Kees Schaepman groeit op in de jaren vijftig, als het roomse leven nog rijk is. Als kind uit een 'gemengd huwelijk', wordt zijn religieuze opvoeding toevertrouwd aan de zusters Ursulinen. Na de dood van zijn vader breekt hij met de kerk. Maar het katholieke geloof zit in zijn genen. Nog altijd heeft hij, als hij tussen twee rijen stoelen over het middenpad een bioscoopzaal inloopt, de neiging om door zijn knieƫn te buigen en een kruis te slaan.
Afgedwaald is het verslag van de omzwervingen van een thuisloze katholiek die een weg terug naar Rome probeert te vinden.