In Achter het verdwijnpunt introduceert Frans Budé op zijn kenmerkende lyrische wijze een nieuwe fascinatie in zijn oeuvre: vermissingen en verdwijningen. Nadrukkelijker dan ooit houdt de dichter zich bezig met eindigheid. Daarnaast staat hij in ‘Reis door Rusland’ en ‘Aan land aan zee’ vol verbazing stil bij de verscheidenheid in het grensgebied tussen stad en land. Enkele nieuwe gedichten werden voorgepubliceerd in het themanummer Oorlog van Het Liegend Konijn en door Cyrille Offermans in Ons Erfdeel treffend omschreven: ‘Met beheerste precisie, zonder in machteloos gestamel te vervallen, zoekt Budé in ‘War -Requiem’ telkens het hart van de verschrikking. Hij spreekt zijn collega’s Apollinaire en Ernest Hemingway toe op het moment dat ze zwaargewond of dodelijk getroffen zijn, niet minzaam, niet troostend, maar in een even onmogelijke als onvoorwaardelijke poging tot herbelevende solidariteit.’
Achter het verdwijnpunt onderzoekt verlies en dood maar borrelt van vitaliteit en zeggingskracht.