Blogpost:
Marceline de Waard
LezensWaard, Marceline las in december 2024
Het is inmiddels een vaste waarde op de eerste zaterdag van de maand: het op de radio bespreken van mijn favoriete gelezen boeken van de afgelopen maand.Op 7 december sprak ik met John Weimar over de volgende drie boeken
Wil je het gesprek nog eens terugluisteren? Dat kan via deze link, kies 7 december, het begint even na 10:10 uur. Hiernder lees je de drie boekbesprekingen na en meer:
Het mes in het vuur – Ingeborg Arvola
Het verhaal is gesitueerd in Lapland en het hoge noorden van Noorwegen. Een smalle strook met een fjordenkust die bovenlangs Zweden en Finland doorloopt tot aan Rusland. Het is een gebied waar in de afgelopen eeuwen de grenzen veranderden en verschillende bevolkingsgroepen zich tot elkaar moesten verhouden, dat ging niet altijd soepel.Het verhaal speelt tussen 1859 en 1862. In die tijd trokken de mensen van Lapland van oudsher voor de visvangst naar de kust.Na een korte introductie van het gebied begint Het mes in het vuur in 1859. Aan het woord is Brita Caisa, een jonge ongehuwde vrouw met twee zoontjes. Zij is de verteller van het verhaal en is een bijzondere vrouw is, een sterke vrouw. Een vrouw die niet past in de hokjes van de kerkboeken maar zich laat leiden door haar hart, ze is mooi en lacht de zon tevoorschijn. Haar taalgebruik is rijk en beeldend, soms zelfs poëtisch. De natuurbeschrijvingen zijn prachtig. Ook de manier waarop Brita Caisa haar verhaal vertelt is aangrijpend. Ze begint haar verhaal met hoe ze voorgoed met haar twee zoontjes vertrekt uit haar dorp. Ze werd weggestuurd omdat ze een ongehuwde moeder was. Voor ze wegging, moest ze vier dagen voor schande voor in de kerk staan. De beschrijving van haar eenzaamheid en afwijzing is aangrijpend.Haar einddoel is de kust waar ze in het vissersdorp waar haar oudste broer met zijn gezin woont, een goede echtgenoot wil vinden die ook een vader voor haar kinderen wil zijn. In haar reis met haar zoontjes komt ze langs een boerennederzetting waar ze tijdelijk mag verblijven als werkmeid. Daar blijkt ook dat ze een natuurgenezeres is en verdient ze min of meer een plekje binnen de nederzetting als ze helpt bij een zware bevalling en andere kwetsuren. Min of meer, want haar positie als ongetrouwde moeder wekt ook daar afkeer en afwijzing op. In de nederzetting woont ook de boer Mikko met zijn vrouw Greta. Ze wordt verliefd op hem en blijft langer hangen dan de bedoeling is. Dit tot ongenoegen van haar oudste zoon: die wil graag doorreizen zodat zijn moeder een visser vindt en een fatsoenlijke getrouwde vrouw wordt.Als ze uiteindelijk vertrekt gaat ook Mikko mee. In het vissersdorp waar ze aankomen om als seizoenarbeiders te werken beginnen zij een hartstochtelijke geheime liefdesaffaire. Ze zijn elkaars ware liefde. Het probleem is niet alleen dat hij al getrouwd is maar ook dat ongehuwd samenwonen strafbaar is. Ze doen het stiekem maar in een gemeenschap waar twee gezinnen in één kamer wonen en seizoensarbeiders met elkaar in een schuur wonen is hun liefde moeilijk geheim te houden. Het bereikt ook de oren van Mikko’s vrouw Greta die aangifte tegen hen doet. Naast dit persoonlijke verhaal van Brita Caisa geeft Het mes in het vuur ook inzicht in het leven in het hoge Noorden van die tijd. De moraal van de kerke was streng en ook de lensmannen die de wet handhaafden waren onverdraagzaam tegen de Samen, de arme oorspronkelijke bewoners van het gebied dat toen Finmark heette. Onvoorstelbaar is bijvoorbeeld hoe het ging met betalen. De arme vissers konden slecht rekenen en lezen. Daar maakten handelaren gemeen misbruik van. Wat je kocht, bijvoorbeeld een mes, werd als schuld opgeschreven. De handel, zoals je vis, die je als ruilmiddel gaf werd niet opgeschreven: die kwam pas in de boeken als het werd verkocht. En natuurlijk vertelden en verrekende de handelaren zich in hun voordeel zodat arme vissers en boeren altijd wel een schuld hadden waardoor ze zomaar hun boot of boerderij konden kwijtraken. Ook bijzonder is dat als mensen naar een andere plek verhuisden hun naam ook veranderde. Zo wordt Brita Caisa in het vissersdorp ineens Pritta genoemd. Ook word er in sommige hoofdstukken een veelheid aan personages opgevoerd die niet makkelijk uit elkaar te houden zijn en niet altijd even relevant zijn voor het verhaal. Om hierdoor niet verward te raken is mijn tip dat je niet probeert te begrijpen wie nu precies wie is, maar dat je focust op de gebeurtenissen. Die zijn helder en de belangrijkste personen worden dan vanzelf duidelijk. De beloning is een bijzonder verhaal van een sterke vrouw die ondanks de strenge moraal en wetten in haar tijd haar eigenheid bewaard. De culturele geschiedenis van het Scandinavische Hoge Noorden anderhalve eeuw geleden is hier ook nog eens heel mooi doorheen geweven.
Melkboer – Anna Burns
Een bijzonder verteld verhaal door een ik waarvan we de naam niet leren kennen. En het is niet alleen haar eigen naam die ze voor zich houdt. Zo heet haar vriendje soortvanverkering en heeft ze het bijvoorbeeld over haar zusjes klein, derde zus, staatsverwerpers en staatsverdedigers. Alles en iedereen wordt functioneel aangeduid. Dat geldt ook voor de plaats waar het speelt. Het wordt duidelijk dat het Noord-Ierland is ten tijde van de gewelddadige conflicten in de jaren zeventig, maar Burns noemt het niet. Het maakt het unheimisch en geeft een extra sinister laagje aan het verhaal: het speelt zich af in een stad waar het veiliger is de dingen niet bij naam te noemen en in een wijk waar alles wat Engels is taboe is. De hoofdpersoon, middelste zus voor haar familie en bijnamijnmeisje voor haar vriendje, overleeft als achttienjarige in deze wereld door zich terug te trekken in haar hoofd. Ze gaat leeswandelend over straat, wat inhoudt dat ze altijd verdiept is een roman van voor negentienhonderd. Ze werkt, gaat naar Franse avondles en bezoekt een paar avonden per week naar soortvanverkering die in een andere wijk woont. Ze houdt zijn bestaan geheim voor haar familie omdat haar moeder dan druk op de relatie zou leggen om te trouwen en kinderen te gaan krijgen, want als achttienjarige is ze in de buurt van de staatsverwerpers waar zij woont al bijna een oude vrijster. De wereld van de ik-persoon verandert als een oudere, getrouwde, hooggeplaatste staatsverwerper, aangeduid wordt als de melkboer, haar begint te stalken. Ze voelt zich niet meer op haar gemak en in haar poging zich nog meer aan het leven te onttrekken, trekt ze juist de aandacht. Ze vertelt haar verhaal heel associatief en niet chronologisch. Dit maakt het lezen intensief maar door de heerlijke schrijfstijl niet moeilijk, het leest als een trein. Je wordt meegenomen in haar dagelijks leven waarin ze manieren zoekt om aan haar stalker te ontsnappen. Zo zoekt ze bijvoorbeeld derde zwager op om mee te gaan hardlopen. Het opvoeren van derde zwager is dan ook gelijk een manier om uit te wijden over haar familieverhoudingen die getekend is door de politieke strijd van de staatsverdedigers waar ook haar broers onderdeel van waren.Ook andere gebeurtenissen vloeien als vanzelfsprekend over in allerlei eerdere gebeurtenissen. Zo biedt een bezoek aan soortvanverkering een haakje om in te gaan op de politieke verhoudingen tussen staatsverwerpers, staatsverdedigers en het ‘land aan de andere land van het water’. Dat is dus Engeland. Een land waarvoor de afkeer zo groot is dat in haar woonwijk vol staatsverdedigers kinderen nooit Engelse namen krijgen en waar je bijvoorbeeld niet ongestraft een James Bond film kan kijken omdat James Bond een Brits icoon is. De omstandigheden worden mondjesmaat prijsgegeven, waardoor heel langzaam een harde, gewelddadige leefwereld tevoorschijn komt waarin alles om het politieke conflict draait. Kan je je voorstellen dat mensen niet naar het ziekenhuis gaan omdat je dan geregistreerd wordt waardoor de aandacht van de officiële politie getrokken wordt en ze je of aanklagen of proberen te rekruteren als spion? Of dat geweld tegen vrouwen afgedaan wordt als onderdeel van de politieke strijd? Voor psychologiën was geen ruimte, zegt de ik: er moest eerst achthonderd jaar politiek conflict worden opgelost. En stalken is een begrip dat niemand kent, want er gebeurt immers niets vervelends wat je kan zien. Dit maakt dat de ik-persoon iets ontvlucht wat niet bestaat en maakt haar van slachtoffer in de roddels onderdeel van de entourage rond de hooggeplaatste staatsverwerpers. Want dat is ook een kenmerk van de gewelddadige politieke werkelijkheid: roddels en achterklap zijn net zo echt, en vaak bepalender voor wat mensen doen dan de feiten. Al met al is Melkboer een heftig verhaal dat een ontluisterend inkijkje geeft in het dagelijks leven in een door een politiek conflict verscheurde samenleving. Het is prachtig geschreven en met iets luchtigs in de vertelstem waardoor het nergens zwaar wordt.
De hemel is altijd paars' van Sholeh Rezazadeh.
Het is een novelle en daarom ook ideaal om tussendoor te lezen. Het is ook weer een heel ander boek dan de twee die ik eerder besprak. Toch hebben ze een overeenkomst. Dat zit in de hoofdpersoon, een jonge vrouw die er alleen voor staat en een weg zoekt in de wereld waarin ze leeft. In De hemel is altijd paars ontvluchtte de hoofpersoon het eigen land en speelt de behoefte aan menselijk contact en onvermogen een belangrijke rol. Hoofdpersoon is een Iranese vrouw, Arghavan (arkuvèn), met een winkel in tweedehands spullen. Ze is alleen en introvert. Ze houdt van de natuur en voelt liever met haar blote voeten de aarde en wortels van de Judasbomen voor haar winkel dan dat ze in de drukte op een terras gaat zitten.Het boek kent korte hoofdstukken die afwisselend ingaan op haar leven hier, waarbij haar winkel het belangrijkste decor is en op haar jeugd in Iran waar ze opgroeide. Twee verhaallijnen die in elkaar overlopen en elkaar versterken. In haar winkel sluit ze met een paar klanten vriendschap. Zo zijn er Anna, een danseres die tweedehands jurken koopt voor haar optredens en Johan, man die op zoek is naar een nieuwe cassetterecorder omdat zijn oude het praten van de bomen niet meer opneemt. En dan is er Mees die na zijn wekelijkse fluitles bij haar in de winkel komt. Arghavan en Mees voelen zich tot elkaar aangetrokken en ze wordt verliefd op hem. Een liefde die moeizaam verloopt omdat haar verwachtingen van wat ze als stel samen ondernemen en belangrijk vinden haaks op die van hem staan. Sholeh Rezazadeh beschrijft aangrijpend de kloof die tussen hen ontstaat en steeds verder verdiept. Mooi is hoe Anna en Johan hier tegenwicht aanbieden. De hemel is altijd paars is een klein boekje met grootse thema's. Het is een ontroerend verhaal, het mooiste van de novelle vond ik de schrijfstijl, die is beeldend met bijna poëtisch taalgebruik zonder dat het ingewikkeld wordt. Aanrader voor wie het nog niet las en zin heeft in een compleet verhaal maar weinig tijd heeft.
OOK HET LEZENWAARD
Madame Bonheur – Astrid Habraken
Het hoeft niet altijd zwaar te zijn. Voor de afwisseling lees ik soms ook wat luchtigers. Bijvoorbeeld een feelgood, een gezellig boek noem ik het zelf altijd. Niet voor niet is het dan ook een populair genre en leuk is dat Nederland inmiddels een aantal succesvolle feelgoodschrijvers heeft. Deze maand las ik een boek van Astrid Habraken: Madame Bonheur. Een boek dat me aantrok doordat een aan het Haagse Lange Voorhout (waar ik werk) gelegen hotel er een rol in speelt. En hoewel in het boek het hotel Les Aristocrates heet, zag ik steeds Hotel des Indes voor mij. Het verhaal begint als receptioniste Claire het levenloze lichaam van een oude dame vindt. Madame Bonheur. Deze Franse vrouw komt al decennia lang dezelfde twee weken in augustus in het hotel logeren. Waarom? Tegen het personeel zegt ze altijd dat ze op haar man wacht. Hij komt nooit en bij het uitchecken zegt ze altijd dat hij werd opgehouden. Een beetje raar, zeker als blijkt dat ze na haar overlijden geen nabestaanden kunnen vinden.Mevrouw Bonheur was geliefd onder het hotelpersoneel. En ook Claire kon het goed vinden met haar, ze oefende bijvoorbeeld haar Frans met haar. En in de loop der jaren was Claires inmiddels ook overleden moeder, bevriend geraakt met madame Bonheur. Omdat er geen nabestaanden zijn regelt Claire de uitvaart. En als die achter de rug is wordt het hotel gebeld door een Franse vrouw, Filou. Zij is op zoek naar haar vriendin die ieder jaar in Les Aristocrates logeerde en die ze al een week geleden had terugverwacht. Alleen noemt ze haar niet Bonheur maar Lafeber. De nieuwsgierigheid wordt verder geprikkeld. En, Claire, die al besloten had om haar baan in het hotel op te zeggen besluit naar Parijs te gaan om deze Filou op te zoeken en uit te vinden wie madame Bonheur nu precies was. En daarbij wordt ze ook een handje geholpen door haar overleden moeder. Die was schrijfster van historische romans en van haar vader begrijpt ze dat haar moeder en mevrouw Bonheur talloze gesprekken hebben gevoerd en dat haar moeder voor haar dood was begonnen aan een manuscript over het leven van de raadselachtige madame. Van haar vader krijgt Claire dit manuscript mee. De schrijfstijl van Astid Habraken is helder en toegankelijk. Geen lange zinnen of moeilijke woorden, ongecompliceerd en fijn om te lezen. Net als het verhaal, dat zij afwisselend vanuit het perspectief van Claire en Madame Bonheur vertelt.In de delen van Claire lezen we over het leven dat madame Bonheur tot aan haar door dood in Parijs leidde en waarin onder andere de vriendin Filou tipjes van de sluier optilt.Het verhaal van madame zelf begint in de zomer van 1954. De tijd dat madame nog een jong meisje was. Haar connectie met Den Haag en het hotel is al snel duidelijk, ook de ondertitel ‘Een Haagse liefde’ krijgt betekenis. Het uiteenrafelen van deze Haagse liefde is goed voor een lekker leesbaar verhaal. Net als het verhaal van Claire, door haar zoektocht gaan voor haar ook nieuwe werelden openen. Het is een lekker boek. Geen lange zinnen of moeilijke woorden, ongecompliceerd en fijn om te lezen. Net als het verhaal: ontspannend en met een ontknoping die niet voor de hand ligt en dus ook niet te zoet is. Ideaal om lekker weg te lezen. Bijvoorbeeld tijdens de donkere dagen onder de kerstboom.
Het kleine meisje van meneer Linh - Philippe Claudel
Hier draait het verhaal om meneer Linh. Een oude man die met zijn kleindochter, een baby, als bootvluchteling aankomt in een Europees land. Hij komt op een slaapzaal terecht met nog twee families uit zijn eigen land die hem maar gek vinden. Dat kan hem niet schelen, voor hem draait alles om zijn kleindochtertje wiens ouders in een oorlog zijn omgekomen. Voor haar is hij gevlucht zodat zij in een vrij land kan opgroeien.Als lezer ervaar je de situatie vanuit de gedachten van meneer Linh. Hij geeft inzicht in zijn leven uit zijn eigen land en neemt de lezer mee in zijn duiding wat er om hem heen gebeurd, een werkelijkheid die hij moeilijk te bevatten vindt. Op een dag besluit hij met zijn kleindochter naar buiten te gaan: ze wordt te pips van al dat binnen zitten. Het is winter en meneer Linh vindt het stervenskoud en het verkeer doodeng. Dus trekt hij hen alle kleren aan die ze hebben en verlaat hij de stoep waarop hij loopt niet. Aandoenlijk is hoe hij met alles wat hij doet zijn kleindochtertje dicht tegen zich aanhoudt uit angst haar kwijt te raken en om haar te beschermen.Als hij op een bankje gaat zitten komt er aan grote dikke kettingrokende man naast hem zitten, Meneert Bark. Hij is een man die zo zijn eigen verdriet heeft en zijn uitstort bij meneer Linh die er niks van begrijpt. En op zijn beurt begrijpt meneer Bark niks van meneer Linh. Dat maakt niks uit, tussen de woorden ontwikkelt zich een emotionele verbondenheid die voor hun beiden van belang is om het te redden in een wereld waarin ze zich niet thuis voelen. Het kleine meisje van meneer Linh is een klein intermenselijk verhaal waarin een hele wereld ligt besloten. Prachtig geschreven, ontroerend en dan het einde. Met slechts één woord zet Claudel alles ingenieus op zijn kop. Het is een einde waardoor alles op zijn plek valt. In een woord: subliem!
Lees verder op mijn site