Zo zondag #16: Jeroen Windmeijer
Gastcolumn door Jeroen Windmeijer
‘Vind je het gek dat jullie oogsten jaar in, jaar uit mislukken,’ schreeuwde de priester tegen mijn gastouders, en in zekere zin tegen mij. Vierentwintig jaar oud was ik, een half leven geleden inmiddels, en student culturele antropologie tijdens mijn veldwerk op de Boliviaanse hoogvlakte. ‘Jullie aanbidden de duivel, dát is waarom ze mislukken. Jullie wandelen in de duisternis in plaats van in het licht,’ ging priester verder – een Italiaanse geestelijke die een opgekropte frustratie van veertig jaar de vrije loop liet… Frustratie omdat het ook hem niet gelukt was om na al die tijd het indiaanse bijgeloof in Moeder Aarde, in berg- en luchtgeesten, in beschermgoden van plant en dier, uit te roeien. Ik stond tussen mijn gastouders in, Aymara-indianen die nauwelijks tot mijn schouder kwamen, hun hoofden deemoedig gebogen, hij met een honkbalpetje, zij met de karakteristieke bolhoed in de hand. Een hand hield ik, zo goed en zo kwaad als het ging, beschermend over het oor van het kind dat ik op mijn armen droeg. Het zou gedoopt worden vandaag en ik had de eer als peetvader op te treden.
Zes maanden woonde ik er, in een piepklein dorpje waarvan de huizen opgetrokken waren uit dezelfde aarde als waarop de indianen hun voedsel verbouwden, aan de oevers van het Titicacameer, op 4.000 meter hoogte. Het katholieke geloof had er weliswaar wortel geschoten, maar de aarde waarin het stond was nog altijd indiaans, dat wil zeggen, Moeder Aarde, Pacha Mama, maar door de Aymara’s even gemakkelijk ‘Maria’ genoemd, het liep allemaal door elkaar heen. Als ze gingen ploegen, vroegen ze de aarde om vergeving omdat ze haar gingen verwonden met hun ploegscharen. Ze maakten een kuiltje en begroeven snoepjes, sigaretten, cocablaadjes en plengden alcohol… Dan zeiden ze: we gaan goed voor je zorgen Pacha Mama, we gaan goed voor je zorgen Maria, we doen het samen. Wil je ons dan mooie aardappeltjes geven, zorg jij dan dat de maïs mooie volle kolven krijgt, dat de aren buigen omdat ze topzwaar zijn van het koren? Voor hen was landbouw bedrijven: Moeder Aarde helpen baren, de boer als vroedvrouw…
Maar daar had de priester geen enkele boodschap aan. En ik, ik stond in dubio… Twee jaar eerder was ik bekeerd geraakt tot het christendom. Ik had mezelf opnieuw laten dopen in de baptistengemeente in Leiden, in een bassin dat speciaal voor de gelegenheid in de kerk opgesteld was. Ik ging langs studentenhuizen om het goede nieuws te verspreiden… En nu stond ik hier, in de kleine kerk op die Boliviaanse hoogvlakte, naast die diep-religieuze gastouders voor wie er geen scheidslijn was tussen het profane en het sacrale, mensen die als vanzelfsprekend onderhandelden met de natuur, met de wereld om zich heen, omdat ze voor hun overleven direct afhankelijk waren van wat de aarde hen schonk.
En nu stond ik hier, in de kleine kerk op die Boliviaanse hoogvlakte, naast die diep-religieuze gastouders voor wie er geen scheidslijn was tussen het profane en het sacrale, mensen die als vanzelfsprekend onderhandelden met de natuur, met de wereld om zich heen, omdat ze voor hun overleven direct afhankelijk waren van wat de aarde hen schonk.
Na hun belofte of nooit en te nimmer meer een offer te brengen aan Moeder Aarde voltooide de priester de doopceremonie, zonder veel vreugde. Eenmaal buiten kocht de vader twee grote flessen bier waarvan hij een deel aan de aarde schonk, om ook haar zegen te vragen over dit kind.
Ik lachte en we dronken het bier.
Nu jaren later, zoals gezegd, een half mensenleven verder, denk ik nog vaak aan dit incident. Hoewel ik al lang afscheid genomen heb van de kerk, heb ik een fascinatie overgehouden voor de figuur van Jezus en voor het vroege christendom. Ik ben (een niet-gelovige) leraar godsdienst geworden en lees alles wat los en vast zit over dit onderwerp, zowel fictie als non-fictie – hoewel volgens mijn vrouw alles over Jezus per definitie tot de fictie gerekend moet worden. En ik las zoveel religieuze thrillers dat ik op een gegeven moment dacht: dat kan ik ook schrijven. Maar dan niet een verhaal in Rome, Florence, Jeruzalem of Parijs, maar nu eens in ons eigen Nederland, in Leiden. En ik schreef een boek “De bekentenissen van Petrus” dat twee jaar geleden verscheen. Vorige week verscheen bij HarperCollins het tweede boek “Het Pauluslabyrint” dat binnen een week vanuit het niets op 31 binnenkwam in de top 60 best verkochte boeken van Nederland. Na twee weken is al besloten een herdruk op te leggen, ze vliegen letterlijk met duizenden de winkel uit.
Ik ben een leraar die daarnaast schrijft, maar op een dag hoop ik een schrijver te zijn die daarnaast lesgeeft. En die ooit het verhaal van al die jaren terug, toen ik voor die boze priester stond met die twee aardige mensen, in een roman kan gieten om voor hen een klein monumentje op te richten.
Jeroen Windmeijer (1969) debuteerde in 2015 succesvol met De bekentenissen van Petrus, een thriller waarin Romeinse en bijbelse geschiedenis verweven worden met de geschiedenis van zijn woonplaats Leiden. Windmeijer is leraar godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school. Onlangs verscheen zijn tweede thriller 'Het Pauluslabyrint' bij uitgeverij HarperCollins Holland.
Eerdere afleveringen
Auke Hulst | Steven de Jong | Eva Kelder | Frieda Mulisch | Marijn Sikken | Henk van Straten | Robert Welagen