Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Kelly van der Laan

Een fragment uit 'Stof en Schitteringen'

Over het boek:

De Lentagon; De ultieme fusie tussen wetenschap en magie. Een magische energieversterker, die voorspoed en welvaart had moeten brengen, maar in plaats daarvan een deel van de hoofdstad van Parsia in de as legde. Omdat iedereen zich ervan bewust is dat dit wonder van technologie in de verkeerde handen een gruwelijk wapen kan zijn, wordt de Lentagon achter slot en grendel opgeborgen. Dan gebeurt het ondenkbare en wordt de Lentagon door een stel terroristen gestolen.
Joy Harting is niet bijster getalenteerd met magie, noch erg geinteresseerd in politiek rondom de Lentagon. Dat verandert wanneer ze op de snelweg naar Mentorn haar duim opsteekt voor een lift. Vanaf dat moment wordt ze meegesleurd in een wilde klopjacht, met als inzet het krachtigste massavernietigingswapen dat de wereld ooit gekend heeft…


Een fragment uit Stof en Schitteringen:

Ik arriveerde in een wolk van stof en schitteringen. Ik vloekte. Het stof zat werkelijk overal. Het verstopte mijn neus en kriebelde in mijn keel, het kleurde mijn haren grijs en het zorgde voor een constante tranenstroom over mijn gezicht. Eigen schuld, in mijn impulsiviteit was ik vergeten dat het een slecht idee is om tijdens de zomer op een motor door stoffig Parsia te reizen.

Ik kwakte de motor tegen het hek en draaide me zuchtend om. Het landhuis van mijn familie stond er stil en verlaten bij.

Wedden dat ze niet eens thuis zijn?

Ik haalde een hand door mijn verwaaide haren en probeerde de fijne laag stof enigszins van mijn gezicht en mijn kleren te vegen. Ik moest me er maar bij neerleggen dat ik mijn familie voor de eerste keer in vier jaar weer zou zien terwijl ik er groezelig uitzag. Niets aan te doen. Gewoon diep ademhalen en doorzetten. Je bent nu al zo ver gekomen...

Ik liep de oprijlaan op en probeerde mijn gevoelens van frisse tegenzin te onderdrukken. Bij het huis gekomen, hield ik even stil en probeerde ik door de ramen naar binnen te gluren. Het namiddagzonnetje maakte dat het er een stuk donkerder leek dan buiten waardoor ik niet kon zien of er iemand aanwezig was. Ik drukte op de bel en leunde tegen de deurpost terwijl ik op een reactie wachtte.

Die reactie kwam er zeker, en precies zoals ik had gedacht. Ik had net genoeg tijd om mijn oudere zus te herkennen voordat ze prompt de deur weer dichtsloeg. Ik deed een stap terug om te voorkomen dat mijn neus verpletterd zou worden tegen het glanzende hout, stapte in het niets en struikelde prompt van het opstapje van de portiek af. Zo zag mijn zus me toen ze de deur opnieuw opende: zittend in het stof op het tuinpad. ‘Hoi,’ zei ik laconiek. Ik verbeet mijn onhandigheid.

‘Sirka! Wat moet jij hier?’

Ik krabbelde overeind en sloeg het stof van mijn leren motorbroek. ‘Ik zag het nieuws,’ legde ik uit. ‘Ik dacht dat je misschien hulp nodig zou hebben met Seamon.’ Mirella snoof. ‘Jij bent wel de laatste die ik om hulp zou vragen.’ Ze maakte alweer aanstalten om de deur in mijn gezicht te sluiten.

Vlug stak ik mijn voet ertussen en trok een grimas van pijn toen de klap kwam. ‘Dat weet ik, daarom ben ik ook uit mezelf gekomen,’ zei ik.

Ietwat schuldbewust vergrootte Mirella de deuropening weer. De blik in haar groene ogen verzachtte en ze glimlachte flauwtjes. ‘Je kent ons te goed. Kom binnen,’ zei ze. ‘Je kunt wel een kop thee en een bad gebruiken, meid. Je ziet eruit als een spook. Wat heb je gedaan?’

‘Ik ben op de motor gekomen. De Poort had een wachttijd van zes en een half uur en mijn manager wilde me geen voorrang geven, dus ik dacht dat ik wel kon rijden. Ik was vergeten hoe stoffig het hier is in de zomer.’

Mirella lachte schamper. ‘Goden Sirka, jij verandert echt nooit. Denk je ooit wel eens na?’

‘Och, het werkte toch?’ Ik schokschouderde en probeerde een vlaag van irritatie te onderdrukken dat we meteen weer terugvielen in onze oude patronen. Ondanks of juist dankzij het feit dat we maar anderhalf jaar in leeftijd scheelden, hadden mijn zus en ik nooit een goede relatie gehad. Na mijn vertrek volgend op de dood van onze ouders was deze er niet veel beter op geworden.

Na een snelle douche ging ik bij Mirella in de woonkamer zitten. De geesten van mijn ouders leken de kamer nog altijd te vullen. Ik snapte niet dat Mirella het hier uithield. Iedere seconde in het volledig gerenoveerde huis herinnerde me aan de explosie en hun gewelddadige dood. Het lag als een verstikkende deken over me heen.

Mirella zette een kop thee voor me neer en tikte het nieuwsscherm in de tafel aan. Onder de glazen plaat gloeide hetzelfde bericht op dat ik thuis in Mentorn had gezien. De nieuwslezer vertelde hoe een groep jonge radicale talenten de Lentagon had gestolen en toonde beelden van de bewakingscamera’s. Twee zwartgeklede en gemaskerde dieven bevonden zich in de ruimte. Gehandschoende handen sloten zich om een kristallen bol heen, die fel opflitste met een pure kracht, zo wit dat de camera’s het niet goed konden weergeven. De getalenteerde dief in kwestie had met deze energieversterker de hele wereld aan zijn voeten liggen. Ik herkende hem meteen aan zijn handgebaren terwijl hij zijn talenten aansprak om moeiteloos de realiteit te vervormen, een poort creëerde en er samen met zijn handlangers doorheen stapte.

Ik keek op van het scherm. ‘Wanneer heb je hem voor het laatst gezien?’

Mirella fronste. ‘Anderhalve week geleden. Hij kwam wat spullen halen... Hij woont al twee maanden in een woning in Kalmstad met een stel vrienden uit zijn ijshockeyteam.’

‘Wist je dat hij zich met dit soort dingen inliet?’

‘Met de Jonge Radicalen? Ach, ik wist dat hij het eens was met hun uitlatingen, maar ik had geen idee dat hij er ook actief mee bezig was.’ Ze zuchtte. ‘We hadden regelmatig ruzies tijdens het avondeten over politiek en magie. Ik dacht dat het gewoon puberpraktijken waren... Dat hij het niet met me eens was omdat ik zijn zus ben.’

Ik keek somber naar het stilgezette beeld van mijn kleine broertje. Ik ben te lang weggeweest. Ik herinnerde me Seamon als een slungelige tiener, maar hij was een jonge man geworden. Negentien al. Een jonge man die zich inliet met een groep radicale talenten met terroristische neigingen. Ik ken hem niet meer. ‘Ik neem aan dat je de veilers nog niet ingeschakeld hebt?’

Mirella schudde haar hoofd. Haar blonde haren dansten op haar schouders. ‘Nee. Ik weet het net zo lang als jij... en kom op: hij is ons broertje.’

‘Enig idee waar hij uithangt in Kalmstad?’

Ze knikte. ‘Ik zal de coördinaten naar je comm sturen.’



Lees verder op mijn site

Reacties op: Een fragment uit 'Stof en Schitteringen'