Marita Van Der Vyver
Artikelen 1
In 1992 verscheen haar spraakmakende roman Griet skryf ’n sprokie, een boek dat wel wordt vergeleken met de feministische roman Fear of Flying van Erica Jong. Wat Van der Vyvers binnenkomst in de wereld van de Afrikaanse letteren betreft, is een vergelijking met het debuut van Connie Palmen in Nederland, een jaar eerder, op zijn plaats. Griet skryf ‘n sprokie was baanbrekend, omdat hierin voor het eerst op een intelligente, openhartige en ontzettend geestige manier vanuit een vrouwelijk perspectief over seksualiteit werd geschreven – iets wat binnen de preutse Afrikaner gemeenschap van die tijd nog grotendeels taboe was.
Het boek werd bekroond met de M-Net-prijs, de ATKV-prijs en de Eugène Maraisprijs, stond een jaar lang in de top 10 van best verkochte boeken en werd in 12 talen vertaald. Het was de eerste Afrikaanstalige roman die in het Mandarijns verscheen.
Na het succes van Griet skryf ’n sprokie richtte Van der Vyver zich volledig op het schrijverschap en ontwikkelde ze zich tot een veelzijdig auteur voor alle leeftijden. Ze schreef tien romans, korte verhalen, columns en essays, evenals prentenboeken en kinder- en jeugdromans. Haar werk werd meermalen bekroond, onder meer met de Tienie Holloway-medaille, de MER-prijs en de SANLAM-prijs voor jeugdliteratuur. Van der Vyvers belangrijkste romans ná Griet zijn Die dinge van ’n kind (1994), Griet kom weer (1999), Vergenoeg (2003), Stiltetyd (2006) en Die blou van onthou (2012).
Marita van der Vyver woont in een klein dorp in Zuid-Frankrijk met haar Franse man Alain Claisse en hun ‘laslap’- of patchworkgezin, dat verder bestaat uit drie zonen en een dochter.