Agatha Christie (1890-1976) is een van de meest succesvolle misdaadauteurs aller tijden. Wat lang niet iedereen weet is dat deze Engelse schrijfster in december 1926 voor elf dagen van de aardbodem verdween. Haar auto en bontjas werden teruggevonden aan de rand van een weg vlakbij een meer.
Een grote zoekactie werd opgezet door publiek en politie. Pas elf dagen later werd de schrijfster teruggevonden in een luxe hotel in Harrogate. Ze claimde te lijden aan geheugenverlies. Het is nooit bekend geworden hoe en waar de ‘koningin van de misdaadverhalen’ deze elf dagen door heeft gebracht: een onderwerp dat tot de verbeelding van documentairemakers, filmmakers en schrijvers blijft spreken omdat er veel aanknopingspunten waren die lijken op elementen uit Christies eigen verhalen.
De auteurs
In dit boek staan vier verhalen over de verdwijning van Agatha Christie. Jean-Paul Colin, Peter Ronner, Carien Touwen en Johan van de Velde zijn ieder diep in deze verdachte geschiedenis gedoken en hebben de beschikbare feiten als uitgangspunt genomen. Het heeft geleid tot vier prachtige, totaal verschillende verklaringen voor deze elf dagen uit het leven van de beroemde Engelse schrijfster.
Inhoud
Voorwoord van Jean-Paul Colin
Demasqué - Jean-Paul Colin
Groeten uit Pau - Peter Ronner
Vermist - Carien Touwen
De onbekende schrijver - Johan van de Velde