In Aartsvaders vertelt Abel J. Herzberg dit verhaal op zíjn manier: hij heeft zich met name ingeleefd in de figuren van Jakob en zijn zoon Jozef, en hij heeft dan ook het verhaal van Abraham en Isaak, hun voorouders, bij wijze van spreken uit hun mond opgetekend.
Door hun beider relaas heen spreekt de be- en verwondering van Herzberg over de behoefte aan, de ontmoeting met, en de onwrikbare trouw aan één enkele God.