1793. Stockholm is in de greep van paranoia en samenzweringen. En dan wordt er een gruwelijk verminkt lichaam opgevist. Een romp en een hoofd, zonder ogen. Onderzoek wijst uit dat er maandenlange martelingen aan vooraf hebben moeten gaan. Voormalig jurist Cecil Winge staat voor de ogenschijnlijk onmogelijke taak om de identiteit van de romp én van de moordenaar te achterhalen. Het zal zijn laatste zaak worden, want door tuberculose nadert het einde van zijn dagen. Zijn pad voert hem tot diep in de sadistische clandestiene organisaties van de Zweedse elite. Maar ook tot in de genadeloze standenmaatschappij, waar sloebers en zwendelaars alles op alles moeten zetten om te overleven. Natt och Dag schildert in 1793 een overweldigend portret van het achttiende-eeuwse Zweden, waar poederpruiken vertrapt in de goot liggen. Wars van alle romantiek toont hij het echte, soms ongekend ruwe leven in de statige straten en de smoezelige steegjes van Stockholm, met haarscherp politiek inzicht en een geraffineerd plot.