‘Op zondag 23 februari 1930, om vier uur in de namiddag, werd op 51° 15’ 27’’ noorderbreedte en 4° 19’ 35’’ oosterlengte een kind van het mannelijke geslacht geboren. Zijn zonneteken stond in de eerste decade van Pisces, in haarfijne oppositie met de ascendant Leo. Dat deze astrologische positie de oorzaak bij uitstek is van onrust en spanningen kon niemand toen vermoeden. Buiten hagelde en stormde het. De carnavalstoet, traditioneel besloten door de Antwerpse Reuskens, eindigde in een collectieve vlucht naar diverse schuilplaatsen. De toekomstige moeder van het kind, Anna van der Heiden, (geboren op 15 november 1904), werd in allerijl naar de kliniek gereden (Onze Lieve Vrouw van Antwerpen in de Pieter van Hobokenstraat 3, een privé-kliniek van dr. Dauwe, genaamd L’Espérance). Nota bene in een Plymouth 1929 vierdeurs sedan, grijsgroen-en-zwart, reservewiel buiten, nummerplaat 74579, die een kleine negen maanden tevoren door de toekomstige vader, Frans Geeraerts, (geboren op 29 mei 1904) werd aangeschaft; om juist te zijn op zijn vijfentwintigste verjaardag, volgens de moeder bovendien de datum van de bevruchting, die waarschijnlijk plaatsgreep op de tweede verdieping van het pand aan de Haarstraat 11, vlak bij de Grote Markt, waar de moeder een bloeiend naaiatelier dreef. De vader was op zijn beurt patron van een eenmanstaxibedrijf met standplaats op de nabije Suikerrui. Allebei waren ze geboren binnen de oude stadsmuren. Volbloed sinjoren dus. Vandaag, vijfenzeventig jaar later, word ik via een mysterieuze stroom associaties die van nergens komt, en niet tegen te houden is, geregeld teruggevoerd naar mijn geboorteplek, in de schaduw van de kathedraal, vlak bij het huis van Antoon Van Dyck.