misschien een antwoord komen op de vraag wie haar ex, Sara’s vader, had vermoord. En vooral: in wiens opdracht. Ze wíst dat het haar vader was geweest. Iedereen wist het. Maar weten was niet genoeg, er was bewijs nodig. En dat had ze nu letterlijk in haar tas. Al die tijd had het verstopt gezeten onder de wielkast van de Porsche, geladen en al. De Porsche die ooit van haar vader was. Bij toeval ontdekt door een automonteur bij de APK. Een Glock 17 L, hetzelfde wapen waarmee haar ex omgebracht was. Een wapen dat niet meer gemaakt werd. Als er vingerafdrukken op zaten die naar een handlanger van haar vader zou leiden, kwam een veroordeling een grote stap dichterbij. Zodra ze hier klaar was, zou ze ermee naar het bureau gaan. Ze moest dit doen. Voor Sara’s vader, de man waar ze ooit zielsveel van hield. Voor zichzelf als rechercheur. Voor zichzelf als dochter van een maffioso die haar hele leven haar stinkende best had gedaan die afkomst van zich af te schudden. Voor Sara, in de hoop dat zij een minder belast leven als het hare hoefde te leven. Al was dat mogelijk een leven zonder elkaar.

Ze keek opzij naar Sara, die met haar neus in haar mobiel gedoken zat. De hele weg had ze Nathalie genegeerd. Misschien moest Sara weer weg van hier, weg van háár. Terug naar Amsterdam. Ze kon bij iemand anders wonen. Samen werkte het gewoonweg niet. Misschien was ze een betere moeder als ze haar losliet. Misschien had ze daarstraks niets moeten zeggen. Wie had ze eigenlijk geholpen door de waarheid te vertellen?

Nu

‘Gaat het, Lie?’ Een collega-rechercheur kijkt haar bezorgd aan. Verderop verdringen journalisten zich achter het afzetlint. O god, denkt Nathalie, die wil ik niet onder ogen komen.

‘We escorteren je er wel langs,’ zegt de collega, die haar blik volgt. ‘Denk je dat je al een eerste verklaring kunt afgeven?’ Ze legt behoedzaam een hand op Nathalie‘s schouder.

Ze knikt. Dat kan ze wel. Ze knijpt haar ogen dicht. Ze ziet alleen maar bloed. Waar ze ook kijkt. Bloed. En ze begint onbedaarlijk te huilen.

Twintig minuten eerder

‘DIT IS EEN OVERVAL!’ De stem klonk schor maar duidelijk.

Nathalie draaide zich abrupt om. Een man met een bivakmuts stond in de ingang van de bank, hij hield een pistool gericht op de rij mensen. Heel even moest ze de neiging om in lachen uit te barsten onderdrukken. Wat een grap. Jarenlang op Zware Criminaliteit werken in Amsterdam, nooit een overval aan den lijve meegemaakt, en dan uitgerekend in dit stadje in een bankoverval belanden. Alsof ze in een film van de Coen Brothers zat. Tot ze de paniek op het gezicht van Sara zag. Er viel helemaal niets te lachen.

‘IEDEREEN LIGGEN!’ schreeuwde de man.

In een oogwenk lagen alle aanwezigen op de grond. Een klein jongetje begon te huilen, de moeder drukte hem dicht tegen zich aan, en hield een hand voor zijn ogen.

Vanaf de grond hield Nathalie de man oogluikend in de gaten. Haar hart bonkte razendsnel tegen haar ribbenkast. Shit. Haar dienstwapen lag thuis in de kluis. De overvaller zette inmiddels zijn pistool op de slaap van een bankmedewerker, die huilend en stotterend iets wist uit te brengen over een tijdslot en de onmogelijkheid om cash geld te pakken.

Nathalie realiseerde zich dat dit snel fout kon gaan. Op het moment dat de overvaller zich zou gaan realiseren dat hij een fout had gemaakt, raakte hij mogelijk in paniek. Dat combineerde slecht met een wapen.

Naast haar had Sara haar ogen stijf dicht, haar lijf trilde. Nathalie legde haar hand op haar arm. ‘Ik ben er,’ fluisterde ze. ‘Het komt goed.’ Ze had geen idee hoe het goed moest komen. Maar het moest.

Het jongetje huilde steeds harder, ondanks de pogingen van de moeder hem te sussen. De overvaller schreeuwde naar hem, zonder resultaat. Zijn blik vloog over de klanten die op de grond verspreid lagen. Buiten klonken sirenes. De overvaller leek even te aarzelen, en stapte tot Nathalie‘s ontsteltenis in hun richting. Hij trok Sara ruw aan haar arm omhoog en klemde haar tegen zich aan, het pistool drukte hij tegen haar slaap. ‘Als iemand iets probeert, gaat ze eraan!’

Nathalie’s gedachten tuimelden over elkaar heen. Geen dienstwapen. Maar wel de Glock in haar tas. Geladen. Bewijsmateriaal. Het wapen dat haar ex doodde. De enige mogelijke kans op genoegdoening, op rust in haar hoofd. Sara. Haar dochter. Het meisje dat nu dacht dat ze misschien dood zou gaan, omdat ze op de verkeerde plek op het verkeerde moment was. Het meisje dat met haar moeder naar een godvergeten bank ging om een nieuwe rekening te openen. Het meisje dat hier net voor deze achterlijke overval plaatsvond weer weg had kunnen zijn, als ze vanwege die stomme ruzie niet later van huis waren vertrokken. Als zíj niet per se de waarheid had willen vertellen.

Nathalie keek haar dochter in de ogen. Doodsangst. Er was geen keuze. Er was maar één optie mogelijk. En dit ging goed, of fout. Sara bleef leven, of niet. 

Nu

Nathalie stapt in haar Porsche nadat ze een korte verklaring heeft afgelegd en de sporen aan haar handen zijn veiliggesteld. Bij het ziekenhuis pikt ze Sara op. Sterke Sara, die nadat ze medisch onderzocht is, en zich opgefrist heeft, naar huis wil. Haar gezicht is bleek. Het gaat voor de rest van haar leven op haar netvlies staan, hoe binnen centimeters van haar gezicht een hoofd deels explodeerde door de inslag van een kogel uit een oude Glock 17 L, realiseert Nathalie zich. Dat haar haren vol zaten met hersenweefsel en botfragmenten, gaat ze nooit vergeten. De komende weken en maanden, iedere keer als ze haar haren kamt, zal dat beeld zich opdringen.

Nathalie voelt zich beroerd. Dit gaat Sara haar kwalijk nemen, ook al is het niet haar fout. Het gaat goed, Sara leeft, de overvaller is dood, en tegelijkertijd gaat alles fout. Haar vingers klemmen zich pijnlijk stevig om het stuur.

‘Je koos voor mij,’ zegt Sara zodra ze zit en haar gordel om heeft. Ze fluistert bijna.

‘Wat zeg je?’ Nathalie denkt dat ze het niet goed hoort.

‘Je koos voor mij. Je hebt mijn leven gered. En daarmee ben je jouw enige mogelijke bewijsstuk kwijtgeraakt.’

Nathalie slikt. Ja. Haar vingerafdrukken zitten nu op de Glock, de kans dat er nog bruikbare afdrukken zijn achtergebleven waar ze iets aan heeft, is miniem. Ze heeft Sara’s leven gered, en daarmee haar eigen hoop vernietigd. ‘Dank je wel,’ zegt Sara, nu iets harder.

Nathalie knikt. ‘Graag gedaan.’

‘Mag ik dan nu geld voor de supermarkt?’ vraagt Sara. Een grimas verschijnt op haar gezicht.

Nathalie’s greep om het stuur ontspant, ze glimlacht. ‘Ja hoor. Dat mag.’

Mariska Overman is eigenaar van een bureau dat de dood bespreekbaar maakt. Ze schrijft als columnist voor verschillende websites over rouw en dood.
In Mariska heeft altijd de wens gezeten ooit een eigen boek te schrijven. Dat werd Hoofdzaak, een thriller, die in 2017 is verschenen. Ze schreef het in drie maanden tijd. Nadat ze op een vrijdag het manuscript naar de Crime Compagnie had verstuurd, volgde op maandag een uiterst positieve reactie van de uitgever. Na vijf maanden lag het boek in de winkel. Onlangs verscheen haar derde thriller Verdoemd met seriepersonage Isabal Dieudonné in de hoofdrol.

 



Over de auteur

Hebban Crew

2575 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: Wordt vervolgd: Nathalie Revard | Mariska Overman

 

Over

Mariska Overman

Mariska Overman

Mariska Overman is schrijfster. In februari 2024 verscheen bij uitgeverij Kluitm...

Hebban Spots

Korte verhalen 2019

28 volgers

Wil je je eigen schrijfskills aanwenden en je creativiteit loslaten op een kort verhaal, laat Nathalie sprankelen in een door jou verzonnen avontuur van maximaal 2000 woorden! Op deze spot zullen we...