Maddie gaat tegen wil en dank mee naar de Schotse Hooglanden en moet zichzelf zien te redden in een dorp waar het eten op rantsoen is, de lokale bevolking nors en elk bezoek van de postbode slecht nieuws lijkt te brengen. Toch wordt ze verliefd op de grimmige schoonheid van het Schotse landschap en sluit ze vriendschap met twee jonge vrouwen die werken in de herberg waar ze logeert. Maddie begint zich te realiseren dat niets is wat het lijkt: waar ze eerder belang aan hechtte blijkt nu van weinig waarde, en er schuilen monsters op de meest onverwachte plaatsen.