1952. Het Limburgse kasteel Astenrade heeft lang leeggestaan, maar nu komen er eindelijk nieuwe, adellijke bewoners. Toch zijn Sjra, Funs en Sjors, bekend als 'de drie overals', niet van plan om hun unieke speelterrein, het kasteelpark, zomaar vrij te geven. Intussen heeft Huub, manusje-van-alles die is achtergebleven na de dood van de vorige kasteelheer, een hekel aan het drietal, dat maar niet ophoudt hem te bespieden. Maar ook de zoon van de adellijke familie heeft al snel in de gaten dat Huub iets in zijn schild voert ...