Blogpost:
PatrickMaes
Hilarisch: Hoofdpersonages uit "Sheol, de wachtkamer" houden meeting met de auteur voor een stand van zaken ivm de release.
Ik ben na vier jaar weer op Sheol, het dodenrijk.
Het met een hoge palenmuur omringde dorp is niet ver, ik ben ongeveer op dezelfde plek beland als de eerste keer.
Het boek heb ik nog steeds in mijn handen.
Ik slik een krop in mijn keel weg en stap in richting van het dorp.
De twee wachters kijken me vreemd aan maar zeggen niets en laten me gewoon door.
De steegjes zijn grotendeels verlaten, de weinigen die ik ontmoet staren me stilzwijgend aan.
Ik zie een paar vrouwen fluisteren terwijl ze het duidelijk over mij hebben.
Ze kijken schichtig in mijn richting.
Ik laat me niet uit mijn lood brengen en ga naar het midden het dorp waar het marktpleintje is.
Ze zijn er al. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en stap verder naar de vergadertafel die voor de gelegenheid is opgesteld.
Iedereen kijkt me aan, alleen Peter zwaait ter begroeting.
Wilhelm kijkt nors, zoals gewoonlijk, en knikt.
Hij wijst naar één van de vrij stoelen. Ik ga zitten.
Niemand zegt een woord maar iedereen kijkt naar mij.
Ik slik om mijn droge mond wat te verlichten en wil het woord nemen maar Wilhelm is me voor.
Hij staat op en gaat met beide handen op de tafel steunen terwijl hij iedereen één voor één aankijkt.
Zoals gewoonlijk draagt hij zijn kruisvaarders uitrusting, de dolk zit in zijn riem.
“Goed, we zijn voltallig.” Ik schrik van zijn luide stem en ben even van mijn melk als hij me daarna aankijkt. “En? Is het gebeurd?”
Ik hef het boek en toon het aan het gezelschap. “Het is gelukt, hier is het: Sheol, de wachtkamer.”
Ik geef het door zodat iedereen het even in zijn handen kan houden.
Yelena doorbladert het zorgvuldig. En draait het om en om in haar handen.
Haar haren zitten samengebonden in een lange staart en ze heeft haar zwaard niet op haar rug.
Uiteindelijk geeft ze het boek door aan Anthony. Dan kijkt ze me aan. Ze is adembenemend mooi en ik weet me niet goed een houding te geven.
“Wat een vreemde cover. Wie is die persoon met dat laken over zich?”
“Dat is een idee van de uitgever, hij kwam daarmee af en ik vond het goed. Het heeft iets mysterieus en intrigerend. Welke cover had ik moeten nemen, er zijn geen foto’s van Sheol, hé.”
Ik zie Anthony goedkeurend knikken en het boek doorgeven aan Wilhelm.
Hij neemt het in zijn handen en doet geen moeite om zijn minachting te verdoezelen.
“Je kon iets Christelijks genomen hebben. Op wat slaat dit? Denk je zo de boodschap door te geven?”
“Ik heb een Bijbelvers erboven gezet, Jesaja 14.9” Ze lijken niet erg enthousiast,
Peter en Yelena fluisteren iets tegen elkaar. “De cover is niet zo belangrijk, het is de inhoud die telt. Heb je alles kunnen uitleggen?” Het is Anthony.
“Alles wat we samen besproken hebben staat erin, ik zal het boek hier laten.” Ik haal mijn schouders op.
Wilhelm gooit het boek op de tafel.
Op de achterflap kijkt de foto van mezelf me aan. “Goed, en de reacties?”
Ik kijk naar de tafel en slik. “De reacties? Tja, ik kan daar nog niet veel over vertellen. Het is gedrukt en verkrijgbaar bij vele boekhandels in België. Ook online bij bol.com.” Ik zie ze allemaal onbegrijpend kijken en voeg er snel aan toe: “Dat is een dienst waarop je iets bestelt en het ’s anderendaags thuis geleverd wordt. Zowel in België of in Nederland. Heel populair op aarde, nu.”
Wilhelm gromt. “Als het zo gemakkelijk te krijgen is zal het al wel wijdverspreid zijn. Er zal vast wel al heel wat over gepraat worden.”
Peter schuift me een beker aan met bruinachtig schuim op.
Ik knik dankbaar en neem onmiddellijk een slok van het lauwe bier.
Ondanks de pittige kruidensmaak voelt het als een verlossing voor mijn droge keel.
Ik schud het hoofd en kijk naar het boek op de tafel. “Zo gemakkelijk is het niet. Er verschijnen enorm veel boeken in ons taalgebied en als debuterend auteur is het niet zo evident om de kijker te lopen.”
“Maar toch niet over een onderwerp als deze. Ik denk niet dat het dodenrijk al zo dikwijls is beschreven, of wel soms?”
Ik schud weerom het hoofd. “Nee, inderdaad, maar het moet in de aandacht komen. Het kan snel gaan maar de juiste mensen moeten het opvangen.”
“Wel doe er dan iets aan, ga naar die mensen.”
“Maar zo simpel is dat niet, er zit hier niemand op te wachten, hé. Elke auteur wil zijn boek in de picture krijgen.”
Anthony onderbreekt me. “Is het al vertaald om in andere landen uit te brengen? Met België en Nederland alleen komen we er niet. We hadden toch afgesproken dat de hele wereld dit moet weten, hé.”
Ik zucht. “Het moet eerst daar van de grond komen, daarna zal dit wel gebeuren. Geef het toch wat tijd. Het is nog maar een goede anderhalve maand uit. Dat is niet lang hoor. Het ligt al in behoorlijk wat winkels, in heel wat bibliotheken. Online, dat is die dienst waar ik het daarnet over had, wordt het al behoorlijk besproken en ik heb al heel wat recensie exemplaren verstuurd. Ik heb al heel positieve reacties mogen ontvangen en sommigen zeggen echt dat ik hen aan het denken heb gezet. Het wordt boeiend, uiterst spannend en confronterend genoemd. Ik begrijp jullie ongeduld maar jullie moeten me nog wat tijd geven.”
Wilhelm leek niet van plan om me die tijd te geven. “Ik begrijp niet waarom alle kranten niet vol staan van dit boek. Heb je de hel niet besproken misschien?”
“Tuurlijk wel, in geuren en kleuren.” Ik kijk naar Yelena, Peter en Anthony. Hun brandende lichamen staan voor eeuwig op mijn netvlies gebrand. Ik had er nachten van wakker gelegen.
“En de verklaring voor donkere materie? Heb je dit verteld?” Het is Anthony.
“Alles staat erin, geloof me, zoals we het besproken hebben?”
Wilhelm schudt het hoofd. “Als je het enkel maar te bestellen hebt en het ’s anderendaags thuis wordt geleverd, dan moet iedereen er toch al één besteld hebben.”
“Velen wachten tot de verplichte boekenprijs van één jaar is verlopen, dan wordt het boek gewoonlijk goedkoper en daar wachtten velen op. Zo gaat dat met debuterende auteurs.”
Wilhem kijkt me met grote ogen aan. “Vraag je daar geld voor dan? Nu begrijp ik het probleem. Dat hadden we toch niet afgesproken. Je moet dit gratis verspreiden, man.” Zijn ogen vlammen.
Iedereen kijkt me aan.
Deze keer schud ik het hoofd en sta op van mijn stoel. “Zo werkt het niet. Ik kan dit boek niet gratis verdelen, dat kan gewoon niet. De druk van dit boek kost gigantisch veel geld. Los van mij hebben hier veel mensen aan gewerkt en ook de boekhandels rekenen torenhoge percentages aan. Ik heb al wat recensie exemplaren opgestuurd en enkel één boek naar Nederland sturen kost al dertien euro. Geloof mij, ik heb zo goed als niets aan een verkocht boek. Voor het geld hoef ik dit echt niet te doen.”
Peter, die in het boek aan het bladeren was, kijkt me plots verbaasd aan. “Maar je hebt niet het gehele verhaal verteld. Dit is toch niet alles. Zo stopt het toch niet.”
“Ik weet het, ik ben bezig met het tweede deel. Alles in één deel stoppen zou veel te veel zijn. Laat de lezers eerst kennismaken met het bestaan van Sheol, het leven hier, de verschrikkingen, dit is al confronterend genoeg. Als we alles onmiddellijk vertellen zal het té zijn. Wie dit heeft gelezen zal ongetwijfeld wel meer willen weten, maar dan hebben we ze al voorbereid op het ergste.”
Iedereen begint door elkaar te praten maar Peter staat op, hij heft zijn handen ter verzoening en spreekt iedereen aan. “Kom mensen, Patrick heeft gelijk. We moeten hem de tijden vertrouwen geven. Hij heeft ook gelijk wat de verspreiding betreft. Ik weet hoe het werkt. Laten we hem nog een extra zes aardse maanden geven en dan een nieuwe meeting organiseren voor stand van zaken.”
Wilhelm gromt iets tussen zijn tanden maar knikt. Ook Anthony en Helena knikken.
Ik zucht en zet me weer neer. Ik neem nog een slok van het lauwe bier.
Yelena neemt het boek weer op en bladert weer door de tekst. Soms stopt ze om een passage te lezen. Op een gegeven moment kijkt ze me gegeneerd aan en bladert dan weer verder.
Wilhelm staat ook op. “Goed, binnen zes aardse maanden zien we elkaar terug dan.” Het lijkt hem niet te zinnen.
Hij wijst nog naar het boek en zegt. ”Misschien had je een kruisvaarder op de cover kunnen zetten.”
Ik drink mijn beker leeg en sta ook op. “Lezen jullie het ondertussen eens. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden.”
De meeting is afgelopen.
Iedereen drukt me de hand, Peter en Yelena bedanken me en ik ga terug naar de poort van het dorp.
Het is niet verlopen zoals ik het gehoopt had maar eigenlijk had ik niets anders verwacht.
Bij de poort aangekomen zie ik een nerveuse man bij de wachters staan.
Hij zwaait schichtig naar me als hij me opmerkt en komt mijn richting uit geslopen.
“Vertel het me. Haten ze me op aarde nu?” Ik kijk hem niet begrijpend aan.
“Hoe bedoelt u?”
De man maakt kringetjes met de top van zijn schoen in het zand en kijkt naar de grond. “Ik vermoed dat ik nu de meest gehate man op aarde ben, nee? Sinds jouw boek uit is?”
Ik schud het hoofd. “Waarom zouden ze jou haten? Wie ben je? Ik heb het niet over jou gehad, vriend.”
De man kijkt me verdrietig in de ogen en legt een hand op mijn schouder. “Och jawel. Och jawel.” Hij kijkt nogmaals kom zich heen en dan weer naar mij. “Ik ben Charles Darwin.” Hij zegt het heel stilletjes.
;)
Patrick Maes