De '27 gedichten' zijn een daad van bevestiging; niet over hoe het er nu met de poëzie voorstaat, maar hoe het er voor zou mogen staan. In het lange, epische gedicht 'Geen lied' dwaalt een jongeman door de onderwereld, op zoek naar zijn eerste liefde. Hij vindt haar terug maar verliest haar voor een tweede - en een derde keer.