Zo Zondag #33: Nathan Vos
Er is iets mis en we zien het niet.
Je zou kunnen zeggen dat ik het boek Man O Man liever niet had willen schrijven. Als ik het had kunnen ruilen tegen mijn broertje David, had ik het gedaan. Maar dat kan natuurlijk niet.
David is er niet meer. Hij heeft het zelf gedaan, maar het was niet zijn keuze. Hij was ziek. Heel kort, heel snel, heel erg. Wat er aan vooraf ging, in zijn hoofd, zullen we nooit meer kunnen weten, maar er moet daar iets heel erg zijn mis gegaan. Zijn pijn doet mij pijn, nog steeds. En de gevolgen doen iedereen pijn. Vooral zijn jonge gezin.
Je kan je voorstellen hoe zoiets er in hakt. Je kan je misschien slecht voorstellen hoe je van zoiets slechts toch iets goeds maakt. Maar dat is wel wat ik heb geprobeerd. Want een paar maanden na Davids dood ging ik - toen ik dat weer kon - om me heen kijken. En zag meer mannen zoals mijn broertje, en zoals mezelf. Mannen die bleven volhouden dat het prima ging, terwijl het helemaal niet zo prima ging. Mopperige mannen, mannen in de problemen, boze mannen, verdrietige mannen.
Ik keek weer eens op een scherm. En zag de cijfers. Sjonge. Zoveel zelfdodingen per jaar. Tussen de 1800 en 1900. Ruim 1250 daarvan: mannen. Vooral tussen de 40 en 60 jaar oud. Het viel me op dat het niemand opviel. Ik vond het nieuws dat het geen nieuws was. Ach ja, mannen. Naast de wetenschap dat mannen vier jaar eerder sterven dan vrouwen, dat junks/alcoholisten/zwervers/delinquenten/gevangenen in overgrote meerderheid man zijn. En dat het vrouwen zijn die hulp vragen, die we zien bij de psycholoog, de huisarts, bij elkaar op de thee. En dat twee keer zo veel vrouwen dan mannen depressief schijnen te zijn.
Wat je er ook van vindt: de cijfers behoeven uitleg. Er is iets mis en we zien het niet.
Ik ging dat onderzoeken. In de wetenschap, literatuur, op straat, in de kunst, bij mezelf en bij 11 weduwes van zelfdoders. Mannen met een vrouw en een baan en een huis en lieve kindjes. Mannen die gewoon hadden moeten blijven leven. Net zoals David. Maar ergens ging het mis.
Ik zag een gemeenschappelijk mannelijk probleem. De man van nu weet amper wat het is om een man, om een mens te zijn. Dat heeft hij niet geleerd. Niet geleerd om met zijn driften om te gaan. De man kent zichzelf amper. Hoe kan je dan ooit weten of je goed genoeg bent? De meeste mannen die ik ken, weten dat niet. Die voelen - onbewust meestal - dat ze falen. In al die rollen die ze spelen. En hulp vragen? Dat doen we niet.
Is dat erg? Misschien niet. Die onrust kan ook tot iets moois leiden. Maar pas als de man zijn drift richting kan geven. Maar dat kan niet altijd en dan is het op z’n minst jammer en op z’n slechtst gevaarlijk.
Gelukkig zijn er oplossingen, en die behelsen heus niet altijd dat je moet praten, of huilen godbetert. Al weet je vast hoe bevrijdend beiden kunnen zijn. Wil je weten waar ik precies denk dat het probleem zit, waarom ik dat denk en waar de verlossing zit? Lees dan Man O Man. Wees gerust: ik maak het je niet al te moeilijk. En ik geef vast weg: de antwoorden zitten ‘m in de goede vragen aan je zelf stellen. Vraag 1: weet je wel zeker dat je vader van je houdt?
De trailer
Nathan Vos (1971) is hoofdredacteur van het tijdschrift Zin. Eerder werkte hij voor De Telegraaf, Het Parool en De Wereld Draait Door. Man O Man is zijn eerste boek.
Eerdere afleveringen
Eva Kelder | Marijn Sikken | Steven de Jong | Auke Hulst | Henk van Straten | Frieda Mulisch | Robbert Welagen | Jeroen Windmeijer | Roderick Leeuwenhart | Tomer Pawlicki| Milou Klein Lankhorst | Carlo Groot | Murat Isik | Renee Kelder | Martyn van Beek | Gerrit Janssens | Hannah Jansen Morrison | Anke Laterveer | Guido Eekhaut | Sander Verheijen |Bronja Hoffschlag | Fien De Meulder | Martijn Neggers | Claudia Schoemacher