Blogpost:
Deborah van Duin
Geen druppel zweet in de winnende verhalen van Harland 2022
(Deze bespreking bevat spoilers.)
Filosofische strekking
Opvallend is dat vier van de vijf verhalen niet alleen méér willen zijn dan enkel een aangenaam of spannend verhaal, maar dat zij een sterk filosofische strekking hebben. Deze verhalen gaan over de kosmos en de plek van de mens daarin. Het meisje met de rode paraplu van Dorien Brugman laat de cyclische aard van het leven zien. Fulltime god gezocht van Jakim Kravanja zoekt naar zingeving in een wereld waar ellende de boventoon lijkt te voeren. Het meisje van de duizend onderdelen van winnaar Jorrit de Klerk gaat over de waarde van menselijke liefde. Op het kleinere maar toch nog behoorlijk omvangrijke niveau van de menselijke samenleving legt De basis van Wouter Klein Ikkink een parallel tussen de almacht van wereldlijke leiders en die van religie. Zelfs in De borduurster van Bayeux van Heleen van den Hoven, het enige verhaal waarin het verhaal de kern van de zaak is, bestaan parallellen tussen enerzijds het 'kleine' leven van een moderne vrouw en anderzijds het leven van haar verre voorouder die met het vervaardigen van het beroemde tapijt van Bayeux de historie vormgaf.
Inzet instrumentarium speculatieve fictie
Bij de vier verhalen met strekking valt op dat zij de instrumenten van speculatieve fictie op bijna identieke manier inzetten. De nadruk ligt steeds op een vaak sterk symbolische verhaalwereld waarin de personages zich vooral pratend en denkend ophouden. Ze hebben weliswaar drijfveren en zitten bepaald niet stil, maar er is vrijwel geen sprake van actie die de gebeurtenissen voortstuwt.
Zo speelt Brugman zich af in een moderne stad waarin de godheden Dood, Orde, Waarheid en Liefde (en, zo blijkt later, ook de tegenpolen waarin zij uiteindelijk steeds weer overgaan) hun tempels hebben. Verteller Zoë is een inbreekster die aan het begin van het verhaal aan de dood ontkomt. Zij is getuige van gebeurtenissen, doorkruist de stad, spreekt met godheden en anderen, en trekt haar conclusies. Kleursymboliek en de metafoor van bloed weven het geheel aan elkaar. De weinige actie lijkt vooral bedoeld te zijn om Zoë als personage neer te zetten.
Kravanja's verhaalwereld is een bureaucratisch hiernamaals, compleet met de functie van GOD waarnaar gesolliciteerd kan worden en met HEINs die achter hun computerschermen zielen beoordelen. Nutteloosheid, routine en het onmenselijke overheersen. Ik lees de verhaalwereld als een metafoor voor de klassieke manier van religie: weliswaar niet onempatisch maar toch lopendebandwerk. Het menselijk lijden hebben we maar te accepteren. Ook dit verhaal moet het vooral hebben van dialoog en overdenkingen, waarbij overleden LHBT+-er Freya (de naam is vast niet toevallig gekozen) als een frisse wind door het hiernamaals en door de depressieve gedachtewereld van verteller HEIN waait.
De verhaalwereld van De Klerk is futuristisch en groots, maar zonder de technische onderbouwing die thuishoort in harde SF. De circusvoorstelling die in de loop van eeuwen de ruimtekoloniën aandoet, verbeeldt door middel van hologrammen en acrobatiek de historie van de mensheid, vanaf onze evolutionaire wortels tot de laatste oorlog die ons naar de sterren deed vluchten. De verteller, een 16-jarige jongen, is betoverd door het mechanische meisje in de voorstelling. Hij staat voor de mens die droomt van het onbereikbare maar uiteindelijk de waarde van menselijke liefde beseft. De actie is minimaal, we kijken vooral mee door de ogen van de verteller en denken met hem mee.
In Klein Ikkink is de verhaalwereld eentje uit de klassieke SF: een basis op de maan ergens in een verre toekomst. Het contact met de aarde is na een oorlog verbroken. Verteller Paula gaat over tot actie als er een technisch probleem opduikt. Zij observeert, denkt, praat en zet stappen, die er uiteindelijk toe leiden dat we de ware toedracht horen van een revolte die twee eeuwen eerder honderden kolonisten het leven kostte. Steeds is er uitleg over de historie, de techniek en de samenlevingsstructuren op de basis. Hoewel er in vergelijking met de andere verhalen vrij veel actie is, krijgen we de onthullingen te zien via een geheugenkaart die Paula afkijkt, dus ook passief. In een epiloog, die de lezer abrupt meeneemt naar de aarde, wordt de boodschap over de onaantastbaarheid van hooggeplaatsten breder getrokken.
In Van den Hoven wisselen de moderne verhaalwereld en de 11e eeuw elkaar af. Het is het magisch borduurtalent in de familie dat de tijdperken met elkaar verbindt. Door de ogen van de moderne verteller Tilly ziet de lezer de gebeurtenissen voorbijtrekken. Tilly die borduurt, herinnert zich haar eveneens bordurende oma en leest het dagboek van haar middeleeuwse voorzaat Mathilde. Daarbij is het patroon in de verhaalverwikkelingen dat er eerst geborduurd wordt en dat de betreffende vrouw vervolgens ziet wat dat teweegbrengt. Tussendoor vertellen de dagboekpassages van Mathilde wat zij hoort en denkt over de Normandische verovering van Engeland.
In de vijf verhalen domineert dus de vaak symbolische verhaalwereld in combinatie met reflectie in de vorm van gesprekken, uitleg, overdenkingen of herinneringen. Er valt wat dat betreft geen druppel zweet. Personages symboliseren in de regel iets. In De Klerk staat de verteller voor de coming-of-age van de mens(heid), in Brugman voor de mens als pion in een groter kosmisch patroon, in Kravanja voor de zoeker naar zingeving, en in Klein Ikkink voor de heldin die haar verantwoordelijkheid neemt. Van den Hoven is het 'gewone' verhaal van het gezelschap, maar ook daarin staat vooral de parallel centraal tussen de twee vrouwen, die niet heel erg van elkaar afwijken.
Overeenkomsten en verschillen met top vijf EdgeZero 2022
Eind 2022 werd de uitslag bekend van een andere verhalenwedstrijd in het speculatieve genre, EdgeZero. Deze wedstrijd werkt anders dan de Harland. Bij EdgeZero kunnen alleen verhalen ingezonden worden die al ergens gepubliceerd zijn, of die hebben meegedongen in een andere wedstrijd. (De vijf hoogst geëindigde verhalen van de editie 2022 betroffen driemaal een publicatie en tweemaal een wedstrijddeelname.) Hierdoor is de wedstrijd niet anoniem. De shortlist wordt opgesteld door een jury van schrijvers en lezers. De uiteindelijke uitkomst volgt uit een publieksstemming. De Harland daarentegen werkt met een eerste ronde door voorselecteurs, waarna de resulterende shortlist beoordeeld wordt door een professionele jury.
Bij de vijf EdgeZero-verhalen van de editie 2022 die het hoogst zijn geëindigd valt op dat ook daar viermaal sprake is van een verhaal met een strekking. Als ik ze echter vergelijk met de Harland-verhalen dan vallen me verschillen op. Allereerst ontbreekt de 'kosmische' invalshoek. Voor zover de EdgeZero-verhalen reflecteren op de wereld, beperken zij zich tot de menselijke samenleving. Ze zijn overwegend dystopisch, hoewel niet beslist zonder hoop. Ontsnappingspoging van Johan Klein Haneveld gaat over de dwang van reclame. Het water kruipt waar het niet gaan kan van Kelly van der Laan en Wendy Torenvliet toont een dystopie van rijke, bevoordeelde mensen en ondergeschoven arbeiders. Ruimtesteden twinkelen niet van Tais Teng schetst een inktzwarte toekomst waarin arbeidsrechten en menselijk geluk het afleggen tegen commerciële belangen. De bron van Mike Jansen reflecteert op de invloed van 'experts' die ons ervan overtuigen wat we als waarheid moeten aanmerken. Het vijfde verhaal, Geen weerstand van Kelly van der Laan, is net als Van den Hoven horror, en brengt meteen een tweede verschil tussen beide top vijven naar boven. Want in de EdgeZero-verhalen is actie veel prominenter aanwezig dan in de Harland-verhalen. Van der Laan is een klassiek horrorverhaal over een meisje dat contact legt met haar overleden geliefde aan gene zijde - althans, dat denkt ze. De ontknoping is uiterst fysiek. Ook de andere verhalen rusten veel directer op actie die de lezer in de verhaalwereld brengt. In Van der Laan/Torenvliet horen we met bonzend hart voetstappen naderen terwijl we onder een vloeistoftank liggen, in Jansen zien we onze reddingslijn afgesneden door een schuivende stenen deur. Klein Haneveld heeft weliswaar geen expliciete actie maar dompelt ons onder in een claustrofobische ervaring. Teng is nog het meest actieloos, en doet in dat opzicht het meeste denken aan de Harland-verhalen, hoewel het verhaal het optimistische daarvan ontbeert.
Conclusie
Kunnen wij in de vijf hoogst geëindigde Harland-verhalen zien dat speculatieve fictie ons op een dieper niveau laat nadenken over het menselijk bestaan, zoals in februari werd gesteld in een Volkskrant-artikel? Jazeker, en dat lijkt overwegend op een kosmisch niveau te zijn. De verhalen van De Klerk, Brugman en Kravanja bieden daarbij hoop voor het menselijk bestaan: als we het anders aanpakken, als we anders durven te denken, dan wordt het leven op zijn minst begrijpelijker. In de Harland-verhalen wordt vooral de (symbolische) verhaalwereld ingezet, in combinatie met reflectie. Actie heeft een relatief kleine rol. Ook een referentiekader (in de zin van verwijzingen naar de actualiteit, mythologie of historie) heb ik niet echt aangetroffen. In vergelijking met EdgeZero 2022 zijn de verhalen duidelijk reflectiever en symbolischer. Is het toeval? Is het typisch voor de Harland en/of de gekozen jury? Neigen inzenders bij deze wedstrijd tot het schrijven van dergelijke verhalen? Hebben lezers er in deze tijd behoefte aan? Ik zou het niet kunnen zeggen.
Persoonlijke leesbeleving
Zelf was ik als lezer niet laaiend enthousiast over de vijf verhalen. Ik miste inderdaad de actie. De personages vond ik ook niet heel bevredigend. In speculatieve fictie hoeven die niet per se diepgaand uitgewerkt te zijn, maar hier beleefde ik ze te veel als pionnen van een bedoeling. Ook de verhaalwerelden waren voor mij te veel constructen bedoeld om een filosofie neer te zetten, terwijl ik juist van speculatieve fictie houd omdat ik me daarin op fantastische, onmogelijke plekken bevind die ik helemaal ervaar. Onomwondener gesteld: voor mij mag er wat meer sfeer en actie zijn en wat minder geleuter. Waaraan ik meteen wil toevoegen dat ik De Klerk erg geslaagd vond: een groots geschilderd verhaal dat geen moment dreigt in te zakken onder zijn eigen gewicht. Hoewel het niet mijn type verhaal of thema is, vond ik de knappe inzet van grotere en kleinere metaforen een genot. Kravanja vond ik ook plezierig: een lenig verhaal met veel knipoogjes. (Dat het exact 6.666 woorden beslaat is vast geen toeval.) Ook waardeerde ik het onderwerp en de invalshoek. Zingeving is bepaald geen stoer onderwerp in deze tijden. In speculatieve fictie (vooral in dystopische fictie) wordt religie in de regel in een context geplaatst van rigiditeit en onderdrukking. Dit verhaal zoekt naar nieuwe invullingen van zingeving en (traditionele) religie. Het laat zien dat speculatieve fictie zich ook voor een dergelijk onderwerp prima leent.
Bronnen:
⦁ De beste vijf verhalen van de Harland Awards 2022 kun je hier downloaden (je hebt wel een inlog voor Hebban nodig).
⦁ Alle shortlistverhalen van EdgeZero 2022 zijn hier te lezen.