Hugo Brandt Corstius (Eindhoven, 1935 – Amsterdam, 2014) was in 1964 de eerste in Nederland die met behulp van een computerprogramma poëzie maakte. Sindsdien schreef hij uitsluitend proza: boeken, columns en artikelen onder zijn eigen naam én onder talloze pseudoniemen, waarvan Battus, Piet Grijs, Raoul Chapkis, Stoker en Maaike Helder de bekendste zijn. De P.C. Hooftprijs werd hem in 1984 toegekend, maar de toenmalige minister van Cultuur, Brinkman, weigerde hem de prijs te overhandigen omdat hij Brandt Corstius’ teksten beledigend vond. Hij ontving hem alsnog in 1987. Een van zijn recentste prikkelende teksten is het pamflet Eetgeenvlees, waarin hij een pleidooi houdt voor vegetariërs. 

In 1981 publiceerde Battus het boek Opperlandse taal- & letterkunde, dat bekroond werd met de Multatuliprijs. Gedurende vele jaren bleef hij over het serieuze taalspel schrijven, om uiteindelijk in 2001 zijn magnum opus te publiceren: het kloeke meesterwerk Opperlans! Taal- en letterkunde. In 2007 voegde hij daar nog het Opperlans woordenboek aan toe, met meer taalplezier en nieuwe Opperlanse poëzie. 

Hugo Brandt Corstius overleed op 28 februari 2014.