7 x boeken in de bergen
De acht bergen
Natuurlijk mag de Italiaanse auteur Paolo Cognetti (1978) niet ontbreken in deze lijst. Hij breekt in 2017 internationaal door met zijn roman Le otto montagne (2016), vertaald als De acht bergen. Het boek won de prestigieuze Premio Strega en werd een groot succes met meer dan dertig vertalingen.
Het verhaal speelt zich af in de bergen van Noord-Italië, een gebied waarmee Cognetti zelf meer dan bekend is. Pietro, een stadsjongen uit Milaan, brengt elke zomer door in het bergachtige gebied en sluit er een onverwoestbare vriendschap met dorpsjongen Bruno.
‘De acht bergen is een schitterende roman over twee mannen die proberen om iets van het leven te maken. Ieder op zijn eigen manier. Het contrast in de wijze waarop Pietro en Bruno hier invulling aan geven is interessant en inspirerend. Maar het allermooist aan deze roman zijn Cognetti’s beschrijvingen van het Italiaanse berglandschap: werkelijk adembenemend mooi,’ schrijft recensent Doortje over De acht bergen.
De buitenjongen
Vanwege de recessie en een persoonlijke crisis door het overlijden van zijn vader besluit Paolo Cognetti op zijn dertigste het stadsleven vaarwel te zeggen en terug te keren naar de bergen van zijn jeugd. Cognetti heeft al een roman op zijn naam staan als hij over die periode twee boeken schrijft: het autobiografische Il ragazzo selvatico (2013) en het eerder genoemde Le otto montagne.
Die eerste autobiografische roman van Cognetti werd na het succes van De acht bergen in 2018 vertaald als De buitenjongen. De hoofdpersoon, een eenzame man van in de dertig, besluit een hut te huren op tweeduizend meter hoogte en een paar maanden lang te leven op een manier waar hij vroeger stiekem van droomde: zielsalleen, omringd door wat dieren en zijn favoriete boeken. Wekenlang ziet hij niemand, tot er ineens toch een gestalte opdoemt.
Meer nog dan in De acht bergen is er aandacht voor het bergachtige gebied. ‘Geen reisgids maakt overtuigender reclame voor deze streek dan dit boek,’ oordeelde recensent Marvin eerder.
‘In De buitenjongen is veeleer sprake van liefde, maar dan van één man voor de natuur rondom hem. Het hoofdpersonage zoekt innerlijke rust door drie seizoenen in deze streek mee te maken: een oorspronkelijk nog koude en besneeuwde lente waarin de natuur langzaamaan ontluikt, een zomer die een pak drukker is omdat er een vakantiegebied vlakbij gelegen is, en een herfst waarin de natuur zich opnieuw klaarmaakt voor een volgende eenzame periode.’
De grote angst in de bergen
De grote angst in de bergen is een roman uit 1926, dat geldt als het meesterwerk van de Zwitserse schrijver Charles-Ferdinand Ramuz (1878–1947), maar nog niet eerder werd vertaald naar het Nederlands. Zijn werk is in het Nederlands taalgebied dan ook nog relatief onbekend, terwijl in zijn tijd over zijn vernieuwende taalgebruik uitvoerige debatten werden gevoerd in de literaire wereld en de auteur nu afgebeeld is op een van de Zwitserse geldbiljetten.
De roman verhaalt over een groep herders, die hun koeien van het dorp voor de zomermaanden een braakliggende alpenweide leidt. Het is een gebied vlak onder een gletsjer, waar zich twintig jaar eerder vreemde ongelukken hebben voorgedaan. Volgens de oudere dorspbewoners is die weide vervloekt. Als de koeien besmet raken met de ‘ziekte’, worden vee en herders in quarantaine geplaatst. De bange, bijgelovige, van de buitenwereld afgezonderde herders verliezen gaandeweg hun menselijkheid. Dan slaat alles om – de grote angst grijpt om zich heen.
‘Dat komt ervan, voorzitter, als je je wilt meten met wat sterker is dan jij… En ze kunnen gemeen zijn, als ze zich ermee bemoeien.’ Waarmee hij kennelijk de bergen bedoelde: ‘Er zijn plaatsen die ze voor zichzelf willen houden, er zijn plaatsen waar ze geen indringers dulden…’
Fragment uit De angst in de bergen
Tussen twee werelden
Ook uit Italië afkomstig is Franco Faggiani, die als journalist en verslaggever werkt, debuteerde als fictieschrijver met de roman Tussen twee werelden. Zijn hoofdpersoon, de vijftigjarige Leo, deelt het beroep met de schrijver, net als een voorliefde voor bergwandelingen. Als Leo zijn vrouw verliest en een pleegzoon met Asperger onder zijn hoede neemt, besluit hij van Turijn naar de Piëmontese Alpen te verhuizen. Daar leven ze in hun eigen tempo, ver weg van de stad. En juist in de eenzaamheid van de bergen ontwikkelen ze hun eigen, eenvoudige en oprechte leven.
‘Eindelijk heb ik een boek heb gevonden waarin een van de hoofdpersonen een vorm van autisme heeft, zonder dat het humoristisch wordt weggezet,’ aldus Hebban Leesclubdeelnemer Annabel. ‘Het verhaal is mooi geschreven, geeft de kwetsbaarheden van de hoofdpersonages prachtig weer en leert eigenlijk dat door het maken van bepaalde keuzes iemand met autisme een prettiger leven kan krijgen - en ook kan uitblinken in zijn kwaliteiten. En tegelijkertijd dat communicatie met iemand met autisme wat oefening of aanpassing vereist. Juist ook van de omgeving. De auteur is hier voortreffelijk in geslaagd.’
Over bergen heen
De verwoestende kracht van de bergen komt tot uiting in The Mountain Between Us van Charles Martin, vertaald als Over bergen heen en in 2017 succesvol verfilmd met Kate Winslet en Idris Elba in de hoofdrollen.
Een man en een vrouw, twee vreemden voor elkaar, vliegen samen met een klein vliegtuigje over de Rocky Mountains: hij is chirurg, zij is schrijfster en staat op het punt te trouwen. Als de piloot een hartaanval krijgt, storten ze neer in de besneeuwde bergen. Ashley raakt door de crash zwaargewond aan haar been. Ben komt er met een paar gekneusde ribben goed van af. Maar hulp blijft uit. Een onmogelijke tocht door de bergen begint, met pijn, onbeschrijflijke kou en zonder eten of drinken.
In geen velden of wegen
In de roman In geen velden of wegen van de Zwitserse schrijver Peter Stamm zijn de bergen de niet bewust gekozen bestemming van de hoofdpersoon. Hij en zijn gezin zijn net terug van vakantie als Thomas opstaat en simpelweg zijn gezin verlaat. Hij loopt de straat uit en loopt verder, tot hij de Zwitserse Alpen bereikt. Astrid, zijn vrouw, vraagt zich eerst af waar hij naartoe gegaan is, daarna wanneer hij weer terugkomt en uiteindelijk of hij nog leeft als de politie haar vertelt dat Thomas vermoedelijk is omgekomen in de bergen. Peter Stamm is een voormalig boekhouder die een studie psychologie begon vanuit zijn wens om literatuur te schrijven en zijn personages te kunnen doorgronden. Dat is gelukt, schrijft Fenna Kortooms in haar recensie op 8Weekly:
‘De beschrijvingen van Stamm zijn intrigerend en laten je opgaan in het landschap. Je ruikt het natte gras, je hoort het water van de beken stromen en de muggen zoemen. De kou van de vroeg opzettende winter in de bergen trekt in je huid en de drang die Thomas moet voelen kruipt in je hoofd. […] In geen velden of wegen is een literair hoogstaand staaltje menselijke psychologie.’
Heimweeland
Op deze laatste roman in deze tiplijst is het nog even wachten: Heimweeland verschijnt in juli. De Duitse schrijfster Kati Naumann plaatst haar verhaal midden in het Thüringer Woud, een middelgebergte in het midden van haar thuisland dat onderdeel was van het niemandsland tussen de twee Duitslanden, waar bezit na de oorlog werd onteigend en bewoners verplaatst.
Het personage Milla zoekt in het verhaal van Heimweeland via geotracking naar verloren plaatsen. Midden in het Thüringer Woud stuit ze op een overwoekerd hotel, ooit eigendom van de familie Dressels. Als die na de val van de Muur terug wil keren naar haar geboortegrond, blijkt de DDR het hotel en zijn bewoners allang vergeten te zijn. Behalve door Milla, die in het hotel een schriftje van een jong meisje vindt.
Welke romans waarin bergen een hoofdrol opeisen raad jij aan?