Het meisje Sophie groeit op bij haar tante op Haïti, onder primitieve omstandigheden. Haar moeder kent zij niet; deze woont en werkt in New York en stuurt haar familie maandelijks geld en een cassettebandje met haar stem. Als Sophie twaalf is, voegt zij zich bij haar moeder, een overbezorgde vreemdelinge, die haar bij aankomst in de Verenigde Staten zegt: 'Ik hou van je, meer dan de hemel houdt van de sterren.' Sophie verruilt het vertrouwde Creoolse leven, de routine van dorps- en boerengemeenschappen, voor de harde, snelle, onpersoonlijke wereld van New York, waar de macht van het geld allesoverheersend is. Er zijn heimelijke herinneringen die martelend zijn voor Sophie en haar moeder. Zij is voortgekomen uit een verkrachting: moeder noch dochter heeft de vader ooit gekend. Geen van beiden kan ontsnappen aan de last van het verleden, hetgeen tot uiting komt in slapeloosheid, vraatzucht en seksuele trauma's.
Edwidge Danticat bezielt haar verhaal met kleur en magie. In een lyrisch proza vol pikante observaties worden Sophie's verwarring en schuld, haar pijnlijke aanpassing aan de Amerikaanse cultuur en uiteindelijke bevrijding tastbaar duidelijk gemaakt.