Blogpost:
larsdebrabander
"Faction", een mix van Fictie en Feiten
Maar kunnen deze twee elementen echt naast elkaar bestaan in een werk van historische fictie? Aan de ene kant vertrouwen historische romans vaak op feitelijke details om context te bieden en het verhaal geloofwaardig te maken. Deze details kunnen historische gebeurtenissen, culturele normen en zelfs het dagelijkse leven van mensen gedurende een bepaalde periode omvatten. Het is echter belangrijk op te merken dat zelfs feiten op verschillende manieren kunnen worden geïnterpreteerd en dat historische gegevens fouten of onnauwkeurigheden kunnen bevatten. Aan de andere kant stelt fictie auteurs in staat personages en scenario's te creëren die nooit hebben bestaan, waardoor een element van creativiteit en verbeeldingskracht aan het verhaal wordt toegevoegd.
Zo heb ik zelf twee historische romans ("De herovering van New York" en "De fluisteraar van Pere-Lachaise") op mijn naam staan, en de onlangs verschenen en de door het Nederlands Literatuurfonds gesteunde 'gewone' roman, "Hersenflitsen". In alle drie romans wordt fictie vermengd met feitelijke gebeurtenissen.
Fictieve elementen kunnen helpen om historische figuren te vermenselijken en het verleden op een meer herkenbare manier tot leven te brengen voor moderne lezers. Te veel fictie kan echter afbreuk doen aan de historische nauwkeurigheid van de roman. Dan wordt het meer een geschiedenisboek en komt de lezer bedrogen uit. Uiteindelijk is evenwicht de sleutel tot het succesvol combineren van feit en fictie in een historische roman. De auteur moet de tijdsperiode zorgvuldig onderzoeken en ervoor zorgen dat de historische details accuraat zijn, terwijl er ook ruimte is voor creatieve interpretatie en fictieve elementen. Het doel moet zijn om een samenhangend verhaal te creëren dat zowel vermakelijk als informatief is.
Wie kent niet de verfilming van blockbuster Amadeus, over het leven van Wolfgang Amadeus Mozart? Een van de hoofdrolspelers, naast Wolfgang, was Salieri. Sallant detail: de twee hebben elkaar nooit ontmoet. In mijn eigen "De herovering van New York" laat ik een van de hoofdrolspelers, Cornelis Evertsen de Jongste, in het Caribisch gebied een truukje uithalen met zijn schip: hij laat de ankers vieren die op een zandrif nabij St. Lucia terechtkomen waardoor zijn galjoen al vrij snel tot stilstand komt waardoor de Franse vijandelijke schepen elkaar beschieten in plaats van het Zeeuwse schip van Cornelis. Creativiteit van de auteur? Welnee! Echt gebeurd. Echter, het gebeurde pas jaren later nadat Cornelis daadwerkelijk New York terug veroverde van de Engelsen. Moet kunnen in een roman. Of niet?
Een andere belangrijke overweging is het publiek. Een werk van historische fictie gericht op academici of historici kan een hoger niveau van historische nauwkeurigheid vereisen dan een roman gericht op een meer algemeen publiek. Maar zelfs werken die op een meer algemeen publiek zijn gericht, moeten ernaar streven een niveau van historische nauwkeurigheid te behouden om de voortzetting van verkeerde informatie te voorkomen.
Kortom, feit en fictie kunnen naast elkaar bestaan in een historische roman, maar het vereist een delicaat evenwicht tussen nauwkeurigheid en creativiteit. Auteurs moeten ernaar streven om de historische setting en gebeurtenissen nauwkeurig weer te geven en tegelijkertijd een meeslepend verhaal te schrijven dat lezers aantrekt. Als ze goed worden gedaan, kunnen historische romans een unieke en boeiende manier bieden om meer te weten te komen over het verleden.
Eens, of oneens?