Blogpost:
Kim Schreurs
Mijn #vergetenboek is…
Zes jaar geleden was ik bij de uitreiking van de tweede editie van de Fantasy Strijd Brugge. Helaas bedoel ik hier eigenlijk mee dat de autorit naar Brugge nogal lang duurde omdat er overal aan de weg gewerkt werd en ik – nog wel met mijn hekel aan te laat komen – pas binnen kwam lopen op het moment dat de top-3 bekend werd gemaakt. Hoewel ik de uitreiking zelf gemist had, was het gezellig napraten ook leuk. Ik kreeg vijf exemplaren van de wedstrijdbundel Fantastisch Strijdtoneel II, kreeg daar de wedstrijdbundel van de vorige editie bij, nam natuurlijk een abonnement op Pure Fantasy en ontving meteen de recentste bundel en nog een tweede Fantastisch Strijdtoneel I. Toen ik met mijn stapel boeken aan kwam lopen vertelde iemand me dat er in een gebouw verderop een boekenmarkt was en aangezien ik nog niet genoeg boeken had om mee terug naar huis te nemen moest ik daar natuurlijk heen. Of ik daar nog een ander boek gekocht heb, kan ik me niet herinneren. Mezelf kennende: vast wel. In ieder geval vond ik hier mijn vergeten boek: De beproeving van Stephen King. Het was dik, het was goedkoop en het was verbeeldingsliteratuur, dus ik wilde het hebben.
De twee wedstrijdbundels van Fantastisch Strijdtoneel las ik meteen en elke nieuwe Pure Fantasy had ik ook zo uit, maar De beproeving bleef in mijn kast staan. Natuurlijk was ik hem niet écht vergeten. Eens in de zoveel tijd kijk ik naar mijn boekenkast en in het bijzonder naar dit boek en zeg ik tegen mezelf dat het écht tijd wordt dat ik de boeken die ik al lang heb ga lezen. Soms doe ik dat ook wel, maar De beproeving heb ik nooit opengeslagen. Terugdenkend vermoed ik dat een ander boek hier de oorzaak van is. Of eigenlijk een serie. Die zomer had ik namelijk de eerste delen van Het Rad des Tijds gelezen. Ik vond de proloog en de eerste twee boeken fantastisch en in december kreeg ik alle boeken uit deze serie die toen uit waren. Een fantastisch cadeau, want naast dat ik van het verhaal ben gaan houden staan de boeken geweldig op mijn boekenplank. Omdat ik meteen verder ben gaan lezen in deze serie (en ik ook nog boekenambassadeur werd voor The House of Books waardoor ik ruim anderhalf jaar lang vooral boeken van deze uitgeverij las die net of zelfs nog niet verschenen waren) heb ik De beproeving nooit opgepakt. Het is ook te dik om ‘even’ te lezen.
Toch moet ik hier nog iets bekennen: als Het licht van weleer, het veertiende en laatste deel van deze reeks, toen al gepubliceerd was, had dit ook mijn vergeten boek kunnen zijn. Natuurlijk, ik heb eerdere delen gelezen en misschien telt het daarom niet echt, maar het heeft wel lang geduurd voordat ik ook maar in de buurt van het einde kwam. Ergens rond boek drie of vier kwam ik vast te zitten omdat ik het verhaal over de opleiding van Egwene, Elayne en Nynaeve niet zo interessant vond. Pas toen ik een jaar of twee geleden besloot de serie nog eens op te pakken, kreeg ik er weer plezier in. Het lezen gaat nog steeds langzaam omdat de boeken niet geschikt zijn om naast een universitaire studie te lezen (zeker niet als die opleiding Nederlandse taal en cultuur is – en nu de master Letterkunde – waarvoor heel andere boeken gelezen moeten worden) en ik er dus alleen in de zomervakantie tijd voor heb, maar ik heb de boeken bijna uit. Voor ik de laatste boeken lees, zal ik echter eerst tijd maken voor dat boek dat ‘vergeten’ is door deze serie en dat óók het slachtoffer geworden is van mijn studie. Nu heb ik er nog even geen tijd voor; ik moet eerst een tentamenperiode in januari doorkomen en sta mezelf dus alleen toe om één of twee wat dunnere boeken te lezen. Ik beloof mezelf echter dat De beproeving het eerste en anders één van de eerste boeken wordt die ik ga lezen in februari. En omdat ik mezelf óók beloofd heb dat ik alle boeken die ik volgend jaar ga lezen ga recenseren (en dan bedoel ik ook echt alle, en niet stiekem Mensen zonder uitstraling van Jente Posthuma niet omdat ik het best lastig vond om daar iets over te schrijven, en het debuut van Sander Kok niet omdat ik en volgens mij ook een groot deel van mijn medestudenten hopen dat de eerste druk van het boek er best wel anders uit gaat zien dan de drukproef die we voor een vak hebben mogen lezen), ga ik mezelf meteen dwingen er iets van te vinden en er iets over te schrijven.
Mijn aantal vergeten boeken valt me verder nog mee. Deze zomer las ik er al een aantal. Vooral de Boekenweekgeschenken waar ik altijd zo blij mee was als ik ze als extra cadeau (het voordeel van jarig zijn in de Boekenweek) bij mijn verjaardagscadeau (boeken!) kreeg vormden een aardige stapel. Ook van Nederland Leest had ik nog een aantal boeken liggen. In de vakantie las ik enkele van deze vergeten boekjes voordat ik van mezelf verder mocht lezen in Het Rad des Tijds. In mijn literatuurkast staan nu misschien nog drie boeken die ik nog niet gelezen heb. Eén pareltje stond al heel lang op mijn lijst van boeken die ik wilde lezen. Eigenlijk nog langer dan De beproeving en de Rad des Tijds-boeken; ik wil Erik of het klein insectenboek al zeker sinds de tweede klas lezen. Toen het een paar jaar geleden het Nederland Leest-boek was, heb ik iedereen die ik kende en die een bibliotheekabonnement had gesmeekt om het boek voor me mee te nemen. Gelukkig kreeg ik het op één van de laatste dagen. Het is een boek waar ik al heel lang benieuwd naar ben (net zoals het boek van King) en het is dun (in tegenstelling tot het boek van King), dus het perfect om nu te lezen. Daarnaast is het een boek uit de vorige eeuw dat wél gewoon op Hebban staat (in tegenstelling tot onbekende toekomstverhalen die eveneens uit de twintigste eeuw komen), dus het is het perfecte boek om mijn (officiële Hebban-)aantal gelezen boeken mee te verhogen en om mijn bizarre leesjaar mee af te sluiten.
Misschien heb ik daarnaast dan nog tijd om enkele edities van mijn vergeten tijdschrift te lezen. Want voor iemand die beweert dat ze schrijven leuk vindt en die netjes een abonnement heeft op Schrijven Magazine is het óók best gênant dat ze dit blad het afgelopen jaar alleen in handen heeft gehad om het plastic eraf te scheuren en het in de kast te zetten. En als ik dan toch bezig ben zal ik volgend jaar ook nog eens die edities van vijf jaar geleden herlezen en een aantal wél gelezen boeken die ik eigenlijk nog eens wil lezen oppakken. Genoeg te doen dus volgend jaar. Het moet toch wel een mooi leesjaar worden!