Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Eline Gielen

De ontdekking van een koning

Over De ontdekking van een koning

Als koning Erestor Escariëtt op het rotsige eiland Trévah een ontdekking van ongekende betekenis doet, krijgt Aélanyss de kans als eerste álfran in enkele millennia het Grote Woud te verlaten. Samen met Luzian reist ze de grensoverschrijdende geruchten achterna, om in Darsson op zoek te gaan naar verklarende geschriften.

Onderweg ondervinden zij dat meerdere partijen geïnteresseerd zijn in Erestors ontdekking. De vraag of de vondst een poort naar de wereld van de godheid Thilthran is, houdt ook de afgevaardigden van Palonië en de leenheren van Darsson bezig. Het spel van politieke intriges en geheime verbonden is begonnen.

Het is aan Aélanyss en Luzian om een cruciaal stuk van de puzzel te bemachtigen. Zal het ze lukken de betrokken partijen een stap voor te blijven?


Fragment

Luzian raapte zijn plunjezak van de grond en slingerde het ding over zijn schouder. Hij trok de kap van zijn mantel zo ver over zijn hoofd dat geen mens zijn gezicht nog kon zien. ‘Zet ook je kap op, dan kunnen we gaan.’

Ik duwde mijn donkerbruine krullen onder mijn mantel en trok de touwtjes aan de voorkant nog eens goed aan. Opnieuw keek ik naar de stukken blauwe hemel die tussen de takken zichtbaar waren. Het zag ernaar uit een prachtige dag te worden. Misschien zou ik al snel voor de eerste keer de zon zien.

Dit idee fleurde me op en met iets zelfverzekerder passen zocht ik mijn weg. Naast me liep de grond af in een schuine helling, die pas een heel eind verderop weer overging in vlakke grond. In de verte leken de bomen verder uit elkaar te staan.

Luzian drentelde achter me aan, worstelend met de iets te lange zoom van zijn mantel. ‘Ik moet hier misschien toch iets aan doen,’ bromde hij. ‘Ik word er nu al…’ Hij was nog niet uitgesproken of zijn voet bleef in de rand hangen. Wild maaiend met zijn armen probeerde hij tevergeefs zijn evenwicht te bewaren. Met een smak belandde hij op de schuin aflopende grond en schoof hij nog een heel eind door, tot hij vanzelf vaart begon te maken.

‘Luuz!’ Prikkende tintelingen trokken over mijn rug van schrik. Bijna wilde ik een keel opzetten om Hirion, die vast nog in de buurt was, te waarschuwen. Ik verdrong de gedachte. Met bonzend hart daalde ik de heuvel af, voorzichtig om zelf niet uit te glijden.

Eenmaal beneden aangekomen knielde ik snel bij Luzian neer. Hij probeerde versuft overeind te krabbelen.

‘Gaat het? Wat heb je geluk gehad dat je geen boom hebt geraakt!’ Met trillende handen streek ik zijn verwarde haren naar achteren, zodat ik zijn gezicht kon bekijken. Behalve een snee op zijn wang en een gekrenkte trots leek de schade gelukkig mee te vallen.

Luzian keek een beetje verdwaasd om zich heen, behoorlijk geschrokken door zijn valpartij.

‘Kan je staan?’ Ik schudde de kap van mijn mantel af en stak mijn handen uit om Luzian overeind te kunnen helpen.

In plaats van mijn hulp aan te nemen bleef hij verstijfd zitten. ‘Thari,’ mompelde Luzian waarschuwend. Met zijn ogen wijd opengesperd keek hij langs me heen.

Met een ruk draaide ik me om, half verwachtend dat we een wild beest uit zijn late winterslaap hadden gewekt. Ik bracht een geschrokken geluid uit. Slechts een paar meter verderop leunde een grote jongeman op een vervaarlijk uitziende bijl. Hij had een nieuwsgierige uitdrukking op zijn gezicht.

‘Wat hebben we hier? Verdwaald, meissie?’ De man grijnsde en stak zijn vingers in zijn mond om een schel fluitgeluid voort te brengen.

Meteen verscheen er een tweede man tussen de bomen, die zoveel op de eerste leek dat ze familie moesten zijn. ‘Wie zijn dat, Eqilion? Ken je ze?’ De tweede jongeman kwam dichterbij en loerde argwanend naar ons. Hij droeg, anders dan zijn metgezel, geen baard en zag er daardoor wat jonger uit.

De bebaarde man kwam behoedzaam naar me toe lopen, zijn bijl nog steeds in de hand. ‘Je hoeft niet bang te zijn, ik doe je niets,’ suste hij toen ik achteruit deinsde. ‘Je vriend maakte een behoorlijke smak, hij heeft geluk gehad.’ Hij bewoog zijn hoofd in Luzians richting, die ondertussen weer op zijn benen stond.

‘Waar komen jullie vandaan?’ De tweede man voegde zich bij wat, naar ik aannam, zijn broer moest zijn. Hij vestigde zijn blik op mijn rechterwang, waar zich het teken van Syanwode bevond.

Snel wendde ik mijn hoofd af. Te laat. De baardloze jongeman kneep zijn ogen tot spleetjes en fluisterde iets tegen zijn broer. Hij knikte in de richting van het niet-toegankelijke Syanwode. Koortsachtig probeerde ik te bedenken hoe Luzian en ik hier weg konden komen. Als we de veilige grens naar ons rijk konden bereiken bleven we uit te klauwen van die twee ruw uitziende mannen, maar de kans was klein dat ik hen voor kon blijven. En waar was de grens precies? Ik had niets gevoeld toen we ons rijk verlieten.

‘Ben je gek geworden, Elian?’ riep de man luid. Zijn kortgeknipte haar had de dezelfde kleur als zijn bruine ogen. Zijn zware bijl rustte weer met het blad naar beneden op de grond. Hij maakte een gebaar met zijn vrije hand. ‘Ze zien er uit als mensen, net als jij en ik.’

Bij het horen van deze woorden kreeg ik de koude rillingen. Kon het zijn dat we nu al ontdekt waren, zo kort na het afscheid van Hirion? Ik zocht de warme geruststelling van Luzians hand, maar vond die niet. Hij was achteruit gedeinsd en keek schuw als een in het nauw gedreven vos om zich heen.

‘Zo gedragen ze zich anders niet,’ snoof Elian.

Hij deed een vlugge uitval en wist zo, voor ik wist wat er gebeurde, mijn arm vast te grijpen. Hij trok me dichter naar zich toe, pakte me bij mijn kin en draaide mijn gezicht ruw naar links om mijn rechterwang aan zijn broer te tonen.

‘Kijk, heb je dit ooit bij een mens gezien?’

Ik verzette me uit alle macht tegen Elians stevige greep. Paniekerig sloeg ik naar zijn pols. Ik klemde mijn vingers om zijn arm, die zo gespierd was dat ik twee handen nodig had om hem te omvatten. Uiteindelijk zette ik zelfs mijn nagels in zijn gebruinde huid. Het deed hem niets.



Lees verder op mijn site

Reacties op: De ontdekking van een koning