Agatha Christie (1890-1976) leek op het eerste gezicht een afstandelijke Engelse burgervrouw. De verlegen Christie schermde haar persoonlijke leven zorgvuldig af. Terwijl miljoenen lezers haar romans verslonden wisten zij maar weinig van de persoon achter de verhalen. Christie debuteerde in 1920 met The mysterious affair at styles dat matig ontvangen werd. Ze zette door en schreef in totaal meer dan tachtig misdaadromans.

Haar persoonlijke leven bevat voldoende stof voor een dikke (misdaad)roman. Agatha Christie is nooit naar school geweest en genoot haar opleiding thuis of in Franse meisjespensions. In 1914 trouwde ze met de officier Archibald Christie. Tijdens de eerste wereldoorlog vertrok ze met haar man naar het vasteland, waar ze als een toegewijde oorlogsverpleegster de gewonden verzorgde. Helaas werd Archie na de oorlog verliefd op een andere vrouw en Agatha kreeg een zenuwinzinking. Ze was dagenlang spoorloos tot ze werd teruggevonden bij een zenuwkliniek. Ze had zich bij een hotel laten inschrijven onder de naam van de minnares van haar man. Dat gebeurde in 1926, het jaar waarin Agatha dankzij alle publiciteit doorbrak met de roman The murder of Roger Acroyd.

Agatha pakte de draad van haar leven weer op en begon met reizen. In 1930 ontmoette ze bij opgravingen in het huidige Irak haar tweede man, Max Mallowan. Met hem reisde ze langs archeologische vindplaatsen in het Midden-Oosten. Agatha assisteerde haar man bij de opgravingen en werkte ondertussen aan haar omvangrijke oeuvre. Ze overleed in 1976 na een verkoudheid.

Jane Marple

Miss Marple kwam in twaalf misdaadromans en twintig korte verhalen voor van Agatha Christie. Jane Marple is een oudere, ongehuwde vrouw, die in het dorpje St. Mary Mead woont en haar dagen vult met het zijn van amateur detective. Christie schreef voor het eerst over Marple in het verhaal The Tuesday Night Club voor het magazine Sketch (1926). Vier jaar later verschijnt ze voor het eerst in een boek en wel The Murder at the Vicarage. Daarin is Marple nog een roddeltante die niet genoeg krijgt van leedvermaak. Later wordt ze een vriendelijker personage. Volgens Christie was het personage van Marple gebaseerd op haar grootmoeder die altijd het ergste vreesde.

Gezegend met een ruime mate van scherpzinnigheid en intelligentie lost Marple lastige misdrijven op. Misdaden doen haar altijd denken aan een soortgelijk vergrijp, dat eerder heeft plaatsgevonden. Hoewel ze fragiel en een verschijning op leeftijd is, is ze voor niemand bang. 

Marple is niet afkomstig uit de aristocratie of grondbezitters, maar beweegt zich gemakkelijk in deze kringen. Ze geeft er blijk van een gedegen opleiding te hebben genoten, waaronder enkele kunststudies. Ook heeft ze de menselijke anatomie bestudeerd. 

Slechts één keer wordt iets over Marples leeftijd kenbaar gemaakt. In het verhaal At Bertram's Hotel staat dat zij dit hotel bezocht toen ze veertien was en dat er sindsdiens zestig jaar zijn verstreken. Agatha Christie schreef in 1940 een afsluitend deel van de Marple-reeks, Sleeping Murder. Het manuscript borg ze op in een kluis van een bank, zodat het veilig zou zijn, mocht de schrijfster omkomen tijdens de Duitse bombardementen op Britse steden. Het boek verscheen kort na het overlijden van de schrijfster in 1976.

1. The Murder at the Vicarage (1930, Moord in de pastorie)
2. The Thirteen Problems / The Tuesday Murder Club (1932, Miss Marple en haar dertien problemen)
3. The Body in the Library (1942, Dood van een danseres)
4. The Moving Finger (GB) / The Case of the Moving Finger (VS) (1943, De giftige pen)
5. A Murder is Announced (1950, Wie adverteert een moord!)
6. They Do It with Mirrors (1952, Een goochelaarstruc)
7. A Pocket Full of Rye (1953, Een handvol rogge)
8. 4.50 from Paddington (GB) / What Mrs. McGillicuddy Saw! (VS) (1957, Trein 16:50)
9. The Mirror Crack'd from Side to Side (1962, De spiegel barstte...)
10. A Caribbean Mystery (1964, Miss Marple met vakantie)
11. At Bertram's Hotel (1965, In hotel Bertram)
12. Nemesis (1971, De wraakgodin)
13. Sleeping Murder (1976, Moord uit het verleden)

Hercule Poirot

Hercule Poirot, de Belgische detective, maakte zijn opwachting in 33 romans en 51 novellen, die Agatha Christie (1890-1976) schreef tussen 1920 en 1975. Geen wonder dat Christie hem wel eens beu werd. In een essay over 'de kwaliteiten van de Britse misdaadroman' schreef ze dat ze zich doodverveelde met haar speurder. Ze schaamde zich ook voor hem. 'Zou iemand werkelijk hem om advies vragen? Ik denk het niet', aldus Christie. 'Poirot heeft zich een behoorlijke plek toegeëigend in de wereld en is met meer affectie bejegend door buitenstaanders dan door zijn eigen schepper.' Maar het karakter was populair bij lezers én uitgever en een immense 'melkkoe', zodat de Britse schrijfster hem in leven hield.

Poirot is de vader aller ijdeltuiten. Een kort mannetje met donker haar en een snor die hij met precisie verzorgt. Allesbehalve bescheiden, deze Franstalige Belg. Hij steekt zijn genialiteit niet onder stoelen of banken en bezigt regelmatig de uitdrukking dat hij 'les petites cellules grises' (de hersenen) aan het werk zet. 

Onze held heeft een haast ziekelijke aanleg voor orde en netheid. Deze zaken zijn dan ook zijn stokpaarden in het oplossen van een moordzaak. Poirot heeft de gewoonte op een slotbijeenkomst alle mogelijke verdachten te verzamelen. Aan zijn gehoor legt hij de gang van zaken haarfijn uit en wijst vervolgens de dader aan. 

Poirot is nooit getrouwd geweest, maar heeft altijd een zwak gehad voor Vera Rossakoff, een Russin die in zijn ogen het evenbeeld is van echte vrouwelijkheid. 

Rond 1930 liet Christie doorschemeren dat ze de crème de Menthe drinkende Poirot 'onuitstaanbaar' vond, dertig jaar later kwalificeerde ze hem als een 'verfoeilijk, bombastisch, vermoeiend, egocentrisch onderkruipsel'. Maar toch duurde het nog tot een paar jaar voor haar dood dat ze het boek Het doek valtschrijft, waarin Poirot aan hartfalen sterft. Zijn laatste woorden zijn 'Cher ami', gericht aan zijn vriend kapitein Hastings.

1. The Mysterious Affair at Styles (1920, De zaak Styles)
2. The Murder on the Links (1923, Moord op de golflinks)
3. Poirot Investigates (1924, Uit Poirots praktijk)
4. The Murder of Roger Ackroyd (1926, De moord op Roger Ackroyd)
5. The Big Four (1927, De grote vier)
6. The Mystery of the Blue Train (1928, Het geheim van de blauwe trein)
7. Peril at End House (1932, Moord onder vuurwerk)
8. Lord Edgware Dies (GB) / Thirteen at Dinner (VS) (1933, Lord Edgware sterft)
9. Murder on the Orient Express (1934, Moord in de Oriënt-Expres) 
10. Three Act Tragedy GB) / Murder in Three Acts (VS) (1934, Drama in drie bedrijven)
11. Death in the Clouds (GB) / Death in the Air (VS) (1935, Moord in het vliegtuig)
12. The A.B.C. Murders (1936, Het ABC-mysterie)
13. Murder in Mesopotamia (1936, Moord in Mesopotamië)
14. Cards on the Table (1936, Poirot speelt bridge)
15. Dumb Witness (1937, Brief van een dode)
16. Death on the Nile (1937, Moord op de Nijl)
17. Murder in the Mews (GB) / Dead Man's Mirror VS) (1937, Driehoek op Rhodos)
18. Appointment with Death (1938, Dood van een huistiran)
19. Hercule Poirot's Christmas (1938, Kerst met Poirot) 
20. The Regatta Mystery (1939, Het Regatta-mysterie)
21. One, Two, Buckle My Shoe (1940, Moord in de martelstoel) 
22. Sad Cypress (1940, Schuldig in eigen ogen)
23. Evil Under the Sun (1941, Overal is de duivel)
24. Five Little Pigs (GB) / Murder in retrospect (VS) (1942, Vijf kleine biggetjes) 
25. The Hollow (GB) / Murder After Hours (VS) (1946, De laagte) 
26. The Labours of Hercules (1947, De werken van Hercules)
27. Taken at the Flood (GB) / There is a Tide (VS) (1948, De moordenaar waagt een gok) 
28. Mrs McGinty's Dead (1952, Poirot komt terug)
29. After the Funeral (GB) / Funerals are Fatal (VS) (1953, Na de begrafenis) 
30. Hickory Dickory Dock (GB) / Hickory Dickory Death (VS) (1955, Moord in het studentenhuis) 
31. Dead Man's Folly (1956, Zoek de moordenaar)
32. Cat Among the Pigeons (1959, Een kat tussen de duiven)
33. The Adventures of the Christmas Pudding (1960, Avontuur met een kerstpudding)
34. The Clocks (1963, De vier klokken)
35. Third Girl (1966, Het derde meisje)
36. Halloween Party (1969, De versierde bezemsteel)
37. Elephants Can Remember (1972, Een olifant vergeet niet gauw)
38. Poirot's Early Cases (1974, niet vertaald)
39. Curtain (1975, Het doek valt)

Tommy & Tuppence

Het speurdersduo Tommy & Tuppence bestaat uit Thomas Beresford en zijn vrouw Prudence. Ze begonnen als fraudeurs in een zoektocht naar avontuur en een snelle manier om geld te verdienen, maar veranderden hun roeping naar misdaadbestrijding. Gedurende de reeks nemen ze een werknemer aan, Albert, die hen helpt als assistent op het detectivebureau dat ze in het leven hebben geroepen.

1. The Secret Adversary (1922, De geheime tegenstander)
2. Partners in Crime (1929, De wrekers / Deelgenoten in de misdaad)
3. N or M? (1941, N of M?)
4. By the Pricking of My Thumbs (1968, De pop in de schoorsteen)
5. Postern of Fate (1973, Moord in de bibliotheek)