Milla Redelinghuys kan op haar sterfbed alleen nog met de ogen spreken. Haar zwarte huishoudster Agaat verzorgt haar; zij is de enige die Milla begrijpt. Terwijl Milla haar zware leven overdenkt in de lege kamer van de stille ‘plaas’, leest Agaat Milla’s dagboeken aan haar voor. Zo komt langzaam het tragische verleden aan het licht dat deze vrouwen bindt en uiteendrijft.