In de herfst van 1996 reist de jonge Katherine van Washington naar Napels voor een stage op het Amerikaanse consulaat. Eenzaam, op zoek naar compagnia, stemt ze in met een blind date. Salvatore arriveert 20 minuten te laat en rijdt haar met zijn Fiat 500 rechtstreeks naar de keuken van zijn moeder. Daar, onder het toeziend oog van de hele familie, leert Katherine haar eerste Napolitaanse levenswijsheid: nóóit aan de korst beginnen als de rest van de pizza nog niet op is. Katherine en Salva worden verliefd, trouwen en krijgen twee kinderen. Maar het is de charmante, op-en-top Italiaanse schoonmoeder Rafaella die Katherines hart opent voor de culturele en culinaire rijkdom van Napels. Met vallen en opstaan neemt Katherine de belangrijkste Napolitaanse eigenschap over: carnale, de liefde voor haar eigen lichaam. Katherine Wilson vertelt in Aan de keukentafel van mijn schoonmoeder op sprankelende en scherpzinnige wijze over het leven met haar kleurrijke Italiaanse schoonfamilie, hun taal, cultuur en culinaire tradities.