Arnaldur Indriðason (1961) is een IJslandse schrijver van literaire detectives met een maatschappijkritische ondertoon. Vanaf 1981 werkte hij als journalist voor de IJslandse krant Morgunbladid, eerst in dienstverband, en na twee jaar als freelancer. Van 1986 tot 2001 was hij de vaste fimcriticus bij deze krant.

Indriðason debuteerde in 1997 met Maandagskinderen. Daarin debuteert ook het personage dat daarna in vrijwel al zijn boeken meestal de hoofdrol of soms slechts een bijrol zal spelen: rechercheur Erlendur Sveinsson. Erlendur is een stille, wat eenzame, sombere en moeilijk te doorgronden man, maar een fijnzinnige rechercheur met een groot inlevingsvermogen.

Maandagskinderen vormde het begin van een opmerkelijke carrière. In IJsland lijken de boeken van Indriðason wel een voorbehouden plaats in de top drie van alle bestsellerlijsten te hebben. Ook in het buitenland zijn de boeken van Indriðason een ongekend succes. Zijn werk wordt in de gehele westerse wereld vertaald en hij ontving tal van prijzen. De Glazen Sleutel, de prijs voor de beste Scandinavische misdaadroman, werd hem in 2002 toegekend voor Noorderveen, en in 2003 voor Moordkuil. Indriðason is daarmee de enige auteur die deze onderscheding tweemaal ontving. Voor Moordkuil kreeg hij in 2005 ook nog de CWA Gold Dagger Award, enzovoorts, enzovoorts.

In 2013 startte Indriðason een serie met het duo Flóvent en Thorson. De hierin als bijpersonage opgevoerde, gepensioneerde politieman Konráð kreeg later zijn eigen serie. Van Indriðason verschenen ook enkele standalones.

Niet alleen IJsland en zijn historie vormen terugkerende thema's, maar ook allerlei maatschappelijke problematiek is een rode draad in al zijn boeken.