Piet Poell is niet boos. Niet van nature. Maar hij kan ontzettend boos worden om corruptie, politieke correctheid, star geloof en andere kleingeestigheden die onze samenleving verzieken. Á la Linterna! roept hij dan, de strijdkreet van de Franse Revolutie, toen aan elke straatlantaarn een adellijk lijk hing, en schrijft weer een column om een strop te leggen rond de nekken van graaierige bankdirecteuren, glibberige politici, huichelachtige kerkvaders, bekrompen islamisten, rechtlijnige rechters, geile paters en kortzichtige kuisheidsridders. Nederlanders en Belgen moeten het ontgelden, vooral als ze zich veilig wanen in het barmhartige nest van de beide Limburgen. Rake grappen, scherpe bewoordingen en markante woordspelingen zijn zijn wapens. En die treffen iedereen.
Piet Poell is niet boos, maar als hij boos wordt, jaapt hij met felle halen de frêle sluier open die de rotte plekken afschermt, als een chirurg op zoek naar de kwaal, maar dan met een kapmes. Misschien brengt in deze duistere tijden zijn onbeschaamde directheid nog enige verlichting.
Brusselmans ging hem voor, maar Poell is directer. Ton van Reen, vriend en bewonderaar, schreef een passend voorwoord voor deze bundel columns die eerder honderden reacties uitlokten op sociale en andere media, zoals Het Belang van Limburg en Roermond Dichtbij
Piet Poell komt uit Echt, maar bereisde de wereld en woont tegenwoordig in Maaseik. Hij schreef eerder: De Romantische route (roman van een reis door Mexico), Rosaura (heftige biografie van zijn Colombiaanse vrouw), Limburg Blues (verhalen) en Porno Británico (hilarische roman).