‘Ik wil je voorstellen om samen een boek te schrijven,’ schrijft Remco Campert eind 2017 aan Kees van Kooten. ‘We zijn vrij om te schrijven wat we willen. Wel moet de noodzaak van het schrijven erin zitten. Zonder elkaar zouden we het niet geschreven hebben.’ Het is het begin van een sprankelende correspondentie. In de brieven laten ze hun fantasie de vrije loop. Onherroepelijk komen zo vele gezamenlijke herinneringen aan het licht, en brengen Kees van Kooten en Remco Campert op een geweldige manier de voorbije tijd tot leven. Maar het zijn ook de dagelijkse gebeurtenissen die hun pennen in beweging zetten. Zo leidt de laatste Voetnoot van Arnon Grunberg tot een buitelende associatie waarbij het voorstelbaar wordt dat hij op een dag zal opduiken als de Verlosser. Natuurlijk delen ze ook hun dromen, en delen ze verhalen over hun geliefden met elkaar. Wij zijn getuige van een intens warme en vrolijke vriendschap die al decennialang duurt, en zonder elkaar niet zou hebben bestaan. Als humoristen zijn zij gewaagd aan elkaar.