Blogpost:
Wim van der Maaten
A.I. in de illustraties van de roman "Het Mysterie"
Ik ben de eigenaar van de uitgeverij Lectio Qualis: een uitgeverij van - zoals de naam al pretendeert - kwaliteitsboeken.
Onze laatste uitgave is de roman “Het Mysterie” van Viktor Matisse. In deze roman hebben we bij het produceren van de illustraties - waarschijnlijk als een van de eerste uitgevers - voor 100 procent artificiële intelligentie ingezet. Voor 100 procent, wat betekent dat er bij het maken van die illustraties geen enkele “tekenhand” is gebruikt. De tekeningen zijn volledig door nauwkeurige beschrijvingen (prompts) tot stand gekomen. Iets dat ook arbeid vraagt, maar die arbeid kan door een ervaren “promptmaker” in heel weinig tijd worden verricht. Ook al omdat daarbij de tekst van de auteur direct gebruikt kan worden.
Uiteraard zullen illustratoren dit alles niet leuk vinden. Heel begrijpelijk, want zij worden geheel overbodig. En ze hebben weinig middelen zich tegen de concurrentie van de “promptmaker” te verzetten. Immers, volgens de ontwikkelaar van de software - in ons geval DALL-E van OpenAI - rusten er geen auteursrechten op een door een promptmaker geproduceerde illustratie.
Bovendien kan de illustrator de concurrentie met de promptmaker ook qua resultaat nauwelijks aan. Immers, dat resultaat mag er volgens ons best wezen. En dat is niet alleen onze indruk, maar ook de indruk van de lezers. De meeste recensenten zijn over de illustraties bijzonder positief in hun oordeel; ondanks het feit dat plaatjes in een roman doorgaans niet gebruikelijk zijn.
Trouwens, het tot nu toe spaarzame gebruik van plaatjes heeft mogelijk vooral te maken met de daaraan verbonden kosten. Kosten die bij de roman “Het Mysterie” nagenoeg nihil waren.
Voordat ik nu verder ga met mijn verhaal, is het misschien verstandig dat u eerst eens een paar illustraties uit de roman “Het Mysterie” bekijkt door gebruik te maken van de knop “Lees verder op mijn site”. Daarachter vindt u namelijk een inkijkexemplaar van het boek waarin al een zestal plaatjes staan.
Uw gedachten over “Artificiële intelligentie in illustraties” zullen nu mogelijk al wat stelliger zijn geworden of juist meer genuanceerd? Ik hoor dat natuurlijk graag in reacties op dit blog, dus: reageer massaal.
Maar dit blog zou niet compleet zijn als ik niet ook mijn eigen reactie zou geven; althans zoals ik er op dit moment tegenaan kijk.
Wel… die reactie is als volgt.
Het onderwerp “Artificiële intelligentie in illustraties” zal in de toekomst ongetwijfeld nog veel meer stof doen opwaaien. En dan niet alleen bij illustratoren, maar ook bij bijvoorbeeld schrijvers en vertalers.
De invloed van de A.I. zal in de toekomst op de werkzaamheden van alle mensen in de “dienstensector” enorm groot zijn. Veel deskundige arbeid zal overbodig worden. Ongetwijfeld zal men zich daartegen verzetten door nieuwe wet- en regelgeving in te voeren, maar de invloed daarvan zal (helaas?) beperkt zijn. Immers, de A.I. zal de mens te slim af worden. Het onderscheid tussen een A.I-product en een door mensenhand of mensengeest gemaakt product zal langzamerhand verdwijnen. En ik denk eigenlijk ook nog, dat je dat “langzamerhand” beter kunt weglaten. Dat het nog lang zou duren voordat het verschil niet meer te zien is, is slechts “een wens als vader van de gedachte”.
Daarentegen sluit ik het ook niet uit dat het A.I-product in de toekomst juist heel herkenbaar zal worden. Ik denk namelijk dat het A.I.-product ten opzichte van het traditionele product al snel een zo hoge kwaliteit zal krijgen, dat het zichzelf als het ware verraadt. Of zouden we dat verschil dan niet meer kunnen zien?
Lees verder op mijn site