De Vlaamse auteur Staf Schoeters (Merksem, 1949) studeerde geschiedenis en psychologische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij debuteerde in 1980 met de verhalenbundel Notities bij het onvermogen, waarin enkele verhalen getuigden van een naar het thrillergenre neigend spanningsgehalte. De misdaad liet niet lang op zich wachten en in de jaren '80 en '90 schreef Schoeters een tiental misdaadromans, psychologische thrillers annex literaire thrillers, waaronder Het Gelag wordt betaald  (1982), De Draak Achterna  (1984), Het Perspectief van de Worm  (1986), Rust in Onvrede  (1991), De Seismograaf  (1990), Labiele Basis  (1992), werken die lastig onder een noemer zijn te vatten.  

De Schaduw van de Adelaar  is het eerste deel van zijn trilogie over Antwerpen in de Napoleontische periode. In 1998 ontving hij hiervoor de Knack Hercule Poirotprijs voor het beste spannende boek, alsmede de Karel Barbierprijs voor de beste historische roman. Deel twee van de reeks, De wandelgangen van de macht, verscheen in 2002. Met De wegen naar ontvoogding  (2002) rondde Schoeters de ambitieuze historische trilogie af.
In 2004 werd zijn historische thriller Belegerd verleden  genomineerd voor de Knack Hercule Poirotprijs.