Zo Zondag #40: Alma Mathijsen
De acht fases van het schrijven van een boek
Een boek schrijven is een ontzettend pijnlijke ervaring. Sommige vergelijken de pijn met een bevalling, ik weet niet of ik zo ver durf te gaan. Maar wat ik zeker weet is dat ik bij elk boek vrijwel direct na voltooiing lijk te vergeten wat er allemaal gebeurt tijdens het proces. Zodat ik telkens wanneer ik aan een nieuw boek wil beginnen, denk: hoe heb ik dat in hemelsnaam gedaan? Nu mijn nieuwste boek af is en de kans groot is dat weer met een nieuw verhaal begin, wil ik voor mezelf en wellicht ook voor anderen vaststellen hoe het ongeveer verloopt. Zodat ik niet opnieuw vergeet waar de valkuilen zitten. En net als bij een bevalling vergeet hoeveel pijn het ook alweer doet.
Fase 1 – Enthousiasme
Alles is mogelijk. Met gespreide armen sta ik klaar voor welk onderwerp dan ook. Er staat nog niks op papier dus kan het idee in mijn hoofd groeien tot het beste boek ooit geschreven. Allesomvattend en vreselijk goed. Dit boek wordt beter dan alles wat hiervoor geschreven is. Een combinatie van Dostojevski, Sylvia Plath en Connie Palmen. Of nee, juist totaal anders, een vergelijking zal onmogelijk zijn, omdat het compleet nieuw is. Lezers zullen het met open mond lezen, happend naar lucht van verbazing.
Fase 2 – Ontkenning
Er staat net als in de vorige fase nog geen letter op papier, want ik ben aan het uitstellen. Het idee voor mijn nieuwe boek heeft zulke immense proporties aangenomen, dat geen enkele letter op papier of scherm daaraan kan tippen. De fantasie in mijn hoofd is niet te vertalen, elke zin die ik opschrijf zal me teleurstellen. Dus besluit ik helemaal niets te schrijven om door te kunnen leven in de droom van het perfecte boek.
Fase 3 – Lef
Ik zal moeten accepteren dat ik een slechte schrijver ben om een letter op papier te krijgen. En daarvoor heb ik moed nodig. Door hardop te zeggen, dit gaat heel erg slecht worden en dat is oké. Wat ik op ga schrijven mag vreselijk zijn. Alles is beter dan niets. Inderdaad, de eerste zin is heel erg slecht, maar dat houdt me niet meer tegen.
Fase 4 – Doorzettingsvermogen
Om de eerste versie af te ronden, moet ik blind vertrouwen hebben. Alles wat ik opschrijf is nog niet erg goed. De zinnen lopen niet soepel, ik weet nog niet precies wat ik wil vertellen en toch moet ik door. Want zonder een eerste versie ben ik nergens.
Fase 5 – Afstand
De eerste versie is af. Het merendeel is niet goed, of eigenlijk ronduit slecht. Ik lees mijn werk alsof ik het zelf niet heb geschreven. Zo raak ik niet in conflict met mijn eigen ego en ben ik tegelijkertijd streng. De intens kritische stem die ik in het begin van het proces niet kon gebruiken, komt nu zeer goed van pas. Ik laat me leiden door mijn intuïtie die onzin moeiteloos eruit filtert. Alleen hetgene waar het boek om draait mag nu nog op de pagina’s staan. Alle ruis gooi ik weg en dat waar het echt om gaat herschrijf ik. Dat kan soms wel acht versies kosten om het precies goed te krijgen.
Fase 6 – Euforie/Somberte
Tijdens het herschrijven van het manuscript overheersen twee extreme emoties. Het ene moment geloof ik dat het boek heel erg goed zou kunnen worden, het andere moment geloof ik dat het toch allemaal zal uitdraaien op niets. Wat heeft het überhaupt voor zin om een boek te schrijven? Mijn talent is zo groot, dat mag ik anderen niet onthouden! Het hele proces lang schommel ik tussen die twee uiterste.
Fase 7 – Angst
Ik heb het boek te vaak bekeken. Elke zin is minimaal twintig keer herlezen, ik ben het zicht verloren. Ik kan onmogelijk nog beoordelen of het goed of slecht is. Ik zal het boek moeten laten gaan, het is niet langer van mij. We zijn elkaar ontgroeid. Dat gaat gepaard met een immense angst. Kunnen we wel zonder elkaar na zo’n lange intense tijd samen? Misschien moet ik er toch maar aan doorwerken zodat we nog geen afscheid hoeven te nemen. Maar elke zin die ik nog toevoeg, voelt geconstrueerd. Het is tijd om los te laten.
Fase 8 – Acceptatie
Het boek is af. Het moet nu zelf de wereld in en op haar eigen benen staan. Het enige wat ik kan doen is toekijken. Ik heb gedaan wat ik kon doen. Ik zal voor altijd van het boek houden en meer dan dat kan ik niet.
Alma Mathijsen (1984) is schrijver en beeldend kunstenaar. Op haar achttiende begon ze met schrijven voor de jongerenwebsite Spunk.nl. Ze was onderdeel van het columnistenduo Fanny & Alma in Het Parool. Verder schreef ze twee toneelstukken en een verhalenbundel en studeerde ze in New York een halfjaar creativewriting aan het Pratt Institute. In 2011 studeerde ze af aan de Gerrit Rietveld Academie afdeling Beeld & Taal en publiceerde ze haar debuutroman Alles is Carmen. In 2014 verscheen De grote goede dingen, over Alma's vader Hub Mathijsen (1942-1994). Vorige maand verscheen haar nieuwste roman Vergeet de meisjes.
Eerdere afleveringen
Steven de Jong | Auke Hulst | Henk van Straten | Frieda Mulisch | Robbert Welagen | Jeroen Windmeijer | Roderick Leeuwenhart | Tomer Pawlicki| Milou Klein Lankhorst | Carlo Groot | Murat Isik | Renee Kelder | Martyn van Beek | Gerrit Janssens | Hannah Jansen Morrison | Anke Laterveer | Guido Eekhaut | Sander Verheijen |Bronja Hoffschlag | Fien De Meulder | Martijn Neggers | Claudia Schoemacher | Nathan Vos | Susan Juby | Stan de Jong & Koen Voskuil | Christine Otten | Stine Jensen | Marnix Peeters | Sylvia Van Driessche