Het jaar 1956 is een kantelpunt in de geschiedenis. Opstanden in Polen en in Hongarije, de Suezcrisis, uitbarstingen van antikoloniaal nationalisme in Afrika en het Midden-Oosten... De opstanden, rellen en crises die in 1956 wereldwijd voorkwamen, zijn geen losstaande gebeurtenissen. Ze hebben alles met elkaar te maken. Het jaar 1956 markeert het einde van de naoorlogse periode en is de voorbode van de protestcultuur van de jaren zestig.
Martin Luther King vatte in een speech in december 1956 het jaar zo samen: ‘De aanhoudende onlusten in Azië, de opstanden in Afrika, het nationalistisch verlangen van Egypte, het wapengekletter in Hongarije, de raciale spanningen in Amerika – het zijn de barensweeën van een nieuw tijdperk.’
Simon Hall vertelt het verhaal van de epische, globale worstelingen vanuit het oogpunt van de vrijheidsstrijders, de dissidenten en de talloze gewone mensen die de onderdrukkende en totalitaire regimes omver wierpen om er een nieuwe, betere wereld voor in de plaats te krijgen. Daarnaast kijkt hij naar de invloed op lange termijn van alle gebeurtenissen van dat jaar.
De jonge Engelse historicus Simon Hall studeerde in Sheffield en in Cambridge. Hij werkt tegenwoordig aan de Universiteit van Leeds en is gespecialiseerd in de geschiedenis van Amerika. Hij heeft meerdere wetenschappelijke boeken op zijn naam staan. 1956 ontstond vanuit een lange fascinatie met vrijheidsbewegingen en politiek protest.