Drie jaar woonde de journaliste en diplomatenvrouw Betsy Udink in Riyadh. Drie jaar waarin zij zich verzette tegen strenge fundamentalistische regels die erop gericht zijn vrouwen onzichtbaar te maken achter de sluier. Nu eens satirisch of woedend, dan weer humoristisch doet zij verslag van haar wederwaardigheden in het land achter Mekka, het islamitische koninkrijk Saoedi-Arabië. Ze ergert zich aan de rechteloze behandeling van Aziatische arbeidskrachten en aan het optreden van de vrijwilligers van de ‘Vereniging tot bevel van het doen-zoals-het-hoort’, die erop toezien dat vrouwen in het openbaar geen aanstoot geven. Ze maakt zich tegelijkertijd vrolijk over de mores in diplomatieke kringen en over hogere Saoedi’s die, in een samenleving waar een verbod rust op alcohol, zich op besloten party’s laven aan drank.