Tim Krabbé (1943) werd geboren in Amsterdam in het midden van de Tweede Wereldoorlog. Hij groeide op in een artistiek gezin. In 1960 deed hij eindexamen HBS-B aan het Spinoza Lyceum en studeerde vervolgens psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1967 tot 1972 behoorde hij tot de beste twintig schakers van Nederland en componeerde hij een aantal schaakproblemen en studies. Krabbés grootste passies zijn schaken, wielrennen en erover schrijven. Sinds 1967 leeft hij van de pen. 

Zijn debuten als journalist (voor Vrij Nederland) en schrijver vielen samen in 1967, het jaar waarin hij zijn roman De werkelijke moord op Kitty Duisenberg  publiceerde. Inmiddels heeft hij talloze romans, columns, verhalen, gedichten, non-fictieboeken en journalistieke werken op zijn naam staan. Zijn romans zijn in meer dan zestien talen vertaald, en vier ervan zijn verfilmd. De film 'Spoorloos', naar zijn spannende roman Het gouden ei  (1984) en waar Krabbé zelf het scenario voor schreef, won het Gouden Kalf 1988 voor de beste Nederlandse film. De film was razend populair in de Verenigde Staten en in 1993 werd er een remake van gemaakt onder de titel 'The Vanishing', maar deze bleek niet zo goed te zijn als het origineel. Krabbé won met Het gouden ei de scholieren Diepzee-prijs in 1994. Voor zijn thriller Vertraging  werd hij bekroond met De Gouden Strop 1995. Zijn roman Marte Jacobs  won de Max Pam Award voor het beste literaire boek van 2007.

In 2015 verscheen de bundel De veertiende etappe, met de beste korte stukken en columns die Krabbé in de loop de jaren over wielrennen heeft geschreven.