Tijdens de Olympische Spelen van Stockholm in 1912 loopt de 18-jarige Amerikaan Donald Lippincott met 10,6 het eerste officieel geregistreerde wereldrecord op de 100 meter. Bijna een eeuw later, bij het WK atletiek in 2009 te Berlijn, raast Usain Bolt naar de duizelingwekkende tijd van 9,58. In de tussenliggende honderd jaar – vol triomf, tragiek en vernieuwingen – gingen vele atleten op jacht naar het predicaat ‘snelste man ter wereld’. Vaak waren dat donkere superatleten, zoals Jesse Owens, Carl Lewis en Maurice Greene. Maar ook blanke atleten presteerden menigmaal op het allerhoogste niveau. Charley Paddock, Armin Hary en Valeri Borzov – ook zij behaalden olympisch goud.
Van 10,6 naar 9,58 toont de fascinerende geschiedenis van de sprint. Maar de sprint omvat meer dan het koningsnummer. Ook de 200 meter (Tommie Smith, Pietro Mennea, Michael Johnson) en de 4 × 100 meter estafette komen ruimschoots aan bod. Talloze anekdotes en achtergrondverhalen brengen de ongekende prestaties van de allerbeste sprinters nog meer tot leven.
Kees Sluys is schrijver en journalist. Hij schreef onder meer de biografie van Mart Smeets (2012) en publiceerde twee boeken over atletiek: Snel, hoog, ver – geschiedenis van de tienkamp (2008) en De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis (2016).
Van 10,6 naar 9,58 toont de fascinerende geschiedenis van de sprint. Maar de sprint omvat meer dan het koningsnummer. Ook de 200 meter (Tommie Smith, Pietro Mennea, Michael Johnson) en de 4 × 100 meter estafette komen ruimschoots aan bod. Talloze anekdotes en achtergrondverhalen brengen de ongekende prestaties van de allerbeste sprinters nog meer tot leven.
Kees Sluys is schrijver en journalist. Hij schreef onder meer de biografie van Mart Smeets (2012) en publiceerde twee boeken over atletiek: Snel, hoog, ver – geschiedenis van de tienkamp (2008) en De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis (2016).