Van dat project, waaraan hij tussen 1855 en 1866 werkte, zijn alleen onvoltooide notities overgeleverd. Die aantekeningen, opgesplitst in drie reeksen, Flitsen, Mijn hart blootgelegd en Hygiëne, zijn hier voor het eerst integraal vertaald. Ze worden aangevuld met een synopsis van België uitgekleed, het beruchte schotschrift tegen de Belgen waar Baudelaire in de laatste twee jaren van zijn leven aan werkte.
De overkoepelende titel Mijn hart blootgelegd is bedrieglijk, want dit proza lijkt in niets op een dagboek in traditionele zin. Baudelaire boekstaaft ontgoochelingen en vereffent persoonlijke rekeningen, verwoordt zijn politieke desillusies en gaat te keer tegen de domheid en platvloersheid van zijn tijd. Die misantropische grondtoon relativeert hij met vermaningen en gebeden, kluchtige scènes en koddige citaten, poëtische mijmeringen en poëticale terzijdes, schetsen voor prozagedichten. De in deze bundel bijeengebrachte toverformules over maatschappij en moraal zijn van kapitaal belang gebleken voor een begrip van Baudelaires wereldbeeld en poëzie.
Vertaald door Rokus Hofstede.