Blogpost:
6858vogel
Mazzel in het Berliner Ensemble
Vanwege mijn research voor ‘Brecht gaat voor recht’ bezocht ik dit oude Berlijnse theater, omdat het samen met Bertolt Brecht en diens legendarische toneelstuk ‘Die Dreigroschenoper’ centraal moest komen te staan in mijn boek. Maar helaas waren alle rondleidingen door het theatercomplex al voor een jaar volgeboekt.
Toen ik in de theaterkantine van het Berliner Ensemble foto’s had genomen en bij een kop koffie aantekeningen zat te maken, kwam er een oude man op me af die me in een gesprek verwikkelde. Nadat ik had verteld hoe spijtig ik het vond dat ik geen rondleiding kon meemaken, zei hij wat verstrooid: ‘Tja, tja, komt u maar even mee.’Hij nam me mee het theatergebouw in.
Ik verkeerde in de veronderstelling dat hij me wat materiaal over het theater zou geven. Dat deed hij ook, in een kamertje in de nok van het gebouw. Maar pas een uur of wat later durfde ik te concluderen dat ik de mazzel had een privérondleiding te krijgen. En wel van niemand minder dan Werner Riemann, de enige theaterman die nog uit de tijd van Bertolt Brecht en diens vrouw Helene Weigel stamde en die zelfs persoonlijk als jonge acteur door Brecht was aangesteld.
Romanpersonages hebben naar mijn ervaring een sterke eigen wil. Eerst kwam er in mijn plot geen oude man voor. Maar Werner Riemann bleef in mijn verbeelding bij me aankloppen en wilde zich per se transformeren tot Walter Reim. Deze Walter Reim bleek in de loop van het schrijfproces steeds meer naar voren te treden en hij ging zowel de plot als de opzet van ‘Brecht gaat voor recht’ bepalen. Uiteindelijk werd hij een hoofdfiguur.
Dus wat is het antwoord op de beginvraag, die ik zo vaak van mensen te horen krijg? Sommige van mijn personages zijn fictief, maar vele ontspruiten aan de werkelijkheid. Het spreekt echter vanzelf dat Walter Reim en mijn andere personages altijd zelfstandige wezens zijn, die verschillen van de oorspronkelijke mensen. Net zoals het Berliner Ensemble in mijn boek het Spreetheater heet, ter wille van de literaire vrijheid.
Mijn grote dank gaat uit naar Werner Riemann, wiens vakkennis en hartelijke persoonlijkheid zoveel indruk op me hebben gemaakt!