Ver weg, in een land waar de zon altijd schijnt, woonde eens een meisje. Ze hield van fietsen, van met losse handen de berg afroetsjen. Van luisteren naar spannende verhalen over de wortels van de Waringinboom, waar geesten woonden. Op vakantie ging ze vaak naar de bergen, waar de bomen tot aan de hemel reikten. Daar groeiden bloemen in de vorm van schoenen en er waren vlinders zo groot als twee gestrekte handen. Er klaterden watervallen en er slopen echte tijgers rond.
Zo begint het verhaal van Tonke Dragt (1930). Geboren in Nederlands-Indië, waar haar liefde voor schrijven en tekenen ontstond, volwassen geworden in Nederland waar ze van die liefde haar beroep maakte. In haar boeken creëert ze haar eigen werelden, waarin eigenzinnige figuren rondlopen: Jiacomo, Edu, Tiuri, Graaf Grisenstijn Tonkes werelden strekken zich uit van avontuurlijk sprookje tot sciencefiction, van middeleeuws ridderepos tot eigentijds raadselverhaal. Haar boeken worden gekoesterd en geprezen. In 2004 werd De brief voor de koning bekroond met de Griffel der Griffels, als mooiste boek van de voorafgaande 50 jaar.
ABC Dragt de werelden van Tonke Dragt zapt door Tonkes leven en werk aan de hand van de letters van het alfabet. Van de Boot die haar vanuit Batavia naar Nederland bracht tot het (nog) onvoltooide tweeluik Zeeën van tijd. 26 letters, 50 verhalen want voor een schrijfster als Tonke Dragt schiet één alfabet tekort.
Joukje Akveld en Annemarie Terhell schrijven over kinderboeken voor verschillende kranten en tijdschriften. Samen stelden ze een prentenboekendoeboek samen en publiceerden ze Thé Tjong-Khing van strip tot sprookje, waarover de pers schreef: `een grondige en rijke biografie (NRC), `zeer lezenswaardig (Trouw), `een prachtig thematisch en historisch overzichtsboek (Het Parool), **** (de Volkskrant).