Blogpost:
inge drewes
Zonder kompas
Een tijdje geleden kreeg ik van een collega plotseling een boek in mijn postvakje. De aanleiding was dat ik een paar nieuwsbrieven had geschreven, waarbij ik bij elke nieuwsbrief – na verzending – erachter kwam dat ik iets essentieels was vergeten, en dus liet ik op elke nieuwsbrief een aanvulling-op-de-nieuwsbrief volgen, met oprechte excuses erbij. Het boek dat ik te leen kreeg heet: ‘Lof van het rommelige leven’, geschreven door Katie Roiphe, met de kreet van mijn college erbij: ‘Leve de rommeligen’. Het was even slikken (ik weet dat ik rommelig ben, maar toch jammer dat anderen dat ook doorhebben), maar zoo hee: wat een voltreffer, dit boek en deze schrijfster.
Ik hou eigenlijk niet zo van essays: als je het niet eens bent met de schrijver erger je je alleen maar, en als je het wel eens bent met de schrijver dan wist je dat al. Maar bij de essays van Katie Roiphe werd ik steeds weer verrast: o ja, zo kun je ook naar het leven kijken, en goh, wat een ruimte biedt dat.Katie Roiphe dus. Op de achterflap van het boek staat een foto waar ik steeds weer naar kijk: een magere, mooie vrouw met prachtig haar, en met stekende ogen. Zo iemand die het nooit zo maar met je eens is. In de inleiding bij ‘Lof van het rommelige leven’ schrijft ze dat ze – naar aanleiding van de populariteit van de serie Mad Men – bedacht dat rommeligheid en een rommelig leven waardevol is, en dat wij in ons huidig leven daar geen plek meer aan toekennen. We verliezen ons, zo zegt Katie Roiphe, in keurige levens, met etentjes die vleesloos en biologisch verantwoord zijn, met hooguit glimpen van verzet (een stiekeme sigaret, een glas dure wijn teveel), en we proberen vooral alles binnen de kantlijnen van het leven te houden. Kinderen mogen nog wel leren fietsen, maar alleen met fietshelmpjes op, alle eten wordt nauwkeurig gecontroleerd op e-nummers, we kijken in het volgsysteem van de school zodat we precies weten hoe onze kinderen het op school doen, we krijgen elke dag appjes met filmpjes van het kinderdagverblijf. Alles onder controle. Maar waar blijft de fantasie, de durf om fouten te maken, de rommeligheid die het leven kleur geeft?
Daar gaan de essays in ‘Lof van het rommelige leven’ over. Katie Roiphe verzoent me met mezelf en mijn rommeligheid. Ik geloof haar: misschien is het juist wel een goede eigenschap, een teken dat je niet alles onder controle wilt houden, en een manier om steeds weer –heel onverwacht – tegen nieuwe dingen aan te lopen. Ik ga vaak wandelen, zeker nu, nu ik zoveel achter de laptop thuis zit, zonder dat ik weet waarheen. Dan stap ik naar buiten en besluit alleen maar of ik naar links of naar rechts ga. Dat zijn altijd fijne wandelingen, ik kom onderweg meestal wel iets tegen dat ik wil onderzoeken of ik zie iemand waar ik het fijne van wil weten, en dan volg ik die even.’t Zijn natuurlijk geen echte wandelingen, ik loop niet van A naar B, volg geen gekleurde paaltjes en kom niks bijzonders tegen, maar ik word er wel vrolijk van. Na het lezen van Katie Roiphe dacht ik: zo leef ik eigenlijk mijn hele leven, ik doe maar wat, zonder duidelijk plan, en ik schaam me daar vaak een beetje voor, want anderen lijken altijd veel meer te weten hoe je alles netjes doet en vaststaand laat verlopen. Maar dat is het fijne aan dit boek: ik vind het ineens niet erg meer.
Katie Roiphe, onthou die naam. Vooral als je denkt dat je maar een potje van het leven maakt.
Katie Roiphe, Lof van het rommelige leven. Uitgeverij: De Bezige Bij, 2013.