Blogpost:
Irene
Black Leopard, Red Wolf - Marlon James
Zodra ik op Hebban de vooraankondiging van ‘Black Leopard, Red Wolf’ van Marlon James zag, vermoedde ik dat dit wel eens een boek naar m’n hart kon zijn. Er werd een gewaagde vergelijking met Game of Thrones gemaakt, maar dan een versie die zich in Afrika afspeelt. Mijn aandacht was daarmee gegrepen, want als liefhebber van het fantasy-genre leek het me verfrissend om eens in een ander decor te worden meegesleept dan dat van de klassieke elfen, orks en dwergen.
Look & feel
Toen ‘Black Leopard, Red Wolf’ werd bezorgd en ik het boek uit de verpakking haalde, kreeg ik meteen zin om te lezen. De cover is ronduit prachtig en geeft de sfeer waarin het verhaal zich afspeelt goed weer. De tekening op de voorkaft is mysterieus, met zwart als basiskleur, van waaruit diverse koppen van wilde dieren in felle kleuren naar voren komen. Na het lezen van de achterkaft, waarop een review van Neil Gaiman en een korte teaser staan, werden mijn verwachtingen nog hoger opgeschroefd. De meer dan 600 pagina’s van deze dikke pil schrokken me op dat moment totaal niet af, integendeel. De dikte van het boek paste volledig bij het beeld van een meeslepend epos dat vooraf werd geschetst.
Personages
Hoofdrolspeler Tracker is een jongeman van de Ku stam, die erachter komt dat zijn vader zijn opa is en dat zijn echte vader en broer zijn vermoord door een rivaliserende stam, de Gangatom. Trackers eerste reactie is die van wraak nemen, maar in plaats daarvan trekt hij samen met dorpsgenoot Kava, tot wie hij zich aangetrokken voelt, de wijde wereld in. Ze ontmoeten een vriend van Kava, Leopard, die zichzelf kan veranderen in een luipaard. Leopard en Kava hebben als missie om minzi kinderen te redden; baby’s wiens boventandjes eerder doorkomen dan die in de onderkaak. Volgens bijgeloof brengt dit ongeluk, de reden waarom deze baby’s worden vermoord of achtergelaten in het bos om te sterven. Ze vinden een nog levend jongetje in het oerwoud en brengen deze met z’n drieën naar de heks Sangoma, die de vervloekte kinderen opvangt. Alhoewel Tracker in het begin niets van Sangoma en de kinderen in Sangoma’s boomhut moet hebben, omdat zij horen bij de Gangatom stam die zijn vader en broer hebben vermoord, merkt hij pas hoe dol hij op ze is geworden als ze worden aangevallen door mannen van zijn eigen Ku stam. De Ku strijders willen voorkomen dat Sangoma de in hun ogen vervloekte minzi kinderen in leven houdt. Tracker weet de aanvallers, onder wie verrader Kava en zijn eigen oom, te doden. Maar de meeste minzi kinderen zijn dan al vermoord. Leopard en Tracker weten slechts een handjevol van hen in veiligheid te brengen.
Tracker en Leopard gaan elk hun eigen weg en komen elkaar een aantal jaar later weer tegen. Hun vriendschapsband is niet verloren gegaan en Leopard nodigt Tracker uit om mee te helpen bij een nieuwe queeste. Hij is ingehuurd door een slavenhandelaar, die wil dat zij een ontvoerde jongen gaan zoeken. Wie deze jongen is, blijft nog een mysterie. Aangezien Tracker en Leopard vrije zielen zijn, ongebonden aan een bepaald land of aan familie, storten ze zich vol in het avontuur. Diverse andere personages zijn ook door de slavenhandelaar ingehuurd. Samen vormen ze een bijzonder reisgezelschap: de 300 jaar oude maanheks Sogolon die zichzelf beschermt door runen om haar heen te schrijven, de glibberige watergeest Banshi die door Sogolon kan worden opgeroepen, de jongen Fumeli met wie Leopard een liefdesrelatie onderhoudt en op wie Tracker heimelijk jaloers is, een Ogo genaamd Sadogo, de gladjanus Nyka die Tracker ooit vreselijk heeft bedrogen en die hij het liefst wil vermoorden, en een lange knappe vrouw genaamd Nsaka ne Vampi.
Het gezelschap wordt gedurende de reis uitgebreid met Venim, een jong meisje dat ze redden uit de klauwen van woeste Zogbanu, een grote buffel op wiens rug kan worden gereden en Mossi, een knappe prefect uit de stad Kondor. Het zijn stuk voor stuk markante figuren die elk met hun eigen motieven op zoek gaan naar de verdwenen jongen en daar tegen elkaar niet altijd even open en eerlijk over zijn. Elke hoofdrolspeler heeft zijn eigen donkere en soms ronduit beangstigende kanten. Er heerst wantrouwen en een gespannen sfeer in het reisgezelschap, waardoor hun wegen gedurende de avonturen die worden beleefd een aantal keren scheiden. In de wereld van Marlon James lopen ook pure slechteriken en monsters rond. Zo zijn er de spinachtige broers Asanbosan, de vleeseter, en Sasanbosam, de bloedzuiger. De verschrikkelijke Omoluzu die zich via plafonds verplaatsen zijn ook nooit ver weg om een onverwachte aanval uit te voeren. Andere bedreigingen worden gevormd door godenslachter Aesi en bliksemvogel Ipundulu die het kan laten donderen door met zijn zwarte vleugels te flapperen.
Interessant maar soms ook verwarrend is dat personages karaktereigenschappen laten zien die nogal kunnen contrasteren, waardoor je als lezer regelmatig op het verkeerde been wordt gezet. Wie vriendelijk lijkt, kan een verrader zijn. Wie onbetrouwbaar overkomt, blijkt later een onmisbare strijdmakker tijdens gevechten. De veelheid aan personages en hun wisselende trekken maakt dat je gemakkelijk bepaalde details mist die verderop belangrijk blijken. Zo heb ik diverse keren een aantal pagina’s moeten teruglezen toen bleek dat ik een bepaald dialoog verkeerd had geïnterpreteerd of klaarblijkelijk te snel over een zin heen had gelezen.
Het verhaal
‘Black Leopard, Red Wolf’ is een wervelwind van zich aaneenrijgende verhalen. De een is werkelijkheid en de ander een droom. De een flashback, de ander zich in het hier en nu afspelend. In feite is het zo dat je midden in een woeste, wrede wereld onderduikt en je amper tijd hebt om naar adem te happen. Het duurde wel even voor ik überhaupt begreep wat er allemaal gebeurde. Op het moment dat ik dacht vat te krijgen op de verhaallijn, werd ik opnieuw in verwarring gebracht. Het is op deze momenten het beste om stug door te lezen en niet te veel willen verklaren. Op de achterflap staat niet voor niets dat dit een ‘an ambitious, involving read’ is. Waar je het ene moment de draad kwijt bent, wat zo nu en dan frustrerend en zelfs vermoeiend is, krijg je vervolgens een stukje informatie toegeworpen dat meer inzicht geeft. Tot op het einde aan toe worden er mysteries opgehelderd en nieuwe vragen opgeworpen, waardoor je na het lezen van de laatste pagina niets anders kunt dan concluderen dat het plot razend ingenieus in elkaar steekt.
De verhaallijn start in een gevangenis. Tracker praat met een ‘inquisitor’ die hem ondervraagt. De herinneringen die hij aan deze inquisitor vertelt, vormen samen het grillige verslag van de queeste naar de ontvoerde jongen. Hoe het komt dat Tracker gevangen zit en waarom, wordt pas veel later duidelijk. Er lopen verschillende verhaallijnen door elkaar heen en je blijft als lezer nieuwsgierig naar hoe alles precies in elkaar grijpt. Ik geloof niet dat ik daar volledig ben achter gekomen. Dit was de eerste keer dat ik de behoefte had om een boek, nadat ik het had uitgelezen, opnieuw open te slaan om antwoorden om opengebleven vragen op te zoeken. Nog steeds vraag ik me bijvoorbeeld af hoe het nu precies zit met het wolvenoog van Tracker en welke geheime krachten hier precies aan verbonden waren. Waarom sloeg de vriendschap tussen hem en Leopard om van liefde naar haat, en toen weer terug naar liefde? Was Nyka door en door slecht, of voornamelijk slachtoffer van de situatie? En hoe zit dat met Tracker zelf? De manier waarop hij een aantal vrouwen en kinderen in stukken hakte was niet bepaald vriendelijk. Zijn wisselende en soms geheel afwezig lijkende emoties waren soms lastig te plaatsen.
Schrijfstijl
Het lezen van ‘Back Leopard, Red Wolf’ betekent zeker in het begin van het boek dat je alert en scherp moet zijn om het tempo en de oneindige fantasie van James bij te benen. Binnen dialogen vinden andere dialogen plaats, waarbij James niet altijd even duidelijk aangeeft wie aan het woord is. Bij langere gesprekken tussen twee personen, waarbij ze elkaar verhalen vertellen over weer andere personen, is het dus opletten geblazen. Daarbij heeft James ervoor gekozen om in ‘Engels-Afrikaans’ te schrijven. Als voorbeeld een stuk tekst van pagina 375:
“So it come that the king-sister, before he become King and before she reach ten and eight, she to give herself over tot he divine sisterhood, but this sister not go. Let ugly woman who no man want become divine sister, she say”.
Ik begrijp dat James het verhaal extra kracht wil meegeven door het nabootsen van een Afrikaans dialect, maar het ‘Allo Allo’ gehalte lag voor mij wel vrij hoog. Ik vond het eerder storend dan dat het werkelijk iets toevoegde.
‘Fuck the gods’ is een stopwoord van bijna alle personages. Geweld komt niet alleen terug in de verhaallijn, maar ook in de taal. Maak je borst nat voor seks, pedofilie, verkrachting, marteling en moord. Deze handelingen worden rauw en vaak emotieloos beschreven. Mannen willen hun ‘Koo’ overal insteken, vrouwen zijn nagenoeg allemaal ondergeschikt aan mannen, naar de hoeren gaan is doodnormaal en als kind mag je blij zijn dat je niet misbruikt wordt. Niemand kijkt op van een vechtpartij midden op straat waarbij het bloed en de lichaamssappen in het rond vliegen. Waar je in het begin onpasselijk wordt van wat mensen allemaal moeten verduren, raak je er op den duur aan gewend. Het stompt tot op zekere hoogte zelfs af. Door de droge, feitelijke beschrijvingen werd ik steeds minder geraakt door Trackers omzwervingen. Dat kwam mede door de manier waarop Tracker reageerde als hij bijvoorbeeld oog in oog met een gruwelijke vijand kwam te staan: Tracker is niet bang voor pijn, noch voor de dood. In benarde situaties startte hij meestal een conversatie met zo’n monster, wat ten eerste ongeloofwaardig overkwam en ten tweede alle spanning uit het moment weg haalde. Gelukkig zit er zo’n vaart in het verhaal dat je op de volgende bladzijde alweer wordt meegenomen naar een volgend moment waarover je je kunt verbazen en verwonderen. Saai wordt het in ‘Black Leopard, Red Wolf’ in elk geval nooit.
Eindoordeel
Het is ontzettend knap wat Marlon James heeft neergezet. Hij is consequent en origineel in zijn schrijfstijl, brengt oeroud volksgeloof tot leven en is er inderdaad in geslaagd om een ‘Afrikaanse Game of Thrones’ te scheppen. Ik zie dit boek ooit verfilmd worden, wat een spektakel zal dat geven. Als er een vervolg op de avonturen van Tracker wordt geschreven, dan wil ik dit zeker lezen. Eigenlijk verwacht ik niet anders dan dat er zo’n vervolg komt, want deze 600 pagina’s voelden als een eerste introductie. Ik heb nog maar een glimp opgevangen van de mensen, dieren en monsters die zich in de koninkrijken ophouden. En kennisgemaakt met oorden als Kondor, de Darklands en Dolingo die mijn fantasie prikkelen en smaken naar meer. Ongetwijfeld huizen er nog oneindig meer vertelsels in het brein van James die het waard zijn om te delen. Qua originaliteit verdient dit boek dik vier sterren. Toch geef ik er uiteindelijk drie omdat ik meer dan eens de draad kwijt raakte en ik behoorlijk moest ‘werken’ om grip op de verhaallijn te krijgen. Nu ik een beeld heb gevormd van deze machtige fantasiewereld en gewend ben geraakt aan de ‘Engels-Afrikaanse’ dialogen, verwacht ik dat een tweede boek laagdrempeliger en meer ontspannen zal weglezen.