Blogpost:
Sem Anne
Literaire manage
”Een paard, dat is een vriend”, zei Orlov. “Een paard, dat is een vader”, zuchtte Bitsenko, “ontelbare keren redt het je leven. Zonder paard ben je nergens.”.
Het is een passage waar ik de afgelopen week veel over nadenk. Isaak Babel was een beginnende verhalenschrijver toen vriend Maxim Gorki hem aanraadde om meer onder de mensen te komen. Babel nam daarom dienst in het Rode leger en ging tijdens de Russisch-Poolse oorlog mee als oorlogscorrespondent met een regiment Kozakken. De dagboeken die hij toen bijhield, zijn de bron voor tientallen korte verhalen. Ineens zijn ze weer actueel, bijna honderd jaar later.
In principe zoekt iedereen in een boekwinkel een paard. Een vriend of partner, een reisgenoot naar een ander universum of nog onbegaanbare perspectieven in de eigen ideeënwereld. Iedereen legt z’n zadel op het paard Fictie of op Non-Fictie.
In de boekwinkel heb je sinds de Russische inval in Oekraïne twee soorten klanten: de nieuwsgierige realist en de bewuste escapist. De realist ziet de wereld in brand staan en wil zich koste wat kost inlezen in alles wat met Oekraïne te maken heeft, hij/zij/ hen haalt de zwarte merrie Non-Fictie snel van stal en sjeest weg. De escapist wil juist vluchten, van alle pushberichten en de afschuwelijke beelden op het Achtuurjournaal. Hij/zij/hen twijfelt even, draait zich dan om legt zijn nieuwe, comfortabele zadel op een witte schimmel. In galop draven ze samen weg naar nieuwe werelden waar de realiteit ver te zoeken is.
Hier geen oordeel, slechts een observatie.
Wat moet een boekverkoper doen in tijden van een hartverscheurende oorlog? Een oorlog die in kilometers ongeveer net zo dichtbij is als Madrid, Stockholm, Athene en Napels. Het kan, zoals ik deed, de etalage versieren in de kleuren van de Oekraïense vlag en geld overmaken naar Stichting Vluchtelingenwerk. Maar is er niet meer? Iets wat Manage Kennemer Boekhandel kan betekenen? Mijn antwoord zou zijn: het aanraden en in het licht zetten van boeken over de mens in Oekraïne. Mijn meest bindende tip: Aleksandra van Lisa Weeda. Absoluut niet voor niks genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs van 2022.
Doordat ik Lisa persoonlijk een klein beetje ken, was ik bij 't verschijnen al ontzettend benieuwd naar dit boek. Toen ik het in één ruk uitlas, was er nog geen oorlog in Oekraïne. Intussen staat Kyiv in brand en zijn hele volksstammen op de vlucht. De inval van Rusland had echter een jarenlange prelude, van de val van de Sovjet-Unie tot de annexatie van de Krim. Terwijl het Westen uitrekent welke sancties het moet treffen, mogen we niet vergeten dat dit conflict niet gaat over Gazprom of Poetin, maar over mensen. Mensen zoals Aleksandra - de grootmoeder van Weeda. Dit boek is een verbluffend en soms prachtig magisch-realistisch meesterwerk over een gecompliceerde, maar liefdevolle Oekraïense familie.
Daarbij is het boekje een bijzonder ros. Zowel de berijders van de paarden Fictie, als Non-Fictie komen aan hun trekken. Het is de perfecte combinatie en een geraffineerde literaire puzzel: een waargebeurde familiegeschiedenis in de vorm van een roman, waarin een persoonlijk verhaal wordt verbonden met een veel groter algemeen relaas over het land. Je komt zo via een mijnenveld in een fictieve wereld terecht. Daar waar Weeda spreekt met haar overleden overgrootvader Nikolaj. Fictie en Non-Fictie staan rustig naast elkaar te grazen in het gras van de velden in Loegansk.
Maar naast het werk van de Nederlands-Oekraïense Lisa Weeda moeten we de blik richten op de hedendaagse Oekraïense literaire meesters. Ik noem Andrey Kurkov, Maria Matios, Lyuko Dashvar en Serhiy Zhadan. Alle vier zijn ze nauwelijks naar het Nederlands vertaald. Alleen Zhadan’s Vorosjylovhrad is in 2018 vertaald door Tobias Wals en uitgegeven door De Geus. Verder komen de verhalen uit Odessa, Kyiv, Dnipro en Charkov nauwelijks in de Nederlandse boekwinkels te liggen. Een ongemakkelijke constatering, wat mij betreft. Iets wat snel moet veranderen.
Daarom breng ik graag een excerpt van het gedicht Paddenstoelen van de Donbas van de eerdergenoemde Serhiy Zhadan onder de aandacht (vert. Eric Metz). Op dit moment zit Zhadan in het kapotgeschoten Charkiv en is hij tegenwoordig vrijwilliger bij de humanitaire corridors. Het Comité van Wetenschappen voor Literatuur van de Poolse Academie van Wetenschappen riep afgelopen week op om Zhadan te nomineren voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Het beste paard van stal zal mijn stem in ieder geval krijgen. Uitgeverijen, jullie weten wat te doen.
“Dit is ons eiland van vrijheid,
het verruimde bewustzijn
van de landbouw.
Penicilline en Kalasjnikov: twee symbolen van strijd,
de Castro van de Donbas leidt partizanen
door de mistige paddenstoelenplantages
tot aan de Zee van Azov.”
Lees verder op mijn site